Donderdag 20 april - van Aurangabad naar Maheswar, koeien op de weg

India, aurangabad

Om 09.00 stipt rijdt onze nieuwe chauffeur voor, moeilijke naam, maar ze noemen hem ook wel Gudu. Veel makkelijker. We gaan een lange rit tegemoet, en het is natuurlijk weer mooi weer (en heet), maar ook nu rijden we in een grote Toyota suv met airco natuurlijk. Gudu spreekt maar een paar woorden Engels, maar we komen er wel aan uit.
Onderweg na ruim een uur stoppen we, volgens mij moest hij dringend even achter een boompje. Maar daar waar we gestopt zijn, kunnen ze volgens mij ons ook wel van wat koffie voorzien, dat niet, wel melkthee. Gelukkig ook zonder suiker. Dat is fijn. Dan moet eerst de vrouw des huizes met wat kooltjes komen en wat maisspillen en blad en dan komt er zowaar een vuurtje en een paar heel kleine glaasjes thee. Ondertussen hebben we zicht op wat er allemaal langskomt, ezelskarren hoog opgetast met balen katoen of met suikerriet, loslopende beesten, eindeloze hoeveelheden brommertjes enz.

Als we weer rijden, wil ik net een foto gaan maken van de weg, met aan weerszijden bomen en rechts een dal, als we ineens een file inrijden. Het is er maar smal, er kunnen net twee vrachtwagens elkaar passeren. Vrachtwagen met pech? Ongeval of vallend gesteente? Het kan allemaal. Soms kunnen we even een stukje vooruit maar de vrachtwagens aan de andere kant blijven gestaag komen. Het is ook redelijk link, de weg houdt aan de linkerkant abrupt op, maar het is geen rechte lijn en op de meeste plaatsen niet afgezet en als je dus met je wiel daarin raakt, heb je een probleem, want het is gelijk zo’n halve meter diep. Gelukkig heeft onze Gudu geen last van jeugdig optimisme en rijdt hij voor Indiase begrippen zeer veilig en betrouwbaar. Uiteindelijk hebben we ruim anderhalf uur oponthoud gehad. Het was een kapotte vrachtwagen.

Ik wil ergens langs de weg wat eten, maar we zouden beter wachten tot bij Dhule, 60 km, minstens een uur dus volgens Gudu. Ok. Maar er komt niets, 10 kilometer na Dhule vraag ik of hij gewoon kan stoppen bij een lokaal wegrestaurant. Hij wilde ons ergens naar een hotel brengen. Alsof je daar niet ziek kunt worden. We eten een werkelijk bijzonder lekkere dal fry met rijst met kruiden erin en garlic naan. Nou, we kunnen er wel weer tegen.
Als ik terugkom van de washroom zoals hier de krakkemikkige hurktoiletten worden genoemd, zie ik een komisch schouwspel. Onze gids staat de rekening in het Engels uit te schrijven omdat die in Hindi was. Adrie staat naast hem. Om hem heen zeker nog 7 of 8 man die reikhalzend mee staan te kijken wat er allemaal gebeurt. Het is weer super komisch.

We gaan weer rijden en aangezien ik graag voorin zit, want dan zie ik meer, zie ik idd vlak voor ons bij het invoegen, een grote stier met oranje geverfde hoorns, de weg op schieten. Knal tegen een witte auto aan, de vrachtwagen erachter kan gelukkig net remmen, de koe staat weer op en loopt weer naar de rest van de kudden en de koeienjongen. Ja, die had hem net nog een mep met een stok verkocht waardoor hij niet links, maar rechtsom ging volgens Gudu en eerlijk gezegd geloof ik het ook, maar het ging ook allemaal zo vlug. Een paar honderd meter verderop staat de auto stil en zijn ze de schade aan de zijkant aan het opnemen. Zal wel een behoorlijke deuk zijn.

