Mijn "technische onderweg-kit" is weer aangevuld met 1 sec. lijm (worst-case-scenario ) en een klein kruiskopschroevendraaiertje. EN ik heb het Nikor objectief van mijn camera gerepareerd. De ring was losgekomen: de houder voor UV filter, beschermdop en zonnekap. Die laatste gaat er nogal vaak op en af hier en een paar dagen geleden merkte ik dat er al speling op zat en hij ging steeds losser zitten en vanochtend durfde ik er niet mee verder. Toen ik hem vanmiddag uitpakte, was de ring er helemaal af. Gelukig nog een Lumixje bij me, maar toch... De ring hoeft er niet echt af te kunnen dus vastlijmen zou altijd nog kunnen. Echter nader onderzoek in goed licht op onze hotelkamer (dan is zo'n communistische inrichting zonder sfeerlampjes best wel weer handig) leert dat er in de ring 6 hele kleine schroefjes zitten waar je haast niet bij kunt. Afgedekt met een laagje rubberachtig spul. Voorzichtig eerst met de punt van mijn zakmes geprobeerd, maar het heft was te breed. Weer terug naar de materiaalwinkel vlakbij het hotel en jawel hoor. Mjn tekeningetje en gebaren werden direct begrepen!
Vanochtend zijn we naar de vlakte der kruiken geweest, sites 1, 2 en 3 van de 54. Waarom niet meer? Domweg omdat er nog maar een stuk of 6 sites explosievenvrij zijn gemaakt. Is dat hier dan nodig? ja, hierover later meer.
De eerste site bestrijkt een heel groot terrein, waar we met zo'n soort toeristenkar heen worden gereden. Overigens zijn er nagenoeg geen andere mensen, zodat we op site 1 en 2 alleen zijn en het geheel nog indrukwekkender aandoet. Het is een prachtig heuvelachtig, groen gebied waar tientallen kruiken liggen, de grootste die wij hier zagen was ongveer 2, 65 m hoog (lag schuin). De grootste van alle vindplaatsen schijnt rond de 6 meter te zijn, maar die hebben we niet gezien. De oorsprong van deze kruiken, zoals ze genoemd worden, is onbekend. Wel gaat men er vanuit dat ze van rond onze eigen jaartelling stammen, dus zo'n 2000 jaar oud. Het is redelijk poreus materiaal, hier en daar is er een boom in gegroeid, die de kruik heeft doen barsten.
Onze gids Bouhan heeft in ieder geval weer een heel lang verhaal te vertellen, het is min of meer het Adam en Eva verhaal, maar dan uitgebreider en over twee reuzen. Er komt geen eind aan. Affijn, de vrouwsfiguur kon geen andere man vinden dan haar broer om mee te trouwen en na een zwangerschap van 12 jaar beviel ze van een luidruchtige pompoen waar zo ongeveer alle volkeren uit te voorschijn kwamen, zwart, halfdonker en blank.
Veel van deze kruiken hebben ook een deksel gehad, maar daar zijn er niet veel meer van over. Deze zijn door de omliggende dorpen meegenomen als fundament voor bijv. hun douche. Originele douchebak, zou het tegenwoordig in een boekiekhotel ook prima doen.
Het blijft dus een raadsel waar deze honderden kruiken vandaan kwamen (hier in de buurt is geen steen dat ze hiervoor konden gebruiken) en waar ze toe dienden. In bovenstaand verhaal zorgden de goden ervoor dat er kant-en-klare-rijst in zat om de mensen te voeden. Soort van Lassie-toverrijst denk ik dan maar.
Maar de sfeer is buitengewoon. Prachtige plek, golvend, heel groen, en met een dreigende donkere lucht erboven, alhoewel het vandaag niet meer dan een paar spetters heeft geregend en het zodra er ergens de zon tussen de wolken doorkwam, bloedheet werd. Gelukkig is het hier wel droog. In Luang Prabang en in Nong Khiaw, waar het heel veel regende en ook de rivier langsstroomde was het zo vreselijk vochtig. Niets droogde er en je kleren leken wel altijd klam.
De tocht naar site 3 is ook gedenkwaardig; een mooie tocht door rijstvelden en over gammele houten bruggetjes en over modderige paadjes tussen de rijstterrassen door (waar je zo 5 cm in de vette blubberklei wegzakte. De schoonpoetsmachine in de gang van het hotel kan er niets mee aanvangen, eerst maar laten drogen en dan zien we wel weer.
