Jammer genoeg was het ontbijt behalve het ei, niet echt wat. Alhoewel de koffie nu wel warm was, maar nog steeds even slap. Dat halen we dan in onderweg als we in een stadje stoppen om koffie te drinken (ik wilde niet weer langs de weg, want het wordt weer een lange reisdag). De chauffeur was er eerst niet zo voor te porren omdat hij dat stadje niet kende en niet wist of het wel veilig was, dus hij blijft netjes bij de auto. Als we terugkomen blijken er wel “parkeerwachten” te zijn, die een paar muntjes krijgen en bij alle daar geparkeerde auto’s een stuk kartonnen doos tussen de ruitenwissers doen tegen de zon (welke zon? Het is volledig bewolkt). Na een niet al te prettig alcoholistencafé, vinden we een supergrote bakkerij met heel veel verschillende soorten brood en taartjes enz. waar we aan een van de vele tafeltjes koffie kunnen drinken, met een flink stuk cake erbij, waarschijnlijk met rietsuiker gebakken en niet al te zoet en vet. Onderweg zien we in deze streek overal suikerriet, wild en netjes geplant op rijtjes. Het schijnt dat ze twee keer per jaar kunnen oogsten, dus het is een snelgroeiend gewas. Onderweg zien we vrachtwagens die suikerriet transporteren, het lijken wel treinen want ze hebben wel 5 -6 aanhangers, formaat containers.
Als we weer willen vertrekken bij de koffiestop aan het centrale pleintje, horen we een hoop kabaal. Het blijkt een soort van verkiezingsoptocht te zijn, wat wagens met mensen erop en heeeel veel brommertjes. Men maakt van de gelegenheid dankbaar gebruik om eens flink te claxonneren.
Bij navraag blijk de kapotte brug nog steeds niet gemaakt, maar er is wel een ferry. En anders moeten we ruim 100 km omrijden. Dus we wagen het op de ferry. We moeten een 20 min wachten, want er zijn een stuk of 6 auto’s en twee vrachtwagens voor ons. Vanaf de andere kant van de rivier blijven de auto’s maar aan komen rijden. Als wij aan de beurt zijn en over de drijvende brug heen zijn, zien we een enorme file. We stonden kennelijk aan de goede kant en het is geen ferry, maar een prima pontonbrug.
Op een gegeven moment gaan we van de hoofdweg af en is het toch werkelijk nog wel stuk door kleine dorpjes en langs vele finca’s (boerderijen die nu veelal zijn omgebouwd naar hotels/guesthouses) . Veel van de finca’s hebben last van de dalende koffieprijs omdat in Colombia nog met de hand geoogst wordt in tegenstelling tot de omringende landen, waardoor de boeren hier dus genoopt zijn voor extra inkomen te zorgen. Vaak ook een reden waarom er bananen tussen de koffie worden geplant, want die doen het altijd en leveren steevast op.
Als we bij “onze “ finca aankomen, zijn we blij verrast. Het ziet er allemaal smaakvol en goed onderhouden uit. We kunnen hier ook prima eten en dat is meegenomen. We nemen officieel afscheid van onze chauffeur, ondanks dat hij hier ook nog overnacht om morgen weer terug te rijden.
We zitten heerlijk buiten in de tuin, dat is wel zalig, want alleen een hotelkamer zonder een terras is toch wel jammer als je wat langer bent en lekker wat wilt zitten lezen.
Benieuwd hoe we het hier gaan hebben bij Andras en Fanny, die buitengewoon aardig en gastvrij zijn.
Geschreven door Jacquelijne.opreis