Toch naar Drakeia

Griekenland, Kala Nera

Ik heb vanmorgen even de verslagen aangepast van 21 en 22 oktober, want Jan ontdekte dat de sprinkhaan een dag eerder in onze auto zat 😊. Je raakt ook helemaal het gevoel voor tijd kwijt hier.
Gisterenavond had ik even een discussie met Kostas over het douchewater. Ik heb verteld dat het water in kamer 13 wel heet is en dat ik daarom daar heb gedoucht. Wanneer hij nog steeds twijfelt omdat ‘alles op hetzelfde systeem’ is aangesloten, zeg ik dat ik dat ik dan wel in kamer 13 blijf douche, wanneer dat oké is. De kamer blijkt komend weekend verhuurd te zijn, dus zeg ik dat Kostas mag komen voelen hoe warm of koud het water bij ons in kamer 20 is. Hij zegt dat hij maandagavond langs komt, maar als Jan gaat afrekenen blijkt dat hij al iets gewijzigd heeft waardoor het nu goed moet zijn. Prima, maar ik heb hem niet verteld dat onze kamersleutel ook op de deur van kamer 13 past en dat ik dat weet (vraag me niet waarom 😊). Ik hou dat nog even achter de hand voor noodgevallen. P.S. De vorige keren kregen we een laken te weinig bij de verschoning van het linnengoed, deze keer zitten er wel twee lakens bij ,maar geen kussenslopen ☹).
Maar goed, over tot de orde van de dag. We zien dat bij Kostas op de dam zijn pickup staat, vol kratten met olijven. Kostas heeft ook een boomgaard met ‘slechts’ 200 bomen. Het schijnt geen lucratieve business, want hij moet mensen huren die de olijven plukken en daarna betalen om er olie van te laten maken. Ik wil heel graag nog een keer het olijvenplukken zien van dichtbij, maar misschien gebeurt het nog deze vakantie. We gaan in ieder geval op weg naar Drakeia en dit keer nemen we de enige juiste weg.
We stoppen in Agria om te pinnen en drinken daar gelijk even koffie. In het grote café en op het terras zitten allerlei mannen, waarvan de meesten gepensioneerd (is onze schatting). De één leest de krant, anderen spelen tavli en weer anderen zitten met elkaar te kletsen terwijl hun vingers voortdurend met hun tomboloi spelen. En nee, dit is geen koosnaampje voor hun geslachtsdeel, het is een kralen ketting 😊. Je vindt in deze café’s geen vrouwen, behalve een verdwaalde toerist zoals ik.
We rijden verder naar Drakeia en parkeren de auto bij het museum. We zijn niet zo van de musea, maar dit museum lijkt heel leuk volgens de omschrijving op internet. We zoeken de ingang en staan ineens in het postkantoor waar alle postbussen zijn. Een andere ingang dan maar. Ik probeer alles, maar er is niets open en het gebouw ziet er behoorlijk verwaarloosd uit. Het museum is vast al een tijdje buiten gebruik. Ik ben goed voorbereid en weet dat er twee molens zijn, een molen voor olijven en een molen voor meel, je kunt van de ene naar de ander molen lopen. We kunnen de molens niet zo één, twee, drie vinden en slaan een pad in dat naar Agio Spiridona leidt, een kerkje dus. Het is een mooie, vermoeiende wandeling door het bos met veel stijgen en dalen over keienpaadjes en bruggetjes. Dan zien we een gebouw met een grote muur eromheen, de deuren in de muur zijn op slot en we kunnen ook niet over de muur heen kijken. Ik loop nog maar een stukje verder om te kijken of daar nog iets leuks is en dan zie ik ineens de kerk. We lopen er wat omheen, maken foto’s en beginnen weer aan de terugweg, die nog vermoeiender is. Het valt ons op dat in deze regio minder kastanjebomen staan en meer eiken, beuken en esdoorns, ook rode beuken zie je hier regelmatig. We lopen nog wat door het dorpje en stappen dan weer in onze auto voor de rit naar Chania.