Onderweg zien we veel grote huizen in aanbouw. Velen zijn een soort van stenen kopie van de houten huizen, die er nog pal voor of achter staan. Soms zijn ze zelfs ook zo ongeveer op palen gebouwd en staat er nu de heilige koe, oftewel zoals ze hier zeggen the Chinese cow, een zeer eenvoudige traktor.
We gaan wat eten bij een tent waar voornamelijk Lao eten. Er komen hier in Phonsavan overigens maar heel weinig westerse toeristen naar het schijnt. Wel Vietnamezen, maar die komen hier om te werken en Laotiaanse toeristen zelf. Als we bijna klaar zijn met eten, komt onze chauffeur binnen (jammer dat hij geen Engels spreekt, hij is buitengewoon vriendelijk en bescheiden) met nog een ananas die hij gister onderweg had gekocht. Even later ligt hij in keurige stukken op een groot bord op onze tafel. Een traktatie.
Zo ongeveer tegenover waar we aten, was het infocentre van de Mines Action Group. Beneden was een infocentre, mooi en helder gedocumenteerd. Het is met geen pennen te beschrijven wat hier tijdens de Vietnam oorlog is gebeurd. Ondanks dat Laos niet betrokken was bij de oorlog werden hier miljoenen bommen gegooid. Meer dan in de hele tweede wereldoorlog en dan veel in deze streek, maar ook heel veel rond de Ho Chi Min route aan de grens met Vietnam. Ongeveer een derde van de bommen ontplofte niet en zit hier dus nog in de grond of ligt op de grond. Er sneuvelen nog dagelijks mensen veelal aan het werk of spelende kinderen door of raken levenslang zwaar gehadicapt. Wat hier gebeurd is (en heerlijk door NIxon ontkend) is met geen pennen te beschrijven. We zien boven nog een voorlichtingsfilm van een 20 min en zijn erg onder de indruk. We stoppen maar goed wat in de donations box. Wat we allebei ook wel erg schofterig vonden was dat de Amerikanen als ze hun explosieve lading niet helemaal hadden kunnen lossen, ze die nog maar even boven Laos losten, anders liepen ze zelf risico bij het landen....Door heel deze Amerikaans grap kan Laos ook amper zijn levensstandaard verbeteren. Immer, het is te riskant om nieuwe landbouwgrond in gebruik te nemen, veel explosieven liggen nog in de rijstpaddies of in de bossen, waardoor er serieuze honger heerst. Uit pure armoe zoeken de mensen de brokstukken en bommen om te verkopen als schroot, ze krijgen er 0.20$ per kilo voor, maar is vaak de enige manier om nog aan wat inkomsten te komen, met alle gevaar van dien.
Velen uit de bergen op het platteland vooral zijn ongeletterd en ongeschoold. Dan is het lastig werk vinden. Wat nog belangrijker is om mee te profiteren van de groeiende toeristenindustrie is Engels spreken. Er zijn speciale English classes, na de officiële schooltijd, met wisselend succes. De oudste zoon van onze gids zit in Luang Prabang en heeft in een jaar tijd eigenlijk nog niets geleerd. Dat het anders kan, hebben we vanmiddag meegemaakt.
De organisatie Lone Buffalo (nickname van de oprichter) verzorgt Engelse lessen. Je kunt als Engelssprekende tourist je steentje bijdragen door een gastles te doen in klas 2a. Dus togen wij met onze gids en chauffeur richting schooltje waar "teacher Philip", een buitengewoon enthousiaste jongeman ons al verwachtte. We werden keurig door de klas begroet en door Philip voorgesteld en gingen dan met ieder een kind of 10 (leeftijd 11-16) een kringgesprek aan: Adrie bij de meiden en ik bij de jongens. Ze mochten ons alles vragen, was het idee. We hebben daar ook veel plezier om gehad, want ze vroegen natuuurlijk ook alles.
Daarna een woordenspel, ook weer ik met de jongens, tegen Adrie met de meiden. "Natuurlijk" wonnen de jongens van de meiden. Het was een buitengewoon uurtje in een klas met zeer gemotiveerde pubers.
Terug bij het hotel nog even over de overdekte markt acher ons hotel. In tegenstelling tot andere markten was deze heel schoon, het stonk niet (ook niet bij het vlees) en heel ruim en relaxed, leuk!
Na afloop zijn we hier lekker bij de Indier gaan eten. Hoe die hier terecht is gekomen is ons ook een raadsel.
Geschreven door Jacquelijne.opreis