Vandaag een beetje laks geweest met DEET smeren (mijn nogal gevoelige huid is niet erg blij met DEET en aangezien we hier in de stad zitten… ) maar helaas, ze blijven me lekker vinden. Morgen maar weer smeren.
We nemen een taxi naar het noorden naar de Dusit wijk om daar het Vinimek gebouw te gaan bezoeken, een enorm mooi gebouw naar het schijnt, tijdelijk onderkomen geweest van de koninklijke familie geheel opgetrokken uit teakhout waar geen spijker aan te pas is geweest. Het blijkt op het terrein van het paleis te liggen waar nu de koninklijke familie woont en alle ingangen hermetisch afgesloten, geen bordje of verklaring. Er wordt overal volop geschrobd en geveegd en we denken dat dit is ter ere van de verjaardag morgen van de koningin-moeder, die hier zoals haar man zaliger op handen gedragen worden. Ze hebben erg veel voor het land gedaan itt tot die lapzwans die nu de troon bezet houdt.
Alle andere bezienswaardigheden rondom het gebouw blijken ook op dit hermetisch afgesloten terrein te liggen dus het heeft weinig zin hier te blijven. We rijden dus maar naar Chinatown dat ook op de agenda stond voor vandaag. We laten ons ergens afzetten op het moment dat alle verkeer zowat vast staat, het is behoorlijk druk op straat. De grote straten door Chinatown zijn ongelooflijk druk met verschrikkelijk veel herrie. Ik kan mijn eigen gedachten zo ongeveer niet meer volgen vanwege die herrie. We willen wat zaken bezoeken uit de reisgids, dus moeten van die grote drukte af zien te komen. Niet veel later zitten we midden in een andere drukte, een deels overdekte markt. We kijken onze ogen uit. Sowieso twee straten met alleen maar mondkapjes in alle soorten en maten en kleuren en dessins. Ook een zeer groot deel voor kinderen. Wellicht liggen Siebrand zijn mondkapjes er nu ook gewoon – afgekeurd en wel – weer bij.
Verder de meest ongelooflijke veelal plastic zooi in alle soorten en maten en heeeeel veel Chinezen (die naar verluidt overigens doorgaans geen Chinees meer spreken). Als we de markt uitlopen straten vol met opslagruimtes voor van alles en nog wat, waar doorgaans iemand op een of andere manier zijn tijd ziet door te komen.
We stuiten nog op een tempeltje naast een school en het tempel terrein fungeert ook als parkeerterrein compleet met parkeerwachter die de auto’s zoals in zo’n ouderwets schuifspelletje constant verplaatst. Dit zien we verder op de dag nog een keer.
Natuurlijk zien we ook eindeloze winkels en kraampjes met allerhande offertoestanden, naast de bekende wierook en kaarsen ook hele winkels vol met papieren gebruiksvoorwerpen van papieren toiletartikelen, nepgeld, papieren auto’s tot design tassen met bijpassende schoenen. Dit wordt dan allemaal verbrand om met de doden mee te geven. Later zien we een beetje aan de zijkant van een tempel in een leeg olievat een paar mensen, de ene na de andere doos met gebruiksvoorwerpen verbranden. Kennelijk is er een familielid overleden.
En natuurlijk heeeeel veel thee ( ook heel leuke geperste stukjes thee, genoeg voor een pot ipv de originele schijven thee zo groot als een dinerbord en zo’n 5 cm dik met een gat in het midden). En heel veel kruiden en kroepoek en traditionele geneeswijzen benodigdheden. En natuurlijk weer overal lotenverkopers. Het lijkt wel haast of die de traditionele rammelstokjes met nummers in de tempels hebben vervangen. Ik heb er nog in één tempel wat gevonden in een hoekje bij wat rommel, maar niet de corresponderende briefjes met je lotsbestemming nav het nummer dat je hebt geschud.
Het is er erg leuk en levendig om rond te lopen. Nadat we nog een aantal Chinese tempels hebben gehad ook nog een heel lelijke moderne Thaise tempel waar een naar het schijnt gouden boeddha staat, die eerst overdekt was met gips, maar bij vervoer bleek van goud te zijn. De gids in Sukothai vertelde er ook over, maar volgens hem was die van brons of koper. Nou ja, hoe dan ook, ik vond hem niet mooi, ook omdat je geen fatsoenlijke foto kon maken omdat het spiegelde en er overal een lelijk behang zat geplakt. Maar ik was al beetje pissed omdat natuurlijk Adrie weer wel in korte broek naar boven mocht, maar ik niet, dus moest ik mijn pijpen weer aanritsen en met die bergschoenen heel gedoe en die moesten dan natuurlijk ook weer uit bij die tempel. Maar een hele dag op sandalen lukt niet met die rare voeten van mij.. Ja, omdat ik een vrouw was. Ik zei nog tegen dat mens: dat maakt u er dus van. Wie weet ben ik wel een man. Kennelijk hebben ze in Thailand wel 6 geslachten sinds jaar en dag en misschien ben ik wel genderfluïde en vandaag een man, maar het hielp niet. Dan dat gekwezel met die offers voor die monniken (met name pijen), die zie je nooit wat anders doen zo ongeveer dan op hun telefoon zitten pielen. Heb daar niet zoveel mee. Beetje profiteurs vind ik het doorgaans.
Dan gaan we nog een laatste stukje proberen, het Jim Thompsonhuis, een American die in Thailand is terechtgekomen, de zijde weer een push heeft gegeven en die een aantal mooie Thaise teakhouten huizen heeft neergezet (over laten komen uit verschillende delen van Thailand) , waar hij een heel mooie collectie antiek in had. Het theepotje onderaan is geen theepot, maar voor witte wijn bestemd. Er zit ook geen deksel op. Vullen ging vanonder af en dan met een bijzonder systeem werd het afgesloten, maar... niet te verstaan . Zijn huis werd bekend en vele schrijvers, filmsterren en politici hebben er aan tafel gezeten tot hij op zijn 61e in 1967 ineens spoorloos verdween. Het was zeker de moeite waard, al was het wel jammer dat er een verplichte rondleiding van een half uur en de dame in kwestie natuurlijk weer raar Engels sprak en met een mondkapje nagenoeg onverstaanbaar en alles in een half uur moest worden afgeraffeld. Ik had er graag langer rondgekeken. Maar goed, we drinken er wat en de hoosbui van toen we er aankwamen was weer over en hadden we nogal een uitdaging om die 5 kilometer naar huis te komen in Bangkok’s rush hour…
Geschreven door Jacquelijne.opreis