Weer na Adrie onder de douche en na aanvankelijk even warm water (na precisietoestanden om warm en koud te mengen, weer koud water net als ik helemaal ben ingezeept) ontbeten en weer op pad. Het is hier in Colombia geen uitzondering. Het tegendeel, als je een keer gewoon kunt douchen is dat heel bijzonder. Als je als eerste gaat (maar Adrie is matineus en ik niet) dan heb je doorgaans de meeste kans op -stabiel- warm wate . Als ik dan ga douchen vraag ik in een nieuw hotel aan Adrie de gebruiksaanwijzing, want overal is het anders. Meestal krijg ik dan wat lauwwarm water dat al snel koud wordt en in het beste geval daarna loeiheet. Om geen brandwonden op te lopen (anders zien de mensen me nog als fervente strandganger aan) moet er dus koud bij. Met mate, op de millimeter anders sta je na 10 seconden ineens toch weer onder een superkoude douche. Ok. Soms lukt het. Denk ik. Dan ben ik helemaal blij, maar zet er iemand anders ergens een kraan uit, is een stortbak volgelopen of iets dergelijks en krijg ik ineens een heleboel -meestal loeiheet- water en dan moet ik weer… affijn vul zelf maar in. We hebben in het hele scala van eco-tot sjiek boutique hotel nog nergens van een gewone lekkere Hans Grohe Thermostaatkraan mogen genieten. Ik zou zeggen: Hans, er is hier een wereld te winnen.
Dat geldt natuurlijk ook, als ik dan toch bezig ben, voor de staat van de bedden. De VanderValk-standaard is nog niet behaald. Vanochtend kwam ik mijn bed haast niet uit, maar dat kan ook liggen aan de toch wat stevige wandeling bergaf? Misschien gaat het bed vandaag ons nog verrassen in onze junior suite in het Alfiz hotel in Cartagena? Ik denk het niet. Het lijkt erop dat we in een film van begin vorige eeuw zijn beland of in een museum. Het hotel is werkelijk prachtig ondergebracht in het oude centrum van Cartagena waar we eind van de middag arriveerden. In de gekte van het oude centrum met zijn smalle straatjes en veel verkeer. Naar verluidt zijn er themakamers en hebben wij thema: Godsvruchtigheid of zoiets. Ik wil eigenlijk het liefste het kruisbeeld boven het bed gelijk ergens in een kast stoppen, maar mag dat niet van Adrie. Ik geloof niet dat ik zou kunnen slapen onder zo’n amechtig kijkend heerschap met dubieus verleden.
Op onze parterre (we slapen op een vide) zitten we nu in middeleeuws aandoende stoelen (die van geen meter zitten, maar zeer rustiek aandoen). Achter mij hangt een schilderij uit de koloniale tijd waar een prediker of zo, waarschijnlijk Pieter Claver die hier tussen 1700 en 1756 bekend stond als slavenpriester, de “zwartjes” zegent en bekeert. Ik denk dat hij het is, want hij heeft een aureool en is door een of andere paus in achttienzoveel heilig verklaard en volgens mij krijg je dan de bij die status passende aureool op je afbeeldingen.
Gelukkig hangt er in het trapgat ook nog een schilderij met een man met een luit en een paar zingende monniken als tegenwicht.
We lopen even het oude centrum in wat behoorlijk toeristisch is en waar je dezelfde zooi koopt als overal op de wereld. Maar ook sigaren en sloffen sigaretten. Je zit hier natuurlijk niet zover van Cuba. We strijken neer op een van de weinige terrasjes waar we worden overvallen door een Nederlandse lerares die kennelijk om een praatje verlegen was, alles beter wist en bijzonder aanhoudend en geen enkel benul had van enige sociale vaardigheid dat als je na 5 min weer met zijn tweeën in gesprek gaat, je dan je waffel moet houden. Onderweg naar het hotel komen we langs een goede bistro (ik had het al geroken toen we op de heenweg passeerden- een stevige knoflooklucht) en eten echt goed met een lekkere fles Chardonnay.
In het hotel drinken we in de mooie bibliotheek nog een kopje koffie. Het is werkelijk wel heel mooi verzorgd hier allemaal.
Morgen gaan we maar eens een beetje uitslapen en de stad verkennen.
Onderweg had ik nog een paar foto's gemaakt al rijdend, het valt me weer op dat je eigenlijk overal je hetzelfde beeld treft in derde wereldlanden en landen met een opkomende economie.
Geschreven door Jacquelijne.opreis