Na een aantal dagen schitterend weer kon het niet uitblijven; het kwam met bakken uit de lucht naar beneden vallen. Of zoals Tsering opmerkte: It’s raining cats and dogs (hadden we hem gister geleerd), but maybe tomorrow it is raining horses and yaks. We hadden veel lol. We renden naar het restaurant waar we gister ook hebben ontbeten met een kop noedelsoep en waren weer helemaal reisvaardig. Off we go: nog een stukje hoger, naar de 4000 m! Een enkele keer hebben we nog wat tintelingen hier en daar, maar ik voel me kiplekker (we hebben ook veel geslapen laatste dagen, of in ieder geval op bed gelegen). Het is een paar honderd km rijden, maar misschien doen we er wat langer over als het zo blijft gieten.
Als we tussen de bergen slingeren, zien we al snel overal langhangende wolken, we rijden er zo tussendoor. Fascinerend is dat, toen ik met de kinderen in Mexico was, zagen we dat ook, maar niet zo extreem. Onderweg natuurlijk weer heel mooie huizen, nu zie je veel meer okerkleurige huizen, mooi! Bij de tweede fotostop, moet ik toch even mijn koffer hebben, het is verdomd koud en mijn donsjack komt goed van pas! Op een gegeven moment stoppen we ergens (dat doe je hier gewoon hoor, midden op de weg, moeten de anderen maar opletten, pfffff). Ik zat wat te lezen en moet even schakelen. Tsering gaat al naar buiten met zijn iPhone om foto’s te maken en dan zie ik het: gieren en niet alleen gieren maar ook botten, duidelijk menselijke resten, een bekken met een stuk ruggegraat. Het is misschien wat macaber (ruikt ook niet erg fris), maar wel intrigerend, een groot aantal gieren daar bezig te zien en dan op de achtergrond de dreigende wolken. Natúúrlijk moet ik foto’s maken. Komt er zo’n Tibetaan druk gesticulerend naar met toe? Het zijn toch niet de edele restanten van zijn schoonmoeder die daar liggen? Twee vingers voor mijn neus, Tsering staat achter hem te lachen: hij moet 2 Yuan als we foto’s maken. Ach ja, we zijn de kwaadste niet, voor een kwartje…..
Nog even verder is er een werkelijk magnifiek punt waar we heel hoog staan en waar je heel goed de laaghangende wolken ziet, en aangezien het regent zijn de contrasten groot. Werkelijk magnifiek.
Het blijft een mooie tocht, maar ondertussen van die kou en het toch behoorlijk veel drinken vanwege de hoogte, maakt dat ik natuurlijk weer moet plassen, het zou nog een uur rijden zijn, en dat redt ik wel, maar ben er achter dat ik meestal er een half uur bij moet tellen. Nou ja, hopla dan maar. Lunchen in stijl wordt het niet meer onderweg heb ik begrepen en wachten tot we in Litang zijn en eer we daar zo ver zijn, duurt ook nog wel even. Maar niet getreurd, er is in China natuurlijk altijd nering en de auto keert midden op de weg, hetgeen een claxonconcert veroorzaakt en we rijden 100 m terug naar 2 tenten en 3 biertafels, waar grote bakken kant-en-klaarnoedels op staan en enorme thermoskannen. Prima voor een keer. Maar we gaan nog even in het ene tentje kijken dat geen winkeltje is. Mijn hemel, ben wat gewend, maar wat een smeerboel. De man is nomade, kennelijk een soort van SRV-man dus, want hij had ook curd (yoghurt) van Yakmelk natuurlijk en hij was net Yakkaas aan het maken. Getverderrie wat een smeerboel. Natuurlijk gestookt op gedroogde Yakdrollen, maar die zijn droog en stinken niet, maar wat er in die pan aan het inkoken was, zag er niet bepaald hygienisch uit, de lucht die eraf kwam…Ranzig! Nu snap ik waarom de meeste Westerlingen niet zo dol zijn op dat Yakgedoe (alhoewel de Yakmomo’s gister best goed waren, net Duitste biefstuk, er zal vandaag of morgen ook wel ergens een Yakburger naar binnen gaan denk ik zo maar). In de rest van de tent lag verder allerlei ondefinieerbare rotzooi.
Gelukkig zitten de kant-en-klaar-noodles keurig met een plastic uitvouwvorkje verpakt en allerlei plastic zakjes met kruiden en vulling die erin moeten, dus dat komt goed. De beste man is zeer gastvrij en ja hoor, daar komt een van de kinderen (er komen er uit allerlei hoeken en gaten gekropen) aan met stalen mokken. En hij met een ketel ……oh nee…. Yakmelkthee. We hebben heel beleefd de helft van het mokje leeggedronken, maar dat is hier geloof ik eerder een aanmoediging om bij te schenken. Maar Tsering had Adrie zijn gezicht gezien en zei de beste man, dat we niet zo gewend zijn aan melkthee. Eerlijk is eerlijk het was minder erg dan verwacht, maar om nu te zeggen, neem ik mee voor thuis, nee dat niet. Ben alleen bang dat we nog een keer ergens echt YakBOTERthee krijgen met zout. Dat zou echt niet te hachelen zijn…en met tsampa er in...
