Vanmorgen om zeven uur gaat de wekker, rise and shine, vandaag gaat gebeuren! We gaan met de boot naar Kassos, een eiland onder Karpathos. Het is anderhalf uur varen, maar er is weinig wind vandaag en de zee is rustig, dus ik durf het wel aan.
Ondanks de goede weersomstandigheden duikt de boot aardig op en neer en zitten is voor mij geen optie. Staan gaat stukken beter en dat hou ik vol tot in de haven.
Het eiland Kassos is veel groter dan ik dacht, maar de dorpen liggen gecentreerd op een klein deel van het eiland. We drinken eerst een espresso bij een klein, kleurrijk café waar aan de overkant vis wordt verhandeld. Daarna gaan we op pad. We kijken eerst bij de ruïne van een windmolen. Geen bordjes die ernaar verwijzen, geen toeristen, gewoon oud en vervallen. Ik klim er in tot ik bovenaan het stenen trappetje ben. Verder ga ik niet, want de vloer is van hout en ik vertrouw het draagvermogen niet echt. Daarna lopen we verder langs het vliegveld, ja je leest het goed, die hebben ze hier. We komen langs een kapelletje waarvan de deur op slot zit. Mijn blik gaat langs het deurkozijn, maar ik zie nergens een sleutel. Wanneer ik door het raam wil kijken, zie een een grote steen die ertoe dient het luik open te houden. Ik krijg een ingeving en til de steen op: ja hoor, daar is hij! Een sleutelbos kijkt me glimlachend aan en ik open de deur met een van de sleutels. Daarna sluit ik de deur weer goed af en berg de bos op onder de steen.
In Agia Marina drinken we koffie bij To Steki, een klein café met een prachtige oude houtoven en een tafel vol oude mannetjes. Wanneer we weer buiten zijn, maak ik een foto van een straatje en onmiddellijk horen we iemand roepen. ‘Hello, hey there, are you lost? Where do you want to go?’ We leggen uit dat we verder willen lopen naar het volgende dorp, Arvanitochori. Ze zegt dat het heel makkelijk is en dat ze ons de kortste weg zal wijzen. Ze snelwandelt voor ons uit, terwijl ze voortdurend praat. Een duidelijk gevalletje ADHD. Binnen de kortste keren zijn we het dorp uit en even terug lopen om misschien wat foto’s te maken durven we niet te riskeren. Veronderstel we komen haar weer tegen.
We komen in een uitgestorven plaatsje, maar ik moet echt nodig naar het toilet. Ze zeggen wel eens ‘het komt op als poepen’, nou ik begrijp wel waar die uitdrukking vandaan komt. Ik kan echt niet nog een kilometer lopen, ik moet nu. Ik zie een bordje wc en de verrassing is groot wanneer het een keurig toilet blijkt te zijn met toiletpapier, water, zeep en zelfs een toiletborstel en een slot op de deur.
We zoeken verder onze weg, want de kaart blijkt niet te kloppen. De wandelwegen zijn opgebroken en zie eruit als een soort rivierbedding of misschien lopen we wel echt in de rivierbedding en bevindt de wandelwegen zich een meter of drie naast ons? Wie zal het zeggen.
Terug in Fry lunchen we bij Mylos. Hij adviseert dolmades, aubergine en spaghetti, dus dat doen we. Het smaakt allemaal voortreffelijk en we blijven hier even uitrusten. Daarna dwalen we nog wat rond, lezen we een boekje aan het strand en drinken we nog een espresso bij het kleine kleurrijke café, totdat de boot vertrekt.
Het is fris op de boot en ik ben blij met het advies van Angolo om een jas mee te nemen. Het eerste stuk breng ik nog staand door, maar na een poosje lukt het me om te reis verder uit te zitten.
We brengen verslag uit bij Angolo en spoelen daarna al het zout van onze huid en haren. Er is geen eer te behalen aan mijn haar, maar na een kwartier zie ik er toch weer toonbaar uit. Vandaag gaan we voor een verse vis bij Acropolis. Voor Jan een visfilet in saus en voor mij een hele vis, die aan tafel gefileerd wordt. Vooraf adviseert hij knoflookbrood en tzaziki, want het bereiden van de vis duurt 20 minuten. De jongens doen hun best en het eten smaakt prima, maar missen wel het typisch Grieks sfeertje. We brengen daarom nog even een bezoekje aan Yorgos, die ons adviseerde om naar Kassos te gaan.
Yorgos vindt het duidelijk gezellig dat we er zijn. Hij heeft wel een tafel met gasten binnen, maar hij komt bij ons buiten zitten en vraagt hoe Kassos bevallen is. Wanneer we zeggen dat Kassos wel kaal is en dat we niet begrijpen hoe de mensen daar in hun levensonderhoud voorzien, legt hij aan ons uit dat Kassos destijds door de Turken helemaal platgebrand is. Er was niets meer over, geen bomen, geen huizen en geen mensen. De mensen die tegenwoordig op Kassos wonen, zijn voornamelijk schippers. Daarnaast wonen er nog wat rijke buitenlanders die daar een huis gekocht hebben, maar daar niet permanent wonen.
Wanneer Yorgos de tweede fles raki wil aanbreken, kan Jan hem nog net weerhouden. Het is de hoogste tijd om weer naar ons hotel te gaan.
Geschreven door Hazenreizen