We vertrekken naar een prachtig particulier museum waar ongeveer een honderdtal kostuums getoond werden en een veelvoud aan foto’s van –enkel en alleen nog maar – de Miao minderheden. Exorbitant. Meer kan ik niet zeggen. Heel erg mooi tentoongesteld, goed gedocumenteerd…
Wat ik erg leuk vond om bijvoorbeeld te lezen was dat de glimmende donkerblauw-zwarte stof verkregen werd door eerst stof (katoen, zijde of hennep) met indigo te verven en daarna met een mengsel van ossenbloed en eiwit in te smeren en als dat gedroogd is met houten hamers te bewerken tot het glimt. Mijn hemel. Wat een werk, zal dan ook niet veel gewassen worden, maar is wel daardoor goed bestand tegen de tand des tijds, motten en vocht.
’s Middags bezoeken we een (het grootste) Han-dorp. Tja, gemengde gevoelens alom. We zijn natuurlijk zowat de enige westerlingen, maar wel tussen hordes toeristen en je moet het dorp in door poortjes zoals bij de Efteling, na ook betaling van een aardig bedrag. Het is een prachtig houten authentiek dorp (van oorsprong), maar toch nogal toeristisch gemaakt. We beginnen dan ook met een uitgebreide show. Ook hier zijn we op twee Zweden na – voor zover we hebben gezien – de enige westerlingen en worden we weer onbeschaamd aangestaard, wij staren lekker onbeschaamd terug en over en weer worden foto’s gemaakt. Aafke, met haar 1,86 en hoogblond haar moet weer met iedereen op de foto, ik stap wel lekker opzij. Met mijn zonnebril op, val ik niet zo uit de toom bij al die donkerharige Chinezen. Wel gemakkelijk hoor als je elkaar kwijt bent; die blonde reuzen die zie van heinde en ver!
Aaf en ik gingen ergens wat eten (ik weer de keuken in want zij spreken geen Engels en wij weer geen Chinees). Zit er werkelijk een kring van 15 Chinezen ons tijdens het eten aan te staren. Beet je bizar, maar we letten er eigenlijk niet meer op. Sommigen hebben, naar het schijnt nog zelden of nooit een westerling gezien. Kun je je voorstellen? Wel zie ik die heerlijk kitscherige zilveren kronen liggen, met allemaal van die wiebelige dingen erop en on top zo’n stel van die ossehoorns. Ja, die wil ik wel en daarom heb ik dus die curver box bij me, had ik al bedacht. Ik had die dingen in Beijing gezien een paar jaar terug en wilde die eigenlijk hier wel zien te scoren. Ik informeer hier en daar naar wat prijzen en ding meer dan de helft af. Kom ook bij iemand die een toch wel erg interessante zaken van dat donker namaak zilver heeft, waar mijn Afrikaanse juwelen van zijn gemaakt…. Ik bezwijk ook daar voor een of andere Miao hoofdtooi. Mijn hoofddekselmuurtje thuis krijgt expansiedrang. Aafke koopt een prachtige ketting (zeg maar keten, nogal heftig zwaar ding, maar prachtig). Vanzelfsprekend.
Onderweg naar het hotel stoppen we nog bij een antiekshop waar ze ook de meest schitterende authentieke zaken verkopen. Helaas willen ze weinig aan de torenhoge prijzen doen, dus gaan de prachtig geborduurde mutsen aan mijn neus voorbij…
We eten nog maar een keer bij hetzelfde restaurantje, maar kunnen nu buiten zitten, binnen een uur zit de voltallige groep (5 pers) rond de tafel op van die minikrukjes. Het is hier zalig toeven, nog steeds lekker warm (heerlijk, ik vind het wel lekker zo’n graad of 30), daar is niet iedereen het mee eens maar het is hier in ieder geval niet vochtig.
Ik probeer voor de 10e keer nog eens te mailen en het lijkt erop dat mijn verslag na verwoede pogingen via allerlei e-mailmogelijkheden erdoorheen schiet; de aansluiting knalt er steeds uit en is lijkt me een gedeelde telefoonverbinding en geen adsl zo traag…
Geschreven door Jacquelijne.opreis