Vanmorgen om 7.15 Jan wakker gemaakt om dolfijntjes te kijken, niet dat ze er waren, maar dat wisten we toen nog niet. Daarna ontbeten en een rondje gedaan om alle beesten te voeren. Mijn blonde hond hoefde het verse brood eerst niet, hij wilde liever een flinke knuffel. Na een flinke knuffelpartij kreeg hij toch trek en heeft hij het brood opgegeten. Daarna door naar de witte hond met zwarte vlekken van het formaat Sint Bernard. Hij heeft het niet direct in de gaten, maar daarna komt hij toch bij me (zonder blaffen inmiddels). Nu verder naar mijn paard. Ze hebben hem weer verplaatst en nu staat hij met twee anderen op een stuk grond tussen olijfbomen met het struikgewas tot aan je oksels. Hij briest zachtjes als hij me ziet en ik worstel me door het hoge gras om zijn broodje te voeren. De paarden zitten hier met een touw vast aan een boom en kunnen dus niet naar mij toe komen. Dan hoor ik een zacht gebries achter me, het andere paard lust ook wel wat. Weer worstel ik me door het onkruid. Dit zwarte paard kent me nog niet en hij is erg voorzichtig. Dan neemt hij het broodje toch aan en als ik weg loop, loopt hij vlak naast me met me mee. Ik kijk even naar beneden en zie dat dit paard niet vastgebonden zit, terwijl ik terug loop naar het pad geef ik nog wat brood en ik bedenk koortsachtig wat ik moet doen als hij besluit me te vergezellen op mijn wandeling. Zo'n hond kun je nog eens een stukje meenemen en die gaat bij je voeten liggen als je ergens koffie gaat drinken, maar met zo'n paard wordt dat lastiger. Zeker tijdens het koffie drinken. Het valt echter mee en ik krijg de kans om het derde paard ook nog een broodje te voeren (nadat ik heb gecontroleerd of hij vast zat).
Om kwart voor een zitten we bij de bushalte voor een rit naar Vizitsa. We hebben tijd zat en we bestellen lekker een frappee bij de koffietent op de hoek. De bus zien we op het laatste moment aankomen, maar gelukkig stapt er iemand uit, dus we trekken even een sprintje en duikelen de bus in. De rit naar Vizitsa is een hele onderneming, de weg is smal en de bus is groot en nieuw. In Milies wordt het echt spannend wanneer hij centimeter voor centimeter een scherpe bocht neemt, waarbij hij aan de linkerkant bijna de kerk schampt en aan de rechterkant de spiegel van de bus bijna de geraniums uit de vensterbank van een woonhuis schraapt. De eerste druppels vallen op de voorruit van de bus en een paar tellen later komt de regen met bakken uit de hemel. Jan en ik zitten in onze korte broek en een t-shirtje te bedenken of we inderdaad gaan wandelen of in de bus blijven zitten tot hij weer terug is in Kala Nera. In Vizitsa, dat op 600 meter hoogte ligt, heeft het echter niet geregend en het ziet er ook niet uit alsof dat nog gaat gebeuren. We stappen dus uit en verkennen dit schattige plaatsje. We willen wel iets eten voordat we gaan lopen, dus we lopen een trapje op naar een restaurant met een groot balkon. De eigenares gaat net eten met haar man en haar moeder (denk ik). Ik vraag of we iets te eten kunnen krijgen, maar ze spreekt geen Engels. Na wat gebaren komt ze met de menukaart en probeert ze uit te leggen wat ze wel heeft en wat niet. Ik wijs naar de tafel waar oma en vader nog zitten. 'Doe me dat maar', zeg ik. Ze kijkt in die richting en vraagt of ik ei bedoel' Ik loop even mee naar hun tafel en wijs alles aan, gebakken ei, patatjes en bietjes. Ze lacht, prima als ik dat wil. Het eten smaakt heerlijk en we kunnen met een goede basis van start.
We volgen weer een route op de kaart, dus zonder beschrijving, maar het begin van de route is makkelijk te vinden. Het is een mooi stenen pad met veel bloemen en de rode stippen wijzen ons weer de weg. De route voert ons hoofdzakelijk naar beneden en leidt naar een waterval. Ik vind watervallen heel indrukwekkend, dus ik verheug me er al op. Als we een watertje oversteken zijn we even bang dat ze dit bedoelen, een stroompje van een meter breed, maar de bordjes gaan verder. Even later staan we bij een splitsing waarbij onze route rechtdoor gaat en het bordje voor de waterval naar rechts wijst. We horen nog nergens water, maar we we lopen toch die kant op. Na een paar meter is er een stenen brug over een droge rivierbedding en inderdaad rijst er een enorme bergwand op aan onze rechterkant. Wanneer er water zou zijn, was dit vast een prachtige waterval, nu is het slechts een val.
Het pad verslechterd nu en soms kiezen we ervoor om het hogerop te zoeken en lopen we door de olijfboomgaarden. Een andere keer kan dat niet en zijn we genoodzaakt onszelf een weg te banen door de hoge struiken. We lopen ook een heel stuk langs een van de vele waterlopen die ze daar hebben gemaakt. Een handig systeem dat af en toe met stenen afgezet wordt om het water 'bij te sturen'. Al met tal een prachtige laatst wandeling in Pilion.
Geschreven door Hazenreizen