Vandaag gaan we op route in de Chettinad regio in Tamil Nadu
Onderweg stoppen we even langs de weg op een plaats waar ze allemaal cashewplantages hebben en waar dus ook de noten worden verwerkt. De cashewnoten zijn eigenlijk de zaden die onder een appelvormige schijnvrucht hangen. Ze worden in het geheel een keer in de hete as geroosterd, dan open geslagen met de hand en een soort stenen hamer (stuk voor stuk!) en dan nog een keer geroosterd waardoor het vlies makkelijk loslaat. Arbeidsintensief. We kijken en natuurlijk maak ik wat foto’s waarna we vanzelfsprekend wat noten kopen. Ze zijn heerlijk.
We gaan op een gegeven moment van de doorgaande weg af en Mutu moet een paar keer vragen, geen idee wat we gaan doen. Het is een bezoek aan een voorouderstempel. We komen aan bij een mooi geschilderde goed onderhouden poort en dan zie ik aan weerszijden allemaal terracotta paarden, oud, verweerd en kapot gegaan door de tand des tijds. Als ik verder kijk, staan ze aan weerszijden van het pad, zo ver je maar kunt kijken. Ieder jaar is er een soort van puja waar dan iedere familie weer zo’n paard meebrengt. Overigens zien we hier weinig “nieuwe” paarden. Wel helemaal achteraan een aantal beelden, met sesamolie overgoten en met sjaals eromheen enz. Er is een priester die ons natuurlijk weer een stip op het voorhoofd zet en een vriendelijke doofstomme man die ons wat uitleg probeert te geven. Achter de voorouderbeelden liggen nog wat kleine paardjes. Deze worden er gezet door mensen die graag kinderen willen en waar het maar niet bij opschiet.
Als we terugrijden komen we weer langs een tempel waar duidelijk nu wat aan de gang is. Er liggen een hele rits kippen en hanen met de poten aan een stok vastgebonden te wachten op een zeker einde. Vrouwen sorteren rijst (de steentjes eruit) en buiten wordt onder luid gebler (totdat er iemand een mobiele telefoon met kennelijk een filmpje erop bij de kleine houdt. Het is een ceremonie van een kind dat ook weer een jaar wordt en moet worden kaalgeschoren (met het mes). De man die het kind vasthoud vertelt me later dat hij een oom is en dat hij in Singapore woont. De broer van de vader of moeder is een soort peter zoals dat bij ons zou zijn en derhalve houdt hij dan ook het kind vast. Als je geen broer hebt, een zus kan hier ECHT niet, dan moet het maar een neef ofzo zijn. Nou zeg ik: Lekker geëmancipeerd hier. De oom heeft duidelijk heel wat meer ontwikkeling dan de rest van de familieleden en verzamelde dorpelingen en moet er wel om lachen. De dames gaan de rijst nog stampen en koken en de mannen gaan naar een boerderij zich over de kippen ontfermen. Duidelijke taakverdeling ook weer hier. We nemen afscheid nadat Adrie het laatste kleingeld heeft achtergelaten, moge wel duidelijk zijn dat dit moest.
In de auto vraag ik Mutu of hij wat geld kan wisselen want we hebben nog maar alleen 500 rupee biljetten. Onderweg stoppen we bij een ATM en hij gaat daarna met Adrie mee in de bank om daar wat te wisselen. Ze hadden ook niet kleiner dan 100, maar is toch weer beter dan niets.
Onderweg naar de lunch komen we langs de weg nog zo’n vooroudertempel tegen, deze keer met ook nieuwe felgekleurde paarden erbij.
En omdat we in de Chettinad regio zitten, zien we ook nu de vaak enorm grote, rijk versierde huizen die afgelopen anderhalve eeuw hier zijn weggezet door de rijke Chettinatters. Mensen met een uitstekende handelsgeest, vaak in financiën of juwelen. Maar het merendeel zit allang in het buitenland en heeft hier een paar huisbewaarders erin zitten. Een enkeling heeft het als heritagehuis opengesteld waar je voor twee kwartjes binnen mag kijken, maar veel zagen we niet. Wat grote kale hallen, een enkel verdwaald meubelstuk en wat zooi. De kamers allemaal afgesloten. En een paar handige jongens hebben een en ander omgetoverd tot luxe hotel. Alle zwarte schimmel aan de buitenkant verwijderd dan wel er gewoon overheen geschilderd et voilà.
Als we samen met Mutu ergens lokaal geluncht hebben, mag ik bij zo’n luxe hotel gaan plassen. Ik keek mijn ogen uit. Het “restaurant” had geen sanitaire cel. Het eten was natuurlijk weer prutjes op een bananeblad. Ook mutton (geit is dat hier). Nou die mogen ze van mij houden. Als we klaar zijn rollen we netjes het bananenblad naar ons toe op (van je af betekent dat je nog net geen ruzie zoekt) en kiep ik snel het bakje met gestoofde geitendrellen erin om zodat het net lijkt of ik het netjes op heb gegeten.
Overal zien we onderweg nog van die grote oude huizen opduiken. Wel bijzonder. Het hotel in het dorpje Karaikudi is ook een heel mooi heritagehotel. Er hebben een schitterend ruime kamer met prachtige tegelvloer, mooie koloniale meubels en een uitstekende moderne badkamer.
Het was echt super heet vandaag en eerst maar eens even een dutje in het hotel en dan lopen we naar het dorp (meestal zitten we ver van de bewoonde wereld). Het is weer ongelooflijk leuk, kleurrijk en rumoerig. We drinken nog ergens een flesje prik, want het is toch om half 6 ook nog ongenadig heet. Ik vraag de dame die er werkt of ik een foto van haar mag maken omdat ze zo'n schitterende lach heeft (dat moet een andere gast voor me vertalen. Natuurlijk mag het! Als we teruglopen, hebben we een alternatieve route, waardoor we een beetje de weg kwijtraken, net als Maps.me zowaar. Maar we komen aan de ene kant weer heel mooie huizen tegen en een paar honderd meter verder armoedige huisjes in een achterstandswijkje waar we door iedereen bijzonder vriendelijk en enthousiast welkom worden geheten. Bijzonder is dat.
Eten doen we in het hotel. In een sneltreinvaart. We zitten nog niet of we krijgen een boord bloemkool-wortelsoep, erg lekker en dan de uitleg van het menu, mutton hier, mutton daar (Mutu had al verteld dat ze hier nagenoeg alleen maar geit eten), dus we doen maar of we volledig vega zijn en we hebben heerlijk gegeten. Het ene na het andere , compleet verschillende gerechtjes werden opgediend door een leger aan obers. Leuke en lekkere ervaring.
Geschreven door Jacquelijne.opreis