Chania is een winterbestemming, hier ligt ’s winters sneeuw en er zijn skipistes. Het is inmiddels tijd om iets te eten, dus lopen we het dorp door. Alles llijkt dicht te zitten, behalve een klein winkeltje. Bij het laatste café gaat de deur open en een mevrouw vraagt of we iets willen drinken. Nee, we willen iets eten. ‘Ik heb alleen toast’, zegt ze. Dat willen we niet. ‘Dan moet je naar Portaria of Zagora’, zegt ze. We bedanken haar vriendelijk en lopen terug naar de auto. Bijna aan het eind stap ik een terras op, waar ik net twee mensen had zien staan. We worden vriendelijk begroet en een meneer vertelt ons wat we allemaal kunnen eten hier. Hij vraagt of we binnen of buiten willen zitten, inmiddels is het 30 graden dus wij willen wel buiten zitten (nu het nog kan 😊). Hij leidt ons door het mooie restaurant naar het achterterras, waar we een prachtig uitzicht hebben over de omgeving. We bestellen een salade en spetsofai en wanneer de meneer een tyrolada of zoiets aanprijst, bestellen we die ook. De tyrolada staat niet op de menukaart en is een soort kaassoep. De substantie lijkt qua kleur en dikte wat op haaienvinnensoep, maar heeft kleine ‘klontjes’ alsof er iets in zit als parelcouscous. Het smaakt prima en ook de rest is heerlijk. We zijn de enige gasten en op de achtergrond klinkt relaxte muziek.
Na het eten hebben we nog een beetje soep over. Ik wil dat graag meenemen voor de hond die we vorige keer op de skipiste hebben ontmoet, hij was broodmager. Ik heb een leeg waterflesje en probeer de soep er in te lepelen. Het wordt natuurlijk een knoeiboel en het ziet eruit alsof ik van iemand een spermamonster heb genomen.
De volgende stop is de skipiste. De hond is er niet, maar we lopen eerst verder door naar boven waar de stoeltjesliften zijn. Daar lopen we wat rond en dan dalen we weer af naar de parkeerplaats. De hond is er nog steeds niet, maar Jan vist een bakje uit de container op de parkeerplaats en ik gooi er stukjes brood in en giet mijn flesje er in leeg. Nu maar hopen dat hij het vindt.
We gaan dezelfde weg terug, want dat is het kortste en lopen nog een keer door Drakeia. We vinden nu wel het bovenpein, maar ook daar is alles dicht. Inmiddels is het tijd om weer naar huis te gaan, zodat we nog even lekker kunnen genieten van de zon.
Jan heeft de zomer in zijn hoofd en trekt zijn zwemshort aan om in de zee te gaan ‘zwemmen’. Hij durft helemaal onder water te gaan en ik sta braaf aan de kant om foto’s te maken. Misschien ga ik morgen ook wel…
Voordat we gaan eten proberen we nog een hotel te boeken voor het komende weekend. Zaterdag willen we naar Larisa en dan zondag door naar een klein plaatsje onder het vliegveld van Thessaloniki. We zoeken eerst iets voor zondag en dat lukt prima. Daarna proberen we iets in Larisa voor zaterdag. Twee resultaten… twee? Larisa is best een grote plaats dus dat is raar. We proberen een andere datum en krijgen direct wel vijftig resultaten. Er staat op Booking.com dat 97 procent van de locaties is volgeboekt. Ik bel een hotel en Larisa en vraag of ik kan boeken, maar ze zegt dat alles vol is. Op mijn vraag of er iets speciaals is zaterdag zegt ze: ‘ja, dat is een nationale feestdag,’ Het blijkt ochiedag te zijn, de dag dat de Grieken nee zeiden tegen de Italiaanse overheersing. Gelukkig zijn er meer plaatsen in Griekenland tussen Volos en Thessaloniki dus nemen we een plaats waar nog wel een hotel vrij is. We zullen wel zien waar we terecht komen 😊,
We eten bij Kostas een beef Pagasitikos en gevulde groente, dat is altijd goed.





Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.