We reden een stuk dezelfde route als gisteren via Isnos, maar in het plaatsje zelf reden we nu noordwaarts. Zodra we het National Parque Puracé inrijden is het gedaan met de geasfalteerde weg. Onze chauffeur had ons al gewaarschuwd: zeker twee uur slechte weg. Niet alleen het wegdek is hier slecht, we vliegen alle kanten op. Heel aangenaam met mijn sinds vannacht weer vastzittende linkerschouder dankzij de enigszins harde bedden hier. We stoppen ergens waar volgens Dario een waterval is, maar hij is abuis, het blijkt pas een half uurtje verder, maar niet verkeerd om even te kunnen stoppen, want het is wel heel intensief rijden voor hem. Ik maak nog maar even gebruik van de “bagno nature”, maar het is hier niet alleen heel mistig op zo’n 3000 meter, maar ook nog eens heel vochtig en drassig en ik zak lekker met mijn half-open schoenen in de blubber. Fijn.
Zoals eerder vermeld worden de wegkanten erg goed bijgehouden en geveegd. Zo ook hier. In de mist oefenen vele mannen ook hier voor het Nationaal Kampioenschap Bosmaaien, dat hier toch wel de nationale sport lijkt te zijn. Zo af en toe doemt er ineens weer een vrachtwagen voor ons op en moeten we noodzakelijkerwijs door nog meer kuilen om erger te voorkomen.
Eindelijk zijn we het park uit nadat we dan toch nog weer moesten stoppen bij een waterval (ik weet niet wat dat is, die stomme watervallen die eigenlijk niets bijzonders zijn, tenzij je je hele leven al onder een steen hebt gelegen). Ik maak braaf wat foto’s die ik daarna weer wegdoe.
Onze Dario heeft een brave inborst en geeft wat kleingeld aan mannen die wat gaten in de weg proberen te dichten met keien en heeft speciaal voor een roedel wilde honden die daar hun eigen territorium hebben, een pakje koekjes klaarliggen. Volgens hem stopt iedereen daar om die honden wat toe te werpen wat verklaart dat ze bepaald niet hongerig erheen lopen.
Wel leuk is de plant die op een soort van palmboomstam staat en die water zou maken, het lijkt een kip en ei verhaal want ze staan hier gewoon in het water en de drassige grond. Hij heet de Fraileon plant. Hij haalt dus kennelijk vocht uit de lucht (een bepaald eco-systeem tussen 3500 en 5000 m. de paramos).
Als we dus eindelijk na een paar uur hobbelen het park uit zijn, is ook de weg gelijk weer goed. We stoppen al snel ergens bij een heel klein armoedig huisje waar we een koffie kunnen drinken. Op dat moment komt net de SRV-man langs(voor de wat ouderen onder ons een bekend fenomeen). Zie de foto met het meisje met een dekentje om zich heen. Net als de SRV-man had hij ook alles bij zich: bananen, uien, ander fruit kippen en een varken. Niet gekoeld, maar dat was kennelijk niet nodig, want het was daar toch al erg koud. Het meisje vertelde me heel serieus dat ze daarom een dekentje om zich heen had (met dank aan Dario voor de vertaling). Het is er een komen en gaan van – denken we – familie of aanverwanten en we zetten onze tocht weer voort.
Het landschap verandert ineens vanwege de hoogte (3200 meter) geen koffie meer, maar grasland en hier en daar een boom of struik. Het is met de donkere lucht en zijn mooie tinten groen buitengewoon mooi.
Op een gegeven moment moeten we nogal remmen net na een bocht en lijkt er een filetje te zijn. Als we een nogal gehavend rood autootje zien, begrijpen we het gelijk. Een ongeval. Als we dan toch stilstaan wat vast nog even duurt, gaan we maar kijken. Triest. Een jongeman met een lichte motor, vanzelfsprekend zonder helm in de bocht gecrasht, beiden hoogstwaarschijnlijk over de middenlijn in de bocht, lekker hard.
Al snel komt er een ambulance aangereden, het is nog van de oude stempel. De jongen leeft nog want hij kan zo te zien zijn hoofd nog wat bewegen, maar we willen niet denken aan het letsel dat hij verder heeft opgelopen en aan alle gebroken botten. Het is hier nog van de oude stempel, niets van een nek stabiliseren of wat dan ook, voorzichtig met hulp van de omstanders wordt hij op een brancard gelegd, die niet meer is dan een 3 cm dikke kunststof plank met een paar gaten aan weerszijden. Hij wordt zo in de ambulance geschoven, waar verder ook geen apparatuur of wat dan ook aanwezig is. Geen idee of hij levend Popayan gaat halen, dat toch nog een klein uurtje rijden is, maar het dichtstbijzijnde ziekenhuis.
Tot Popayan komen we nog twee keer een ambulance tegen, een keer tegemoetkomend en een keer ons passerend terwijl we wachten bij wegwerkzaamheden, dat zal dan wel dezelfde zijn geweest heen en weer. En nog eentje in Popayan, zou het daarom hier een gevaarlijke regio zijn ?
Ik ga met mijn feloranje trui maar om de bocht staan om aankomend verkeer te laten stoppen, want we staan net om de bocht stil en voor je het weet is onze auto een harmonica. Gelukkig is het geen erg drukke weg en kunnen we zodra de ambulance is vertrokken ook weer verder.
Het oude gedeelte van Popayan is helemaal wit, en daar ook om bekend. We logeren in kennelijk een van de beste hotels hier en idd alles is netjes en onlangs gerenoveerd na de aardbeving hier van 1983. We lopen nog maar even de stad in, maar het is overal rumoerig en we willen gewoon ergens lekker een biertje drinken met wat te eten erbij. Dat valt hier niet mee. Uiteindelijk vinden we wel wat waar we naast het biertje iets onbestemds in een bananenblad eten en het is wel te doen.
Ik ben inmiddels doodmoe van de reis en die rottige schouder en ga wat liggen lezen. Eten doen we bij een Italiaan die hier in de buurt zit en bij de top 10 van TripAdvisor zit. Het eten is prima, jammer van de enorme straatherrie, die de heerlijk rustige jazzmuziek hier van Louis Armstrong en Ella Fitzgerald die hier uit de boxen komt nogal verpest.
Morgenochtend rondleiding met een gids, we gaan het zien.
Geschreven door Jacquelijne.opreis