Als ik na het ontbijt naar beneden loop in het hotel op weg naar mijn cottage, komt een van de jongste bedienden op me af: Nice to have you here again! You forgot your room key!. Het is zo hartverwarmend hoe men zijn uiterste best steeds weer doet om het je naar de zin te maken. Met deze jongeman had ik al een keer uitgebreid gepraat, je merkt dat ze dat vaak heel leuk vinden, Engels oefenen en nieuwsgierigheid naar hoe het bij "ons" is.
Ik heb net een biertje uit mijn ijskast gehaald: de badkamer van een slordige 12 m2 en die dus ijskoud is, maar wel met een heel grote boiler, dus kan morgen uitgebreid warm douchen. Ook hier zit volgens goed Aziatisch gebruik nagenoeg alles scheef gemonteerd.
Maar goed, dit wordt dus wel een van de laatste verslagen van deze reis.
We gaan op pad naar de Haa vallei die ook weinig bezocht wordt, je kunt "onderlangs" of via de Chele la, de hoogste pas van het land (bijna 4000 meter). De onderlangs-route wordt verbreed, is een modderige zooi en kapot en blijkt bij navraag niet aan te raden, hetgeen in Haa nog een keer door een bevriend gids wordt bevestigd. Dus gaan we over de Chele la. De weg is zeer goed, maar wordt ook onderhouden door de Indiërs die ook de weg hebben aangelegd. Is maar goed ook, want op een gegeven moment begint er sneeuw langs de kant van de weg te liggen. Het heeft hier pas nog gesneeuwd, want op een zijweggetje was een vers autospoor te zien en hier en daar op de weg in het midden ook nog sneeuw. Gelukkig was het niet glad, maar met tegenliggers dus best af en toe lastig. Alhoewel hier wel om de zoveel meter een soort van passeerstrook is aangelegd, maar vaak rijden ze die voorbij en zien ze wel. Het is ook altijd de vraag wie indien nodig achteruit gaat rijden. Maar zonder problemen komen we op de pas aan waar het erg mistig is, terwijl je er schitterende vergezichten zou moeten hebben. Ik zak flink weg in de verse sneeuw als ik naar het 25 meter naar beneden liggend toilet wil gaan. Ondertussen warmen de mannen hun blote knieën op aan een kacheltje. Er is een soort van gedoe daar met twee houten bankjes, een kachel en een mevrouw die een soort van miniwinkeltje heeft en enorme thermoskannen met zwarte thee, melkthee en een soort rijstedrank met stukjes kaas in of zoiets ( en chili's). Karma heeft nog maar even een flinke betelnoot achter zijn kiezen gestoken zie je ook op de foto.
Normaal gesproken kon je er een flinke wandeling naar beneden maken naar het grootste en oudste nonnenklooster, maar vandaag niet. Ook niet omhoog nog, daar staan allerlei vlaggen, maar als je nog verder loopt is er een plaats waar nog begrafenisrituelen plaatsvinden die we alleen van een documentaire kennen. Er worden daar overleden kleine kinderen en babies aan stukken gehakt en daarna aan de vissen gevoerd of aan de gieren. Ik zeg dat wij in NL dat toch een ietwat shokerende manier van doen vinden, heel anders dan wij met een overleden kindje omgaan. Alhoewel ik weet dat er ook nog wel in de Himalaya af en toe luchtbegrafenissen met volwassenen plaatsvinden. Zo zagen Adrie in ik toen we in de Khan provincie (onafhankelijke Tibetaanse prefectuur) in China waren, onderweg ergens boven op een berg een paar gieren bezig met een menselijk bekken van vlees te ontdoen. Wij zijn inmiddels wel wat gewoon. Maar waarom dan? Nou, heel simpel eigenlijk. Kleine kinderen hebben nog geen zonden en hoeven daarom ook niet gecremeerd te worden. Ok. Dus jezelf laten cremeren is eigenlijk om je zonden uit te wissen? Ja, want je kunt alleen zonder zonden naar de hemel. Dat weten we dan ook weer. Ik weet niet of dat in Nederland ook geldt, maar lijkt me dan wel weer een geruststellende gedachte voor de gelovigen onder ons.
Aangekomen in het hotel, krijg ik een mooie kamer buiten, met een enorme badkamer dus. De elektrische kachel gaat aan en het is prima zo. Na de lunch (waar nog 3 dames uit de UK ook waren, die daarna vertrokken en ons allen lieten met de uitgebreide staf van het hotel) gaan we Haa (stad) verkennen. Allereerst de white tempel, waar een paar kleine monnikjes bezig waren om de grondbeginselen van de ritual cakes onder de knie te krijgen met brooddeeg. De tempel konden we niet in, want de verantwoordelijke was "de stad in" en had de sleutels mee. Ze vonden het maar wat leuk al die aandacht!
Ik zie een groot gevlochten rieten geval in een van de bijgebouwen en die wordt gebruikt als de dood bij festivals zoals die enorme pop in Gasa bij de dans des oordeels.
