We kozen dit ontbijt dan maar voor de andere mogelijkheid voor het ontbijt, want een tosti met enkel schijfjes tomaat en komkommer ertussen is het ook niet echt. Buttertoast, op mijn vraag gelukkig met jam. Maar geen boter. Nou ja. Ok . bleek de boter er al opgesmeerd maar aan de onderkant. Gelukkig wel zwarte koffie.
We vertrekken voor een twee uur durende rit (60 km) naar Omkareshwar, een bedevaarstsoord naar het schijnt. Zo hebben wel al eerder Varanasi gezien en Pushkar. Zou het hier veel anders zijn? We gaan het zien.
Het schiet niet op onderweg, want nagenoeg overal om de honderd meter of zo speedbrakers (gemene verkeersdrempeltjes, een of meer achter elkaar). Hier en daar in een klein stadje allerlei drukte en bedrijvigheid, haastig opgezette tulbanden, sari’s die worden geschikt. Kleine meisjes van een jaar of 10 opgetut in een feestjurkje dat waarschijnlijk al de hele familie is rondgeweest, plastic lakschoentjes eronder en felle lippenstift. En koortsachtige bedrijvigheid. Het is een multi-marriage, kennelijk is het trouwseizoen, want het speelt in verschillende dorpen, ik heb eigenlijk geen foto’s kunnen maken, behalve hier en daar van het gedrang op en rond straat en het was voor onze Gudu al meer dan lastig om er doorheen te komen zonder schade of slachtoffers.
Als we terugkomen is er wél ergens bij zo’n toestand een opstopping en komt er een soort van ambulancebus aangereden, waarschijnlijk een afgedankte schooltandartsbus uit mijn schooljeugd, bijna 50 jaar geleden. Kan me zomaar voorstellen dat er iemand onwel is geworden in het gedrang. We worden dus weer getrakteerd op een heerlijke plattelandsrit, we rijden dan wel over de “snelweg”, maar stel je daar niet veel van voor, het is gewoon een 60 km weg van bij ons. En die 60 halen we eigenlijk zelden.
Even van Google, want dit soort dingen zijn niet te volgen. De naam Omkareshwar betekent 'Heer van Omkaara', wat een van de Dwadasa Jyotirlinga-heiligdommen is of de 12 heiligdommen gewijd aan Lord Shiva in de vorm van Jyotirlingam. Omkareshwar, gelegen op het eiland Mandhata, naast de Narmada-rivier in Madhya Pradesh, is een heilig eiland, in de vorm van het heilige hindoesymbool 'Om' dat honderden pelgrims naar deze tempelstad trekt. De Jyotirlinga-heiligdommen zijn plaatsen waar Shiva verscheen als een vurige kolom van licht. Oorspronkelijk werd aangenomen dat er 64 jyotirlinga's waren, maar 12 worden als gunstig en heilig beschouwd. Elk van de twaalf Jyotirlinga-sites neemt de naam aan van de presiderende godheid - een andere manifestatie van Shiva.
Goed, dus om die jyotirlinga’s is het te doen en daarvoor moeten we de rivier over naar Sri Omkareshwar Jyotirlinga Temple. Heeft 5 verdiepingen die allemaal verschillende tempels herbergen. En dan begin het.
We moeten hier door de complete gekte zien te rijden met de auto en ergens zien te parkeren. Ondertussen probeert Gudu voor ons een gids te regelen. Kennelijk kan het niet zonder, hij heeft contact gehad met collega’s en de agent waarvoor hij rijdt en er zijn werkzaamheden, de voetgangersbrug is kapot en je moet met bootjes. Nou, dan gaan we toch gewoon naar die bootjes en dan betalen we het bootje en dan zijn we er toch? De rest van de tempels vinden we ook wel, Adrie heeft de tempels al op MapsMe gezet enz. Het is hier erg schimmig. En ook in de Rough Guide stond al dat het hier altijd toestanden, niet te regelen oppassen voor oa pandits (tempelbazen) die je geld uit de zak kloppen enz. enz.
Affijn dan zijn er eigenlijk geen gidsen meer en er is dan een naar mijn smaak veel te gladde jongen die ons wil gidsen. Ongeveer 2 uur voor 2000 rupee. Dat is 20 euro. Ok wat zit daar dan in? Nou, dan moeten we aan deze kant van het water de 3 tempels zelf bezoeken en dan zorgt hij ervoor dat we met de boot naar de tempel kunnen en brengt hij ons daarheen. Het is denk ik nog geen 5 min varen en de tempel ligt ertegen over. Maar ja. We willen ook die linga wel zien. Blijkt dat hij geen woord Engels spreekt. Ik zeg tegen Gudu dat ik niet gek ben en zo’n vrijer die nog geen woord Engels spreekt toch werkelijk dat bedrag niet ga betalen. Ja, het was natuurlijk buitenlander tarief, nou, dat kan wel, maar dan moet hij ook zorgen dat hij buitenlanders fatsoenlijk kan rondleiden en vertellen over de historie etc in het Engels op zijn minst (Onze gids in Ajanta en Ellora sprak Engels, Frans en Japans) Uiteindelijk is het 1000 rupee. Eigenlijk enkel voor het bootje. Ik zeg dat ik zelf wel bij die boten ga kijken, kom zeg. Nou, dan wordt het 7000. Ik wil die arme Gudu die zo zijn best doet verder niet tergen en we gaan akkoord.