Je mag hier maar 80 en dat rijd je bijna nooit. Meestal veel langzamer omdat het wegdek nagenoeg overal gaten en putten heeft, men overal aan de weg bezig is en er beesten, ezelskarren en overal brommertjes tussendoor schieten. Ook onze mooie Toyota suv is begrensd tot 80 km)

Uiteindelijk arriveren we rond half 6 bij ons hotel, maar niet nadat we door de meest ongelooflijk nauwe straatjes zijn genavigeerd, met geparkeerde auto’s en brommers , loslopend vee en tegemoetkomend verkeer dat steeds op werkelijk een haar na niet geraakt wordt. We zijn blij dat we hier niet zelf hoeven te rijden!
Ons guesthouse is gelegen in de poortgebouwen van het fort van Maheshwar. Er is een fijne binnenplaats waar je kunt zitten, maar door de bomen zitten er ook irritante vliegjes en muggen.

De kamer is ruim en “authentiek”, de vloer en het bed schoon, maar de badkamer zichtbaar niet gedaan, de wc is echt vies en dat moeten ze eerst even doen. De vrouw des huizes komt en gaat in de weer met enkel de douchekraan, dus in feite stinkt het nog steeds naar pies. Ik vind het niet leuk.
Ik ga maar even wat shirtjes en een van mijn ¾ broeken uitwassen ( er staat een grote emmer bij de douche, waar je je ook met een klein emmertje kunt wassen, Indiaas gebruik), dus dat is makkelijk. De emmer sop kieper ik zorgvuldig over het toilet. Dan met mijn antiseptische doekjes de wc afgedaan en met nieuwe doekjes alle lichtknoppen en de afstandsbediening van de airco. Ik snap dat nooit. Soms in zelfs sjieke hotels is dat vies en plakkerig. Als ik dat allemaal heb gedaan en wat uitgepakt (we zijn hier vier dagen), is het eigenlijk best een gezellige kamer. Met aan een kant nissen, waar je heerlijk wat spullen kwijt kan. Alleen die mottenballenlucht... iets wat we bij ons eigenlijk nooit meer zo ruiken maar nog heel gebruikelijk in Azië).

We zouden hier kunnen eten, maar wil nog wel even weg omdat we al de hele dag hebben gezeten in de auto. De ATM vlakbij is leeg, de weinige restaurants of wat daar voor moet doorgaan in de buurt is allemaal niet veel. Uiteindelijk lopen we nog maar een eind door naar een of ander hotel. Ja, daar is een restaurant, voor ons helemaal alleen. Met 6 man bediening. Een van die gasten loopt steeds naar de grote spiegel in de hoek om zijn kuif te inspecteren en gezichten te oefenen. Wellicht heeft hij straks een afpsraaktje. De inrichting is echt Indiaas. Niet passende kleuren en dessins, een plafond met wolkendessin, afgewisseld met een baan onbestemde jaren 80 figuren. Donkerbruine gordijnen in allerlei verschillende lengten. Als het de bedoeling was een golvend landschap te creëren dan zijn ze daarin geslaagd. Verder natuurlijk op de onderste meter van de muur overal zwarte vegen enz. Plastic borden, maar zowaar eigenlijk best goed te eten.

We lopen moe en een beetje versleten van de hitte terug naar het hotel. Het is een bijzonder tochtje. Je moet goed kijken waar je loopt, want er is weinig verlichting en er zijn putten en natuurlijk hier een daar wel eens een verse hoop, maar verder uitzonderlijk goed geveegd. Vanwege de hitte (het is hier overdag tegen de 40 graden) staan veel deuren van de huizen open waardoor we mooi kunnen binnenkijken. Kleine, zeer schaars gemeubileerde huisjes, met doorgaans een bankstel dat zojuist lijkt afgedankt door de familie Flodder, of een paar grote fauteuils. Een bed. Met erop steevast iemand met een mobieltje. Nog kinderen op straat, natuurlijk. Maar al met al, ondanks de povere onderkomens, groeten mensen vriendelijk en voelen we er ons niet onveilig.


Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Heel leuk om je verhalen elke keer te lezen. En de mooie foto's te bekijken Geniet nog lekker van jullie vakantie. 🤗

Yolanda 2023-04-21 12:49:57
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.