Na wat zoeken in Litang vinden we het guesthouse in een zijstraat dat er aan de buitenkant niet bijzonder aantrekkelijk uitziet. Gordijnen dicht enz. Maar binnen is het prima, de ontvangst zeer hartelijk en de eigenaar spreekt zeer goed Engels. De kamers zijn wederom brandschoon, fijn tafeltje met TV erop waaraan ik kan zitten schrijven (beter dan op bed), twee rotan stoeltjes, een theetafeltje en zelfs een staande kapstok. WC is op zijn Frans, maar gelukkig wel op de kamer en ook weer buitengewoon schoon en netjes, alleen zit alles er los en de bedden zijn ongelooflijk hard. Het guesthouse is hier nog maar open sinds 2009 en sinds die tijd zit denk ik ook nog onze kamerdeur in plastic geseald. Zo blijft hij lekker schoon!
Om 1800 uur gaan we met gids en chauffeur lekker eten (hopen we), mag wel na een sobere lunch. Eerst wat lopen in de hoofdstraat waarin misschien wel 100 winkeltjes en restaurantjes aan weerszijden naast elkaar zitten, zag er erg gezellig uit vanuit de auto.
En idd was het gezellig. Klein eettentje, heerlijk gegeten! Gek genoeg zijn alle tintelingen die we hadden van het hoogteverschil (vingertoppen, tenen, wangen) grotendeels verdwenen na het eten. Litang is een van de hoogst gelegen steden ter wereld. Ik heb er al meerdere gehad; in de Spiti vallei waar ik Vrindra ontmoette, samen met Adrie 4200 m, in Lapaz, waar de luchthaven op 4100 m lag. Ons fietstochtje dat daar begon (de death road op 4200 m).
En wat leuk al die winkeltjes met met name ook Tibetaanse spullen, hele stukken boter, veel zilver- en goudsmeden, eettentjes en natuurlijk van die flaphoeden uit de jaren 70 waar je de vrouwen mee ziet en waarbij je je afvraagt waar ze die in vredesnaam vandaan hebben. Hier dus. Het lijkt hier soms net een seventies revival. De mannen dragen hier cowboyhoeden en leren jassen en van die lange Tibetaanse mantels, met een arm vrij en aangesnoerd met een brede riem. Hopelijk krijg ik die morgen op de foto. Was nu al wat donker en ik had alleen mijn kleine camera bij me en die is niet zo snel. Heeft zoals Adrie zegt wel wat weg van het wilde westen. Zo'n lange straat met aan weerszijden winkeltjes, allemaal min of meer even groot, zelfde deuren als ze dicht zijn en recht dak. Morgen eerst ergens buiten ontbijten, dan klooster en geboorteplaats van de derde of vierde Dalai Lama (volgens Wikipedia nr 7 en 10). Vroeger was deze streek Kham, deel van Tibet.
Tsering heeft me ook verteld hoe dat nu in zijn werk ging bij die Tibetan Childrens Villages. Als kind of zoals hij, jongvolwassene betaalde je iemand die je voor veel geld de grens naar Nepal over smokkelde, een barre tocht van een zes weken door een ijskoude besneeuwde Himalaya. Zodra hij de grens over was, moest hij het verder maar zelf doen tot de hoofdstad van Nepal, Kathmandu. Er ging een monnik mee en nog een aantal jongere kinderen. Een kind werd door een politie-kogel getroffen, ze waren er natuurlijk illegaal. Sommige kinderen verloren vingers en tenen door bevriezing (heb daar over gelezen). In Kathmandu waren opvangkampen voor Tibetaanse vluchtelingen, daar regelden ze verder alles. Vanuit Nepal kon je namelijk beter aan papieren komen, vanuit China lukt dat niet. Er ging een bus naar New Delhi (dagen lang) en daar gingen degenen die in het klooster wilden naar het zuiden en degenen die wilden studeren naar het noorden zoals hij dus. Ze gingen naar Daramsala, naar het Tibetan Children Village. En inmiddels is hier de stroom uitgevallen… gelukkig kan ik bij het licht van mijn laptop de waxinelichtjes makkelijk vinden. Maar eer ik ze goed en wel aan heb, is de aggregator aangeslagen. Leve de moderne tijd!
Geschreven door Jacquelijne.opreis