Het is druk, rommelig en ongelooflijk veel herrie van die buitenboordmotoren, en we staan zo over, ik betaal nog niets eer we terug zijn, ben je gek. Ik onthoud het nr van de boot en heb het tel nr van die sjaggeraar, die moet ik bellen als we terug willen. We gaan dus vol goede moed de wal op en gelijk het gedrang in langs eindeloze rijen offerandes. Ik moet de grootste moeite doen om Adrie niet kwijt te raken, heb met een hand mijn sjaal over mijn tas in mijn andere mijn camera en moet af en toe met de ellebogen werken om achter Adrie aan te komen.
Dan komen we in het eigenlijke tempelcomplex, althans de oprit erheen, de Eftelingconstructie zeg maar. Mijn god wat een gedrang en gepers en dan moet je ook nog ergens je schoenen uit, nou vergeet het maar. Die bergschoenen met steunzolen kosten een vermogen. Ben wel blij dat ik ze aanhad anders had ik geen tenen meer over. We persen nog 5 min verder, zien ons voorland en besluiten unaniem dat we ons terug gaan persen.
Boot 60 ligt er natuurlijk niet, Joost mag weten waar die is. Dan bel ik die sjaggeraar in de herrie en kennelijk heeft hij het wel begrepen en even later komt boot 60 eraan en staat hij aan de overkant. Hij is alweer druk een ander boot vol te stouwen. Oh wat heb ik hier een hekel aan. We douwen zijn geld in zijn handen en hij wil nog meelopen, maar ik zeg heel duidelijk dat hij kan opflikkeren. Boodschap was duidelijk. Gudu staat ons al op te wachten (had hem sms gestuurd dat we eraan kwamen), hij wijst ons de weg naar een andere tempel. We moeten nu ook weer door een straatje nering, maar een oase van rust … Het tempeltje dat we zien is klein, maar er zijn ook maar weinig mensen. Binnenin ook weer een linga en een “snelle gast met zonnebril” en zijn vrouw blijven maar water over die linga kieperen, er komt geen eind aan. Kennelijk wil het niet zo lukken met de vruchtbaarheid, daarom doen ze dat doorgaans. De tempelguard een halfontblote oudere man, staat er met een trekker alles weer droog te maken en zwaait me vrolijk toe. Daarna zie ik de vrouw in de Nandi voor de tempel in zijn oor fluisteren. Ook dat heb ik eerder gezien, je kunt dan je wensen aan hem kenbaar maken.
Het stel hoort bij nog een aantal jongvolwassenen en een moeder en ze willen een uitgebreide fotoshoot met ons om het bankje. Nou vooruit, met al hun camera’s en telefoons. De tempelmeneer staat het geamuseerd aan te kijken en nodigt ons uit voor een kopje chai. Nou vooruit dan maar. We zaten per slot van rekening voor zijn huisje op het bankje. Het huisje is voorzien van een bed en twee plastic stoelen en een soort van keukenhoekje met een prima tweepits gascomfoortje, al met al ziet het er netjes uit. Hij haalt ergens een open pan melk vandaan en dan bedenk ik me dat het wellicht niet zo slim is, maar samen concluderen we dat het toch met de thee wordt doorgekookt en het dan vast geen kwaad meer kan. Hij is buitengewoon goedlachs, spreekt ook geen woord Engels, maar met gebaren. Dan is hij even weg en komt hij terug met een jochie: Hij wil ook graag een selfie met ons. Maar ik natuurlijk ook een foto van hem. Het was nu eindelijk een keer gewoon aardigheid, vaak willen ze je dan weer dingen verpatsen of geld van je of zo, dus we laten maar 100 rupee voor hem achter voor zijn goede gesternte.
Dan gaan we met de auto naar nog een andere tempel. Ook hier giga rijen, dus we lopen er enkel omheen. Er is weer een gezin die met ons op de foto wil, dus ok, daar gaan we weer. Wat meer ontwikkelde mensen, de dochter vracht of we aan de overkant zijn geweest en ik zeg dat we het niet zagen zitten met die drukte. Zij waren geweest en hadden 3 uur in de rij gestaan, maar ik moest toch echt nog wel gaan! Op dit moment woont er namelijk een of ander incarnatie van een of andere god die ik niet kan onthouden. Ik zeg haar vriendelijk dat ik gelukkig geen Hindoe ben en daarom dat voor ons niet zo werkt. Ieder zijn ding.
Onderweg lunchen we en tegen vieren weer thuis. We lopen nog naar een paar tempeltjes hier die we nog niet hadden gezien, heel oranje geverfd en natuurlijk ook hier weer foto’s. Nu ik erop let zijn we idd de enige westerlingen die hier en ook in Omkareshwar rondlopen. Als je ons dan op die selfies ziet, zijn we ook spierwit in vergelijk. Dat zal het wel zijn.
Op zoek naar nog een tempel, die we niet vinden, komen we in een buurtje met allemaal kleine huisjes waar we bij zowat allemaal het al bekende klik-klak horen. Overal zijn mensen bezig om te weven, veel zijn zo te zien aangesloten bij een stimuleringsproject. Als ik sta te kijken komt er een jongeman bij me staan. Hij vertelt dat ze over het weven van een sari (6 meter) 3 dagen doen. Niet te geloven, dat zou bij ons niet meer te betalen zijn.
We hebben dan de bijzondere tempel in Omkareshwar niet gezien met die linga die uit een vuurkolom zou zijn ontstaan. Wel hebben we de enorme hindoe gekte meegemaakt. Je ziet dat wel eens op tv, van die festivals enz. Wij zijn daar geloof ik niet voor gemaakt en te nuchter voor. Maar zeker een ervaring rijker!
Geschreven door Jacquelijne.opreis