Vandaag rijden we naar Gasa Dzong, gelegen in het Gasa district in het noordwesten van Bhutan, het minst bevolkte district: in 2005 telde het ongeveer 3000 zielen. Het is wel even rijden, een slordige 70 kilometer en het is bepaald geen snelweg. Je moet er wat voor over hebben hè. Een authentiek festival, wat nog niet zoveel door toeristen wordt bezocht, mede doordat de weg pas in 2019 tot daar is doorgetrokken en je eerder bij Damji je auto moest parkeren of je lift vaarwel zeggen en nog een dag moest lopen. Een stukje noordelijker achter de bergrug ligt Tibet. We verlaten voor dit moment dus even Punakha, waar we langs de Dzong passeren (het is daar vandaag ook festival) en we de bussen toeristen uitgeladen zien worden. Wat ben ik blij dat we vandaag weer off the beaten path gaan!
Het is een enorme slingerweg, maar eerlijk is eerlijk, ondanks alle geschud, overigens niet door Karma zijn rijkunsten hoor want die weet de meeste kuilen te omzeilen, is het een prachtige rit. We rijden ook door het Jigme Dorje National Park, het op een na grootste van Bhutan, er wonen zo'n 6400 mensen voornamelijk van landbouw en een beetje veeteelt. Dat merken we, want er lopen overal ossen over de weg (de koeien houden ze voor de melk, de ossen kunnen ze niet veel mee dus die sturen ze de straat op). Ook de nodige ponies en wat muilezels, maar deze dieren lopen 's avonds keurig voor hun avondmaal naar huis en gaan dan de hort weer op. Soms verkopen ze wel eens wat van die magere ossen, maar veel brengt het niet op en slachten is in Bhutan verboden, vlees eten niet, dus alle vlees wordt geïmporteerd uit India. Niet altijd, want bijv afgelopen februari en aankomende mei weer niet, want die maanden hebben wat dat betreft een slecht omen, dus vriezen restaurants en hotels op voorhand flink in. Keunzing vertelt me dat er 14 dagen geleden nog twee clandestiene slachters zijn opgepakt, die zitten nu voor 9 jaar vast...
We stoppen af en toe voor een mooi plaatje, met name ook de lichtpaarse primula's die we op veel plekken zien staan, witte magnolia's met zeer grote bloemen maken het lentefeest compleet.
Vanaf Damji is de weg een stuk beter, maar die is dan nog maar 5 jaar oud. Niet voor te stellen dat je dus gewoon een dag moest lopen. Kuenzang vertelt me dat hij veel van dit soort trekkings heeft gedaan met en zonder toeristen. Je kunt dan ook met recht zeggen dat het een bestemming "off the beaten path" is!
Aangekomen bij de Dzong en het festivalterrein besluiten we eerst even iets verder te rijden en een plaatsje te zoeken voor de picknick. Het hotel heeft een tas vol eten meegegeven, dat we uitstallen op Karma zijn tafeltje. Voor mij komt er ook nog een rode kampeerstoel tevoorschijn waar ik als een koningin in moet gaan zitten. Omdat het in Gaza wat hoger ligt (2800 m) en de zon niet schijnt, heeft Kuenzang al de hele ochtend zowat in de auto de Syngenta-muts op die ik hem heb gegeven toen ik erachter kwam dat ik er twee bij me had. Ik heb het alleen maar bloedheet in de auto. Maar we picknicken op een prachtige plek met uitzicht op de besneeuwde bergen, met op de achtergrond geluiden van het kloosterfestival.
De Gasa Dzong is ook weer een heel belangrijke in de geschiedenis. Gasa dzong werd gebouwd om een overwinning op de Tibetanen te markeren en het land verder te verdedigen tegen invasies in de 17e en 18e eeuw. Gelegen op een hoogte van ongeveer 2800 meter, zou de Dzong in 1640 zijn gebouwd door ook weer Zhabdrung Namgyal boven de grot waar werd gemediteerd door de Tibetaanse heilige Terkhungpa. De Gasa Dzong speelde in de 17e eeuw als een Shielding-kamp en is vernoemd naar de beschermende godheid van het district, Tashi Thongmon. De forten zijn verschillend met een cirkelvormige bouw en drie wachttorens. De lokale bewoners zeggen dat Terkhungpa, die bedreven was in ijzerbewerking, woonde en werkte in het gebied, bekend als Garasa, wat letterlijk 'het land van de smid' betekent. De drie Ta Dzongs werden twee keer door brand verwoest.
Als we aankomen bij het kloosterterrein horen we al onheilspellende muziek: Kuenzeng vertelt me snel dat voordat we binnen de muren komen dat dit de Dance of Judgement is. Oftewel, het oordeel of je naar de hemel of de hel mag kort door de bocht. Het is een kabaal van jewelste, de muziek maar ook daarbij het gejoel van dansers en publiek als de dood in de vorm van een enorme gemaskerde reuzengestalte (de dd0d) wordt rond gevoerd in een cirkel met muziek en alles en iedereen er rondom. De paar toeristen (de fotografen herken ik van gisteren) die er zijn lopen er tussendoor om maar wat op de plaat vast te kunnen leggen en ik ook stort me tussen alle drukte. Wat is dit fantastisch!!! Op een gegeven moment vormt zich een slinger aan mensen zich achter de dood, die als ik het goed begrepen hebt, wordt verpersoonlijkt door Manjusri. Er wordt gedanst en ondertussen heeft de dood een plaats gevonden en gaat hij iedereen zegenen. Voor ons westerlingen lastig te bevatten dat de dood dan weer in een positieve gestalte komt. Bij de zegening ontvang je een gekleurd koordje dat je om moet binden en wat zwarte zaadjes, weet niet wat, zagen er te groot uit voor mosterdzaad, nog eens navragen. Jong en ook heel oud (ondersteund of niet) gaan er langs. Het duurt een hele tijd, dus ik kuier wat rond en maak ook wat foto's van het publiek. Het is natuurlijk net als gisteren ook een sociaal gebeuren. Ik zie hier ook voor het eerst mannen met een blauwe sjaal, dat zijn kennelijk overheidsfunctionarissen van het parlement.
Als iedereen gezegend is gaat het verhaal weer verder, het is complex om uit te leggen, maar als de zwarte man op de grond een van de gemaskerde dieren herkent uit zijn voorbije leven, mag hij naar de witte figuur en dat is dan de hemel. Maar dit is geloof ik nogal kort door de bocht. Ik versta het niet altijd goed vanwege de herrie en toch wat accent hier en daar en het is allemaal ook zo'n complexe materie, maar desondanks geniet ik met volle teugen van wat ik allemaal zie en hoor. Hier en daar nog wat foto's natuurlijk van mooie mensen. Ook hier weer vrouwen uit Laya (de laatste stop tot Tibet) met hun bijzonder hoofddekseltjes, maar vooral ook veel mooie Gho's en kira's.
Ik zoek mijn mannen weer op en we gaan nog even naar de Dzong zelf kijken die nogal imposant is en rijden zeer tevreden weer naar het hotel. Morgen uurtje vroeger op: een lange reisdag voor de boeg via Trongsa naar Bhumtang.
Geschreven door Jacquelijne.opreis