We hebben heerlijk geslapen, zowaar een zacht 30 cm dik matras (lattenbodems of zelfs spiralen doen ze hier nergens aan) al moest ik vannacht nog wel een keer wat dweilen in de de badkamer. Het lukt de Aziaten slechts zelden om een goed werkende, praktische badkamer te ontwerpen en vooral ook goed te onderhouden, zodat alles functioneert en er niet altijd van alles los zit. Een keer hier douchen zonder dat de hele vloer blank staat is een unicum. Ik was dus in bad gaan liggen, heerlijk. Maar kennelijk is de overloop niet aangesloten op de afvoer en loopt het zo tussen het bad en de ombouw. De kit is natuurlijk in geen 20 jaar vervangen en na een uur stond er ruim een cm water in de badkamer en daar was verder geen putje. Dweilen dus… en gedurende de nacht kwam er nog meer. Onderhoud plegen is hier niet echt belangrijk lijkt het wel. Maar goed. Kijken wat de dag ons gaat brengen. We gaan vandaag als het goed is nomaden “doen”, maar Tsering had uiteindelijk de agent Angela aan de lijn gehad, vaag verhaal, kon niet helemaal volgen, maar we draaien het programma om. Ok , doen we vandaag kloosters, maakt het uit. Terwijl we in het eerste klooster zijn, komt er ineens bericht dat we vanmiddag kunnen lunchen bij nomaden ipv morgen, ook goed.
We starten met het Ganzi-klooster (Garzi Gompa). Het is een groot klooster, maar als we wat naar binnen kijken in een bijhal, lijkt het allemaal niet zo heel erg rijk. Behalve die ene Tara, die gelukzalig lijkt te kijken naar de Yuan biljetten in haar handen! We moeten langs de kloosterkeuken door een deurtje naar de hoofdhal (jammer genoeg mag ik geen foto’s maken, maar in de keuken schiet ik er stiekem toch wat. Zo’n heerlijke zooi ook weer. Aan de linkerwand van de hoofdhal honderden kleine met goud bedekte beeldjes van Sakyamuni (Siddhartha Gautama = de eerste “Boeddha”, de eerste verlichtte). In de tweede hal een groot beeld van Jampa (Maitreya = de boeddha van de toekomst). Wel lastig soms, de namen zijn verschillend in het Chinees, Tibetaans en wat doorgaans in India en bij ons wordt gebruikt, lekker verwarrend en dan hebben ze doorgaans ook nog vele verschijningsvormen. We moeten wel opschieten, want die monnik heeft er niet zoveel zin in, en kijkt me nogal vuil aan als ik ergens te lang naar sta te kijken, maar ja, hij stond ook in de keuken en wellicht brandt er iets aan... Er staat nog een groep van een man of 10 en ik vraag waarom die dan niet gewoon met ons mee naar binnen mogen. Nee, zegt Tsering, dan kan niet, want jullie zijn VIP’s als westerlingen en dat kan dan niet samen. Ok .
De aankomsthal (we doen alles kennelijk in omgekeerde volgorde) is de centrale hal, waar een muur vol beeldjes tot aan het hoge plafond raakt. Het heeft wel wat weg van de Indiase sculpturen van de torens van de tempels van Madurai in Zuid-India. Verder is die hal niet heel bijzonder, maar die muur is wel smashing.
Het klooster is ruim 500 jaar oud, maar voor een deel natuurlijk verwoest en weer opgebouwd. Ik hou toch wel erg van die wat oudere kloosters, merk ik weer op deze reis. We hebben vanaf hier ook prachtig zicht op de bergen (weer dezelfde sneeuwbergketen als gister-) en de mooie afwisselend groene veldjes. We kunnen ook hier een van de drie belangrijkste stupa’s goed zien. En ook hier zijn natuurlijk weer overal bouwwerkzaamheden. Als ik had geweten dat het vandaag weer kloosters zou worden, had ik overigens wel mijn sandaaltjes aangetrokken ipv mijn onafscheidelijke halfhoge wandelschoenen die alles trotseren, maar nogal nauw letten met veteren.
