Gisteravond zijn we alvast naar het Intercityhotel in Hoofddorp gegaan voor een voorovernachting. 5 minuten lopen van station Hoofddorp. Heel praktisch, alleen moet je een dijk over en is alles prachtig aangelegd, alleen hebben ze er niet aan gedacht dat het merendeel van de gasten naar Schiphol gaat en (zware) koffers bij zich heeft en bij de mooi aangelegde trap hebben ze dus niet even een schuine baan gelegd. Eroverheen mooi Hollands landschap: een graan veld en recht een enorme bloeiende biodiversiteitsstrook. Nu bleek het hotel over een robot te beschikken die drankjes van de bar afleverde bij het restaurant. Jammer genoeg hadden ze geen robot achter de receptie, het duurde eeeeeeuwig. Maar goed, kamer prima, nog even een biertje in de bar. Zaterdag gaat de wekker om een voor mijn afgrijselijk vroeg tijdstip: 05.45 uur. Zo ongeveer Adrie zijn normale tijd. We zijn met de Sprinter ook binnen 5 min op Schiphol, keurig de voorgeschreven 3 uur tevoren. Tegenwoordig heb je geen enkel idee. Zoon Frank miste onlangs bijna zijn vlucht omdat je allemaal persoonlijk moest inchecken bij de balie, ook al had je geen koffer. Uiteindelijk wilde hij natuurlijk zijn gig in Budapest niet missen en is hij door vriendelijk te vragen bij de businessclass snel nog geholpen. Niets van dat alles, binnen 20 min koffers gedropt, douane en security. Zo ongeveer weer een record. Dus lekker alle tijd om te ontbijten op Schiphol. In het hotel hadden we al een krentenbol en een kop koffie op de kamer, dus we leden weer niets.
Prima plek in het vliegtuig en inmiddels is 10-11 uur vliegen voor ons geen probleem meer. Het eten was prima (dat was een aantal jaar terug bij KLM een stuk minder) en we landen begin van de middag in Colombia. Dan is het in Nederland al half 9 ’s avonds. Hier ging het wat minder vlot: 45 min bij de immigratie. Voordeel was dat we niet meer op de koffers hoefden te wachten, konden we zo meenemen ( of die van iemand anders als de die meer aansprak, want alles lag daar zo en geen hond die ergens op lette. Daarom hebben we maar van die felgekleurde banden om de koffers zodat je ze goed herkent). Volgens het meisje (industrieel ontwerper) die dit als extra deed, waren we vlot: het kan in het weekend in het hoogseizoen gerust 2-3 uur duren). We moesten ruim een half uur door wat file richting de bergen want ons hotelletje lag hoog. En onze kamers nog hoger (nogal een uitdaging met de koffers over 2 zeer smalle en steile wenteltrappen). We installeren ons een beetje, maar gaan snel al lopen richting Plaza Bolivar waar we in de buurt wat te eten zullen zoeken. We zijn moe en verreisd… Het gaat supersteil naar beneden, wat natuurlijk impliceert dat we ook weer supersteil omhoog moeten terug naar het hotel.
Het is gezellig druk, hier en daar wat militairen, ook een militair museum enz. Maar voor alle musea en bezienswaardigheden dat het meisje dat ons oppikte ons uitgebreid aanwees en vertelde hebben we geen tijd, we vertrekken morgen alweer vroeg richting Villavieja, een lange dagrit waar we de dag erop de Tatacoawoestijn ingaan. Maar ook veel herrie; een saxofonist die met een band meespeelt en is blijven hangen in het stadium: toeteren. Hij neemt het op tegen een doedelzakspeler, jawel. Ook aan hem is het grote talent voorbij gegaan, nu is doedelzak altijd nogal doordringend, maar als het ook nog erg vals is en wordt begeleid door een zo mogelijk nog valsere fanfare (die we niet zijn maar enkel horen),dan heb ik het wel weer even gehad met live muziek.
Plaza Bolivar is ook niet erg indrukwekkend, er zijn kraampjes met goedkope zooi, en ook weer allerlei herrie gedoe. Een man van een jaar of 70 in een geel-rood pipopak spreekt kinderen aan, bij hem hoort denk ik ook een kraampje met onduidelijke versnaperingen. Ik ben moe en wil de herrie maar uit. De basiliek kun je ook niet in zijn volle breedte zien, aangezien die kraampjes ervoor staan. Adrie ziet een soort van restaurantje in de straat naast de basiliek waar net met veel gedoe onderdelen voor een baar voor een processie opgeladen worden, we zijn per slot van rekening in een katholiek land en er zal morgen wel ergens een processie plaatsvinden.
Het Colombiaanse biertje is ok, de schotel met tapas is vet (alles is gefrituurd, zelfs de chorizo), melig, muf en smakeloos. Jammer. We verwachten ook geen echte hoogstandjes, maar van Mexico herinner ik me prima eten. Cuba was zeer magertjes en Bolivia ronduit hopeloos met zijn 20 jaar geleden gedroogde aardappelen die ze dan weer tot leven wekten, zoiets was het dus ook denk ik. Wel had ik er een mooi uitzicht, een dame in felroze is 20 minuten bezig geweest selfies van zichzelf te maken.
We hadden nog wel zin in wat. Onderweg terug stoppen we nog bij een pizzeria waar we dan nog de nodige calorieën scoren. Die lopen we er weer af naar boven. Ook zie ik onderweg wel weer mensen in vuilnisbakken en zakken scharrelen. Triest. We zitten op bijna 2700 meter en we hijgen als oude stalpaarden. We stellen ons steeds een doel: tot die boom, tot dat balkon…
We gaan om half 9 plaatselijke tijd slapen en zijn helemaal kapot. Dan de wekker maar goed vroeg en verslag schrijven. Sowiesokijken of we ergens wifi hebben, op de kamer niet in ieder geval.
Geschreven door Jacquelijne.opreis