Vanochtend een prima ritje naar Ellora, de weg was veel beter dan gisteren; het is ook de weg naar Mumbai...
Dit is ook een van de redenen dat het hier relatief veel drukker is dan in Ajanta dat dus ongeveer 2 uur rijden vanaf Aurangabad ligt en dus ook minder makkelijk met te bereiken is. Er komen volgens onze gids dan ook veel meer locals.
Onderweg komen we langs Daulatabad, waar het landschap wordt gedomineerd door een enorm fort en een toren (de Chand Minar = Victory tower) uit 1435 die dus later is gebouwd). Al in de elfde eeuw, maakten de Yadava's de bergwanden al steil en groeven een fikse slotgracht rond die berg. Daar had dan Sultan Ghiyas-ud-Din Tughluq die in 1327 daar de boel op stelten kwam zetten wel mazzel mee. Achter de slotgracht werden ook vele doolhoven gegraven en daardoor was het fort dat hij boven op de berg liet bouwen vrijwel onneembaar. Overal zien we resten van fortificaties en muren. Zijn plan was namelijk om het hof naar deze plek, Deogiri, te laten komen en de hoofdstad van Delhi naar daar te verplaatsen. ze waren met duizenden mensen 2 jaar onderweg. 1100 kilometer. Het bleek zinloos, na 17 jaar dreven gebrek aan eten en drinken hem terug naar Delhi, hij werd dan ook niet voor niets "the Mad King" genoemd. Daarna in wisselende handen, eerst de Mogols en dan in halfweg 18e eeuw door de Marati's.
Het verschil met Ajanta is dat de grotten bij Ellora niet vergeten en onder het zand zijn geraakt. Nadat de monniken verdreven waren door de Moslims, die het ook nodig vonden om de iconen van het geloof van degenen die de grotten woonden te molesteren met hun beeldenstorm, was Ellora wel enigszins bewoond. Als in de moessontijd de boel in het dal onder liep, kwamen de boeren met hun vee in de grotten wonen. Ze maakten dubbele gaten in de muren waardoor touw kon om het vee vast te binden, er werd vuur gestookt om te koken en als verwarming, waardoor nagenoeg alle schilderingen zijn aangetast en/of domweg niet meer te zien zijn. Dan loopt er op twee plekken een waterval naar beneden, die er ook niet veel goed aan doet.
Een elektrisch karretje brengt ons eerst naar de Jain tempels. Het Jainisme ongeveer net zo oud als het Boeddhisme, ca 600 v Chr. en is vooral in het midden en westen van India. e groep hier is uitgehakt in de 9e en 10e eeuw, nadat de hindoefase was afgelopen. De Jain streven naar verlichting zonder geweld. Wanneer Jains rituelen verrichten, dragen ze doeken, over hun mond en neus om te voorkomen dat er speeksel op teksten of heilige afbeeldingen valt. Het wordt in andere omstandigheden ook gedaan om te voorkomen dat ze insecten inademen. Als ze heel streng in de leer zijn vegen ze ook het pad voor hun voeten zodat ze niet per ongeluk op beestjes trappen en lopen ze naakt. Ik heb het wel eens gezien in Rajastan. Wel bizar. Daarom zijn ook veel mensen die zijn afgebeeld naakt. Hieraan herken je dan ook dat het niet over boeddhisme gaat. In de grootste en zeer mooie Jain tempel met binnenplaats (Cave 32), maar ook in de andere tempels zien we steeds terugkerende afbeeldingen: de koning die de boel financierde, zijn vrouw, een asceet die al jaren in het bos stond, een jaar of 20 waardoor er zich planten om hem heen hebben verstrengeld, een figuur die door een soort van parasol van slangen wordt beschermd tegen regen en ander kwaad etc. Cave 32 is dus ook een monoliet, schitterend uitgehouwen met daarom een soort van binnenplaats en daarom heen twee verdiepingen uitgehouwen met prachtig beeldhouwwerk. Gelijk met ons is een familie met mannen in het wit (de vrouwen niet) met een nogal uitzonderlijk wit hoofddeksel. Lijkt wel iets middeleeuws. Volgens de gids een of andere sekte. Bij iedere tempel, gaan ze in het middendeel op de grond liggen op hun buik om zo met hun voorhoofd de vloer aan te tikken, een of ander ritueel kennelijk, waar ook de vrouwen aan meededen, heel serieus allemaal. Ik voel me ook een beetje bezwaard bijna om ook ergens op het middendeel te staan en een foto te maken van de mooie lotusbloem die hier overal aan het dak is gehouwen.
Daarna vervolgen we naar de grootste en belangrijkste hindoetempels. De beroemde Kailashtempel, is uitzonderlijk qua uitvoering, maar ook qua grootte. In het midden staat een schitterend uitgehouwen monoliet. In gang gezet door de heerser Krishna 1 in de 18e eeuw. Er is meer dan 100 jaar met 4 generaties aan gewerkt. Het is werkelijk onvoorstelbaar mooi. Onze gids geeft duiding bij veel van de voorstellingen, ik vind dat erg leuk. Heb weer een hoop opgestoken.
Als laatste gaan we weer met een karretje naar de Boeddhistische groep, na de overweldigende pracht gisteren in Ajanta, wel wat minder spectaculair. Maar de ene grot "met de ribben" was ook wel weer heel mooi. Verder bestaat deze groep vooral uit veel kloosters met cellen voor de monniken. "Hotel Ellora", ook hier kwamen veel handelslieden graag overnachten.
Het is inmiddels alweer heel erg heet geworden en we moeten weer overal op de foto ondanks dat ik mijn sjaal als een echt moslima over mijn hoofd heb gedrapeerd (minder warm dan een hoedje of petje, de wind gaat tussen de laag en je hoofd door, moet je hem natuurlijk niet strak rond je hoofd doen, maar dat ziet er ook niet uit).
We lunchen daar lekker in een prima restaurant op het complex, gewoon channa dal en wat paneer jalfreze met rijst en zowaar een biertje erbij. Dat stond dan niet op de kaart en op de rekening. Fijne service voor toeristen :-).
Onze laatste stop is nog even de Bibi Ka Maqbara, mini-Taj Mahal. Hij is gebouwd door de kleinzoon van Sjah Jahan, die de Taj Mahal bouwde. Hij is wat kleiner en minder luxe uitgevoerd, maar toch eigenlijk helemaal niet verkeerd. Niet zo druk ook. Minder gebouwen en ook het marmer strekt maar tot anderhalve meter hoogte. En geen ingelegde edelstenen. En natuurlijk duidelijk minder fondsen voor de restauratie, alhoewel je ziet hoeveel geld er naar beneden op de kist van zijn moeder is gegooid...
We nemen afscheid van onze gids en chauffeur en hebben verder een rustig middagje. Vanavond nog maar een keer naar het Tali restaurant van eergister!
Geschreven door Jacquelijne.opreis