We vervolgen onze kloostertocht naar het Gurlun Monastery, een mooi sympathiek klooster. Rondom het klooster en onderweg zag ik al dat de huizen hier en daar veranderden: aan de buitenkant bestreken met leem (is betonbouw – alleen de muren rondom) en van binnen is alles uit hout. Maar hier worden de lemen buiten muren ook af en toe met verticale witte strepen beschilderd. daarnaast zie je vaak nu een muur van leem rond het gehele erf als afscheiding. Navraag leert dat het waarschijnlijk leden zijn van de Satya sekte met die strepen. Er zitten overal monniken lekker in de schaduw voor een van de tempels te lezen, studeren en in de hoofdtempel zetten ze een mandala uit op een tafeltje met een stukje touw en wat krijt. In de tempel, lekker koel, zit een monnik de mandala verder gedetailleerd uit te meten op papier.
We rijden weer terug naar de stad, waar we bij het hotel onze nomade oppikken. Hij spreekt goed Indiaas-Engels, heeft 10 jaar in India gezeten, Daramsala en Varanasi. Is ook net nog maar een jaar terug, net zo oud als onze vriend hier. Ze zijn semi-nomade. Hebben nog een kudde yaks, maar hebben ook wat velden met granen en wat groenten en naast de groentetuin is er de opslag van brandstof (gedroogde yakplakken). Ze wonen is een zeer groot huis (Hij, zijn ouders, zus en zwager met dochtertje en oma van 81). Nadat we helemaal het dak opgeklommen zijn en de onmetelijke natuur en vergezichten hebben aanschouwd, worden we ontvangen in zijn kamer. Een een enorme kamer, met rondom een soort bank. Midden in een smalle tafel en een wand met een soort van huisaltaartje, een grote hoeveelheid Tibetaanse boeken (ingepakt in gele stof), een paar mooie beeldjes enz. Aan de muren een behoorlijke selectie ingelijste verboden foto’s en posters van de huidige Dalai Lama (de 14e). Ja, allemaal gesmokkeld door Jan-en-Alleman….
Dan lunch… we krijgen curd (soort van rechtsdraaiende yoghurt, maar gelukkig uit een keurig net wit emmertje vanuit de fabriek) en een stuk zeer droog, vast brood erbij. Als je wilt met melkthee, of zwarte thee (geef mij het laatste maar, maar die blijkt zout…). En dan ja, de echte Tibetaanse zaken: yakkaas (zeer jonge, smakeloze kaas), jakboter (gelukkig vers en dus nog niet ranzig) en tsampa (geroosterd gerstemeel). Voor wie het niet weet: tsampa is het eeuwenoude fastfood. Tibetanen hadden vroeger altijd een zakje tsampa bij zich. Soms alleen met thee, maar nu de variant met in een kommetje een klont yakboter, schepje korrelige yakkaas, melkthee en dan aan de slag! Je moet dan met je handen in dat kommetje kneden en daar dan deegballetjes van maken en die stop je dan in je mond. Nou, Adrie vond het wel leuk, maar ik kreeg het echt niet weg hoor. Droog en smakeloos en je plakt aan alle kanten. Maar goed; in alle boeken over Tibet lees je dat ze alleen zo ongeveer tsampa eten en wat gedroogd (rauw) yakvlees erbij. Ook dat stond op tafel met een flink mes erbij, maar gelukkig kwamen we daar niet aan toe.. yakayka beeeeh….Schijnt ongelooflijk taai te zijn. We nemen hartelijk afscheid na nog even letterlijk een kijkje in de keuken gehad te hebben en ik mag nog snel terwijl de rest al de auto instapt een foto maken van zijn moeder.
Het laatste klooster vandaag, voordat we vanmiddag verder gaan relaxen is het Dagei klooster. Ook een oud klooster. Hier woonden tot de onrust in 2008, ongeveer 1000 monniken, nu zijn er nog maar een paar honderd over. Ook hier natuurlijk weer uitgebreide bouwactiviteiten. Ook zag ik hier voor het eerst van die soort van broodstengels die ze keurig hadden opgestapels als offerande.
Morgen gaan we zien, we hebben nu een dag ingehaald vanwege het skippen van Manigango en nu gaan we naar de streek waar Tsering vandaan komt. Er is zelfs een thanka museum en hij gaat kijken of ze het voor ons open willen doen. Geen idee nog hoe die stad heet, waar we dan verblijven. Hij heeft het een keer gezegd, maar moet het morgen maar eens opschrijven. Dan nog twee daagjes Tagong en ons Tibetaans avontuur zit er weer op, nog wat afkicken in echt China daarna.
Geschreven door Jacquelijne.opreis