Lekker rustig opgestaan, pas weer om half 10 weg. Eindelijk eens twee nachten redelijk goed geslapen, wel heel vaak wakker, maar dan sliep ik weer in en ook de jetlag schijnt over, mag wel ook na een week. Ik heb altijd de eerste week het gevoel dat ik midden in de nacht moet opstaan (als ik dan eindelijk vast in slaap ben). Je ziet en ruikt ook wel dat we vlak langs zee rijden. En er zijn rivieren en backwaters. We komen ook wel wat constructies tegen van bijv viaducten waarbij dan een paar schamele hutjes staan voor de werkers. Een op het eerste ook luxere variant van golfplaat, lijkt me met deze temperaturen (het was 37 graden) niet echt menselijk. Hier koelt het ook dan ’s avonds ook maar een beetje af.
Er schijnen nog 3 Pondicherry’s te zijn o.a. in Karnataka, maar die worden ook vanuit hier bestuurd.
We rijden richting Pondicherry zoals de Fransen het genoemd hebben, ofwel Pudicherri zoals de Tamil het noemen. De Fransen hebben hier een tijd de scepter gezwaaid en hier in Pondicherry zelfs pas in 1954 vertrokken. Er is dan ook een duidelijke scheidslijn (een straat) die de tweedeling van de stad in Frans en Tamil aangeeft. Maar zo ver zijn we nog niet.
We rijden het district Pondicherri binnen, maar niet nadat Mutu ergens in een schimmig gebouwtje een of andere belasting moest gaan volden.
Dan volgen we de bordjes Auroville. De ashram. Vorige keer hebben Peter en ik braaf de excursie daarheen geweigerd, maar nu moet het maar een keer. We komen aan bij het terrein en stuiten al gelijk op een toeristenmarkt, maar deze keer ook met dromenvangers en andere alternatieve rotzooi. Het is niet voor niets dat Gudu ons vroeg of we water bij ons hadden, want we zijn er niet zomaar. Een fikse wandeling (gelukkig deels in de schaduw) brengt ons door allerhande neringdoenden naar een info centre, waar we soort van gehersenspoeld als twee yogi’s naar buiten zouden komen, ware het niet dat we na twee panelen al doorhadden dat het door een aantal onverbeterlijke hemelfietsers is gesticht in 1968 door Sri Auribindo en zijn handlangster “the Mother”. Het is de hippietijd waarin ze denken dat je mensen van alle landen samen kan zetten en geen regels en dat ze dan vreedzaam gaan samenleven. De gedachte is natuurlijk mooi, maar verre van realistisch.
Het bijzondere bouwwerk, de Matrimandir (een soort gouden bol) uit 1970 waar de aarde van 124 landen in wordt bewaard. Het lijkt wel op een boetedoening zo op het heetst van de dag vanaf het info centre nog anderhalve kilometer lopen (op mijn sandaaltjes, had ik dat geweten dan was ik op de bergschoenen gegaan, mede omdat ik gisteren er ook op gelopen heb, is dat vandaag eigenlijk een no-go. De laatste paar honderd meter is het dan ook bepaald niet meer van harte. De bol is idd bijzonder om te zien. Mijn vriendinnetje uit Delhi, die architect is met een grote interesse voor duurzaam bouwen en ontwerp, heeft hier een tijd gewerkt/gestudeerd, maar niet in de Ashram verbleven. Er is dus naast die ashram hier een heel centrum dat onderzoek doet naar allerlei sustainable thema’s. Wat dat betreft zijn ze wel met de tijd mee gegaan.
Gelukkig kunnen we met een busje terug. Wat een drukte, wat een toeristen (enkele niet – Indiërs gezien). Hier mis ik kennelijk ook iets, want de Ashrammers hebben er moeite mee dat er zoveel dagjesmensen komen ( je kunt er idd wel een dag rondhangen en workshops doen enz). Ze vinden dat je er een week of 6 moet komen wonen. Nou ja, ik weet niet wie er dan op hun terrein een zeer fraaie toeristenstructuur heeft neergezet. Het mag wat kosten. Kennelijk hebben ze een goed verdienmodel aan de toeristen of andere bronnen, want de toegang was gratis (natuurlijk mocht je wel doneren).
Als we aankomen bij villa Helena, een guesthouse gerund door een Française naar het schijnt. Het is een mooie mix van koloniaal Indiaas en Franse brocante. We hebben een heel grote kamer (fijn!) en dito badkamer. Alleen krijgen we geen water uit de douche. Je moest een hendel omzetten (wat haast niet ging zo zwaar) en de op de knoppen stond dan wel froid en chaud, maar de installateur kende duidelijk geen Frans, want ze zaten net verkeerd gemonteerd.
We lunchen bij het hotel, dat in de tuin een restaurantje heeft. Ik neem een cocktail, het is vakantie, en een steak, die nog lekker was ook. Rund zie je hier haast nooit ergens, heilige koeien enz.
We gaan eens op zoek naar een fietsverhuurder die in de Rue des missions zou zitten (maar dicht vanwege zondag). Fietsen huren bij het hotel kan dus niet, wel evt. scooters, maar dat willen we niet. In de straat zie ik een man met een fiets met een grote teil achterop met stukken honingraat te koop. Bijzonder, nooit eerder zo gezien.
De zondagsmarkt is eigenlijk enkel kleding en aanverwanten en ik zwicht voor twee kleine meisjesjurken van nepzijde (eigenlijk rokje en bloesje) en voor mezelf een dun katoenen salwar kamees, compleet met sjaal voor 100 rupee (1,10 euro). Bizar. Wilde vanavond eens passen, maar het is nog steeds warm en plakkerig en de kamer moet nog even koel worden met de airco.
Het is warm en in de doorgaande straten erg druk, die mijden we maar wat. Op een gegeven moment wel zin in een biertje. Viel dan weer niet mee, ondanks dat het hier het dranken-belasting-paradijs is. Amper taks op alcohol. We zaten eindelijk ergens. Weer heel verhaal over wel of geen bier en nou ja, bleek weer niet te mogen, maar natuurlijk wel ingeschonken in enorme mokken. De ober ging snel ergens kennelijk een fles halen en verdween dus met een linnen tasje dat een paar minuten later duidelijk een fles bevatte.
Ik had me verheugd op het foodmarktje op de boulevard, maar dat was er dus niet meer. Wel vlak bij een foodcourt in een paar heel smalle straatjes. Dat zagen we niet zitten. Het was juist zo leuk daar aan het strand rondlopen en hier een daar een Indiase snack kopen.
Ik kan bijna niet meer lopen dus we gaan snel terug naar het hotel. Wat relaxen, douchen en rommelen. We eten daarna aan de overkant in een hippe tent met dakterras, waar we zowat de enige waren, maar wel ok eten en nog maar een heerlijke cocktail.
Geschreven door Jacquelijne.opreis