Bij de tempel staat nog een mooi beeld van een engel, Joost mag weten waarom ook weer. Kan het soms allemaal niet onthouden hoor met al die verhalen en betekenissen. Ik merk op dat bij ons de engelen wat beter herkenbaar zijn met vleugels, maar dat maakt hier niet uit; ze kunnen hier ook prima zonder vleugels vliegen. Ja, dat had ik natuurlijk moeten weten. Vliegende tijgers, vliegende abten en andere religieuze figuren... je kunt je hier ook heel makkelijk transformeren in een struik of een steen of wat je maar handig lijkt om de demonen of de vijand te misleiden.
Dan klimmen we omhoog (hijg, puf, bijna 3000 meter hoogte) naar de black temple. Die ook idd zwart is aan de buitenkant. Natuurlijk weer een heel verhaal over Songsten Gampo, die in de 7e eeuw 108 tempels bouwde om een demon eronder te krijgen. Deze demon werd door 108 tempels vastgenageld over Bhutan. Maar ja, hoe bepaal je dan die plaatsen? Men neme een witte en een zwarte duif. Je laat die los en daar waar ze neerstrijken bouw je een tempel. Hoe simpel kan het zijn? Hier kwam na een telefoontje de caretaker wel opdagen. Het was ook weer een mooi heel oud tempeltje, kennelijk gebouwd op een meertje. (huh ???).
Het Indiase legerkamp is onder ander gehuisvest in een oude dzong, die in bruikleen is van de koninklijke familie. Ze zijn kennelijk aan het zooi ruimen. Het leger onderhoudt dus de weg naar de Haa vallei en leidt ook Bhutanezen op voor een militaire loopbaan. Bhutan heeft een heel klein eigen legertje namelijk.
Dan rijdt Karma ons naar Haa - stad, en lopen we even door de winkelstraat. Hier zijn 3 dames iets aan het schoonmaken op de stoep. Ze moeten erg lachen als ik vraag of ik foto's mag maken, ze zijn erg verlegen en giechelig. Maar ik zie tot mijn verbazing dat de de groene harde vrucht in de vorm en grootte van een ei, wegsnijden tot de betelnoot tevoorschijn komt. Als ik een biertje en een zakje chips ga kopen, vraag ik of hij geen betelnoot nodig heeft (zoals dagelijks de voorraad wordt aangevuld). Nee, zegt hij, ik neem deze kaas mee. Blokjes knoerharde, tandenbrekende gerookte kaas. Daar moet je ook eindeloos op kauwen. Morgen stop ik met betelnoot. Ik schiet in de lach: Voor hoe lang dan? Dan moet hij erg lachen...ik vermoed dat ook morgen ik weer getrakteerd wordt op de weeë lucht van deze gewilde noot. Die is eigenlijk in het leven geroepen door ook weer een heilig figuur omdat men hier ook mensenvlees at en ze dus beter op wat anders kauwden. Weer een andere heilige heeft het doden en slachten in Bhutan verboden (het bracht teveel kwade krachten met zich mee), dus wordt er hier niet meer geslacht maar bijv. in India en wordt alle vlees nu geïmporteerd. Hier tegen een van de drie heilige bergen die de Haa vallei vormen zien we gebedvlaggetjes en iets meer naar beneden, blauwe grote vlaggen een een stupa. Op deze plaats werden namelijk yaks geslacht. Op alle plaatsen waar geslacht werd, zijn nu stupa's (gompa's) verrezen.
We lopen nog een stukje het dorp uit en dat is erg leuk dat we dat hebben gedaan. Farmhouses met een hoop troep en zooi en soms wat koeien er omheen, met hier en daar schoven graan onder het dak. Maar wat het meest bijzondere aan deze huizen was, is dat ze allemaal zijn aangebouwd en uitgebreid. Ik heb al een keer geschreven dat het hier een min of meer matriarchale maatschappij is. Huizenbezit gaat over van moeder op dochter en na het huwelijk trekt de man dus bij de vrouw in. Precies tegengesteld zoals bijv. in India. Als er nou meerdere dochters waren, dan krijgt de oudste het familiehuis, en wordt er voor de andere dochters als ze trouwen er een stuk aangezet, bij voorkeur niet in dezelfde stijl zoals je overal ziet. Als je hier dus een huis wilt bouwen, moet je dus er voor zorgen dat je nog voldoende plaats hebt voor de nodige aanbouwen.
Het is mooi geweest en ik ga lekker wat lezen en dutten, was afgelopen nacht heel veel wakker op een of andere manier. Als ik bijna klaar ben met eten (ik was de enige gast, de mannen eten namelijk altijd in de keuken), komt Kuenzang vragen of ik iets voor de koorts bij me heb, want een van de meisjes van de staff heeft koorts. Ik probeer via hem nog wat door te vragen, maar het was enkel koorts. Het kind zag er niet uit, terwijl ik ze nog toen we aankwamen vrolijk lachend had rond zien lopen. Gelukkig heb ik nog een hele strip paracetamol, dus hoop dat ze er wat aan heeft.
Morgen rijden we een half uurtje later weer naar Paro, waar ik 's middags ga kijken voor misschien nog een souvenirtje...en alles goed inpakken en uitzoeken.
Geschreven door Jacquelijne.opreis