Vandaag een rustig dagje, we hoeven niet zover te reizen en we vertrekken pas om 10.00 uur. Onze hond kwispelt ons al tegemoet als we de deur open doen, hij heeft deze keer niet op de grond voor de deur gelegen, maar in een stoel op wacht. Hij gaat niet mee het restaurant in zoals gister, want hij kwam de witte hond tegen waar hij mee ging spelen. Later vertelt Jeeda ons dat ze had gevraagd hoe het met die honden zat. Ze horen bij het hotel en zijn ook getraind op het signaleren en vangen van slangen. Hier in Noord-Thailand nogal een probleem. Ze gaan ook mee op trekkings enz. Ik maak nog snel een foto van ons huisje en het zwembad waar we op kijken. Het was een erg mooi aangelegd resort. Kleinschalig.
Onderweg stoppen we voor een mooi uitzicht, koffie voor de chauffeur en een sanitaire stop. Het is weer heel veel gekronkel. De weg ligt er nog niet zo heel lang naar het schijnt. Pas nadat deze omgeving zo’n beetje door wegen is ontsloten, zijn er veel hotels en resorts gebouwd. Onderweg stoppen we nog bij een Miao/Hmong dorpje. Het ziet er vreemd uit; de houten traditionele huizen, met kieren van 5 cm zo hier en daar, geen deur die recht en netjes in de sponning hangt en het wordt hier echt wel koud in de winter en de enorme pick-ups die bij de huizen staan (1 of 2 stuks vaak zelfs). Ook hier is weer een kerkje, men heeft zich laten bekeren ook weer in ruil voor gezondheidszorg en scholing. Het schooltje bezoeken is ingewikkeld vanwege de covid, waar ze hier toch erg bang voor zijn. Mondkapjes zijn nog niet uit het straatbeeld verdwenen terwijl nagenoeg iedereen toch minstens 2 x gevaccineerd is.
Niet iedereen loopt meer in de Hmong dracht, moderne kleding is vaak goedkoper en makkelijker. De “moderne” versie is wel van andere kwaliteit, vaak van een soort synthetisch fluweel.
Maar er wordt nog wel traditioneel geborduurd. Een jonge vrouw met een baby van vier maanden ( gewoon gezellig in een kratje met wat dekens ipv onze luxer maxicosy’s, dat kan dus ook….) zit nog heel erg fijn traditioneel borduurwerk te maken. Ik denk dat ze vanwege het licht buiten zit. De huizen hebben weinig ramen en die zijn ook doorgaans nog dicht. Er tegenover komt een vrouw op een scooter aanrijden met de kleine achterop in een soort draagdoek. Dit heb ik ook wel gezien in Zuid China bij de Miao. Ook volledig geborduurd. De borduurdame slinger net haar baby op haar rug in een soortgelijke doek als we weer terug langslopen.
Maar meestal zodra baby’s kunnen zitten, is hun plekje voor de bestuurder, gewoon los half of geheel op de tank. Wij kunnen ons dat hier zo slecht voorstellen. Voor wie Azië niet kent: het merendeel van de mensen verplaatst zich per scooter, zelden alleen en vaak met het hele gezin van 4-5 mensen. Ik heb wel eens vijf mensen gezien, twee ouders met een paar kinderen ertussen gepropt en in een emmer aan de arm van de vrouw die achterop zat nog een baby. Het zal ook wel eens niet goed gaan.
Lunchen doen we ergens onderweg, gewoon lekkere pad thai. Een biertje hadden ze niet, maar dat konden we wel halen 2 deuren verderop, geen probleem. We zitten ook naast het plaastelijke bezinestation, dat nog op ouderwetse manier met een handpomp levert.
Na nog een uurtje slingeren komen we bij Mae Chaem een klein dorpje weer in de provincie Chiang Mai. Het is een heel klein dorpje waar niet veel te beleven valt. Maar ze zijn er net weer heel vlak bij de weg rijst aan het planten en de man is bezig met egaliseren met wat ze hier noemen de Japanese Waterbuffalo.
Jeeda geeft aan dat we prima kunnen eten bij de locals naast en tegenover ons guesthouse. Dit ligt in een heel mooie tuin, een groot huis met nog een paar kamers bijgebouwd, netjes en eenvoudig.
We zijn de enige gasten en zitten heerlijk op de veranda bij een jong stel die dit guesthouse uitbaten.
Morgen gaan we terug naar Chiang Mai via een nationaal park en de Doi Inthanon, de hoogste berg van Thailand.
Geschreven door Jacquelijne.opreis