Het is weer heel zonnig, fel licht, dat je zo hebt op hoogte, ook al is het hier “maar” 2500 m. Soms ineens even tintelende vingertoppen en het gevoel dat er spinnetjes over mijn wangen kruipen, maar gelukkig verder geen hoogteziekte gehad. Daar zag ik nogal tegenop. Ben een aantal keren echt heel ziek geweest van de hoogte.
We vertrekken richting de veemarkt en zien gelijk wat van Shaxi. Een leuk, klein mooi opgeknapt (soms wel wat jammer) plaatsje. Hier wonen vooral de Bai en de Yi minderheden. We komen langs “het plein”, nou zo groot is het niet, maar er is een mooi theater kennelijk en een mooie tempel. Er zit een figuur, beetje Charlie Chaplin, en Peter gaat kijken of het nu een pop is of echt, want iedereen twijfelt, hij springt op en geeft een showtje en Peter, de gids, is degene die hij moet hebben. Het is een vrolijke boel.
We stappen door de poort en zijn gelijk op het platteland. Het is even zoeken want de gebruikelijke plek voor de veemarkt is leeg. Maar er passeren ons wel karren met koeien en varkens enz. dus zal er toch wat zijn. Het is gemoedelijk. Niet zoals je wel eens ziet rijen dieren die bepoteld worden en handjeklap. We vragen ons af of het ook hier nog contant gaat… Er rijdt een soort cowboy op een paardje de show te stelen, zoals H. zegt, “zich zeer bewust van de aandacht”. We lopen een half uurtje rond, want zo groot is het niet, maar wel leuk!
Dan lopen we naar de algemene markt, waar het in het begin nog niet zo druk is, maar een eind verderop wel! Dus nemen we de tijd om uitgebreid overal de enorme hoeveelheden en soorten paddenstoelen te bekijken, te vragen naar prijzen enz. We komen steeds weer andere mensen van de groep tegen, dit met elkaar samen doen, werkt niet dus Peter gaan verder met de missie Paddo, Peper en thee. Ik blijf markten in het buitenland altijd fascinerend vinden. Het aanbod verschilt en ook de sfeer. Hier zagen we heel veel vrouwen met rieten of inmiddels plastic manden op de rug. Of een baby of dreumes, die hangen dan braaf (ze morren nooit) tegen moeders’ rug gebonden.
Vooral veel oudere vrouwen achter de kraampjes mét nog een Mao Pet. Je ziet ze hier en daar op de markt nog te koop. We eten wat soep met momo’s want tot vanavond is te laat. Als we weer verder lopen en weer langs het plein komen, snelt Charlie Chaplin naar ons toe en druk Peter een karikatuur in zijn handen. Hij wil de man wat geven maar die wil er niets van weten.
Dan maar naar het hotel, anders loop je daar maar mee rond. Gelijk dan dus nog even gebruik maken van de Japanse wasstraat, wel zo prettig en een kop Nescafé, koffie is hier niet veel, dus heb altijd bij me. Naast gasmaskers is een waterkoker in China namelijk standaard uitrusting. Dus dat is prettig.
Ik ga daarna nog lekker alleen op pad, een stukje van het dorp dat nog echte (wel nieuwe Bai-huizen bevat, ze liggen aan de rand van het dorp. Het zijn enorme huizen, met allemaal een binnenplaats, vaak met mooi houtsnijwerk een inpandige loggia. De binnenplaats, doorgaans een binnentuin met vaak veel bonsaiboompjes of andere bloemen en planten. Heerlijk toeven daar. Als ik de weg die eromheen ligt oversteek, dan sta ik gelijk zowat in de velden,
waar op veel plekken druk gewerkt wordt, veelal vrouwen of een man die erbij staat met de handen in de zakken. Verderop is een gehucht, duidelijk ook van hetzelfde soort huizen, maar het is een heel eind, en ik moet ook nog terug.
Ik zoek nog wat kleine straatjes waar ik niet ben geweest en kom weer langs het plein om terug naar het hotel te lopen. Ineens wordt ik aan mijn mouw getrokken: Charlie Chaplin. Hij kwam me even heel vriendelijk groeten. Bijzonder toch. De meeste mensen zijn gewoonweg zo vriendelijk en behulpzaam. Dit klopt niet met het beeld dat Herman altijd schetst. Wellicht komt het ook doordat we op plekken komen waar dan ook weer niet zoveel westerse toeristen komen.
Beetje rommelen in mijn kamer, de foto’s downloaden en wat uitzoeken, uitgebreid via WeChat met Adrie bellen en dan maar snel in de buurt wat gaan eten. Iets wat ik graag eet, reepjes varkensvlees met groene paprika. Hier zat ook wat rode in. Nou ja, eigenlijk waren het allemaal pepers ipv paprika, maar niet zo super heet. Gelukkig was het goed te doen, we zijn onderhand ook wel wat gewoon.
Morgen vroeg op, om 0800 uur vertrekken richting Nuodeng, zodat we er ook nog wat aan de middag hebben, een vijf uur rijden toch zeker. Daar moeten we een 20 min klimmen naar ons hotel (kun je met de auto kennelijk niet komen). Dus moet het merendeel van de bagage in de bus blijven en dus enkel de rugzak en wat proviand mee naar boven. Er zou wifi zijn, maar geen idee. Hier knalt de vpn er steeds uit vanwege instabiele verbinding en lage snelheid. WhatsApp gaat ook niet zo geweldig en facebook opent wel op mijn telefoon, maar mijn verslag en foto’s niet. Dus geen idee of er morgen een verslag komt! Pindat gaat trouwens zonder probleem door de Great Chinese Fierewall.
Geschreven door Jacquelijne.opreis