Vandaag zitten we zonder vervoer, want het is onze reisdag. De bus vertrekt om 17:00 uur en officieel moeten we om 12:00 uur uit ons appartement. We mogen de bagage wel bij het appartement laten staan en zolang er geen andere gasten zijn kunnen we nog naar binnen.
Na het ontbijt pakken we de koffers in en gaan op het terras zitten met een boek. Er is ook nog tijd voor een eigengemaakte frappe en om half twaalf maak ik de koelkast leeg zodat we nog een Griekse salade kunnen eten voordat we eruit moeten. Na deze lichte lunch maken we een wandeling langs de boulevard tot voorbij Nicholas Taverna en daar gaan we het wandelpad op om de ‘vuurtoren wandeling’ te maken. Het begin van de wandeling gaat door het pijnbomenbos. Het pad is bedekt met een tapijt van dennennaalden en dempt iedere stap die je zet. Het ruikt ook naar warme dennennaalden, het is een typische Griekse geur. We komen eerst bij de Venetiaanse vuurtoren, een ruïne die vroeger heel mooi moet zijn geweest. Nog geen 100 meter verder is de ‘nieuwe’ vuurtoren, die alleen van een afstandje aardig is om te zien. De wandeling gaat nu door meer open gebied en de zon schijnt nu ongenadig op onze ernstig transpirerende lijven. Het t-shirt van Jan begint donkere vlekken te vertonen en ik voel zelf het zweet door mijn bilnaad sijpelen. De laatste bezienswaardigheid is Oud Fiskardo, ruïnes van huizen die ooit een dorp vormden. Het laatste deel van de wandeling gaat weer meer door het bos en ruim een half uur later staan we weer op de boulevard. We kopen onderweg een koud, alcoholvrij biertje en komen dan weer een beetje bij op ons terras.
Vaso brengt ons nog een bord met verse abrikozen en meloen, lekker koud en fris. Gisteren bracht ze ons ook al een afscheidscadeautje: een doosje met noga en ander lekkers. Eigenlijk is zo’n dagje niets doen ook best heel lekker of, zoals Amber dat zegt: zo’n dagje niets doen wordt ondergewaardeerd.
Om 16:45 arriveren de nieuwe gasten en slepen wij de bagage naar de bushalte, waar we lekker in de schaduw kunnen zitten. De bus rijdt eerst naar Sami en daarna pas naar Argostoli, waar we bij het busstation worden afgezet. Nu is het nog ongeveer een kilometer lopen naar de haven waar de ferry naar Lixouri ligt. We kunnen met de bus gaan, maar na die lange rit vinden we het best lekker om even buiten te zijn. Het water in de haven is wild en het waait stevig, dat is prettig want het is nu nog ruim 30 graden.
We zijn bijna bij de ferry als een rood autootje naast ons stopt en zijn raam laat zakken. ‘Komen jullie uit Fiskardo en gaan jullie naar Lixouri, naar appartement Johanna?’ Ik zeg alvast ‘nee’, want ik zou niet weten waarom iemand dat moet weten. Hij houdt aan en vraagt of we echt niet zijn appartement hebben gehuurd. Nu valt het kwartje, hij is de eigenaar van ons appartement. Hij tilt de koffers in de auto en rijdt de ferry op en in Lixouri stappen we bij hem in de auto. Het is maar een klein stukje rijden en dan zijn we er.
Ons appartement is op de tweede etage en de koffers moeten de trappen op gesjouwd worden. Onze corpulente host neemt er één en Jan de andere. Het appartement is ruim en zit direct aan de kade, het heeft een groot terras met ligbedden en een grote eettafel met vier stoelen. Aan de achterkant van het pand is ook nog een smal balkon. Het ziet er allemaal netjes en fris uit en we zijn tevreden met onze keus.
Inmiddels is het al half negen en we gaan eerst een plekje zoeken om iets te eten. Een paar meter bij ons vandaag zit een supermarkt, waar we wat te drinken halen. Het is niet zo’n supermarkt als we gewend zijn, het is een echte Griekse supermarkt van vroeger. De gangpaden zijn smal en de schappen staan volgestapeld met van alles en nog wat van etenswaren tot gereedschap. Het is een reis terug in de tijd.
Daarna wandelen we door het stadje en komen op een plein met allemaal restaurantjes. Op het plein spelen kinderen voetbal en de plaatselijke muziekvereniging geeft er een optreden. Het voelt allemaal heel gemoedelijk en ontspannen. In een ander straatje vinden we een kapper. De kapsalon is leeg en twee mannen zit op houten stoeltjes voor het pand, terwijl een derde man met ze staat te praten. We vragen of Jan geknipt kan worden en dat kan. De airco wordt aangezet en de kapper gaat aan de slag. Even later ziet Jan er weer prachtig uit en kunnen we gaan eten 😊.
Het is nog steeds erg warm en we kiezen voor een restaurant aan de kade. Er is één restaurant waar maar twee mensen zitten te eten, de papieren menukaart ziet er wat verwaait uit maar bevat alleen authentieke Griekse gerechten en de stoeltjes zijn van hout met een biezen zitting. Echt Grieks dus. De ober is een voorkomende man en we krijgen geroosterd brood met huisgemaakte tzatziki. Daarnaast bestellen we dolmadakia (gevulde wijnbladeren), gebakken courgette en kebab. Het is heerlijk, maar eigenlijk teveel.
Op het terras naast ons kunnen we op een groot scherm zien hoe Nederland in de eerst helft tegen Frankrijk bijna een doelpunt scoort en daarna echt scoort. Het is helaas buitenspel, maar onze interesse is gewekt. Op ons terras kijken we de tweede helft, maar helaas blijven de doelpunten uit.
Geschreven door Hazenreizen