Na het ontbijt rijden we met de scooter richting het zuiden via de hoofdweg, er is namelijk maar één weg. We slaan rechtsaf en rijden dwars door Agios Nikolaos en Agios Dimitrios helemaal tot aan Trachila. Het is een doodlopende weg van een kilometer of vijf en aan het eind kunnen we niet anders dan op onze schreden terugkeren. Jan stopt bij een grot in de rotsen waar een muur in gebouwd is en gaat op onderzoek uit. Ik blijf beneden want ik heb niet de juiste schoenen aan voor een klimpartij en ik ken mezelf, geen risico nemen dus.
Voorbij Agios Dimitrios gaan we rechtsaf richting Rigla en dan weer rechtsaf via de hoofdweg naar Pigi. Jan rijdt met de scooter het dorpje in en we dwalen een beetje in de smalle straatjes die eigenlijk als voetpad bedoeld zijn. We keren weer om en rijden het dorp uit. Nu rijden we verder richting Platsa en Nomitsi. Jan parkeert de scooter en zegt: Het is tijd voor koffie volgens mij. Ha, dit is het restaurant van de live muziek! Wanneer we het terras op lopen worden we direct herkend door de serveerster en ze begroet ons hartelijk. We nemen een stuk galatopita bij de koffie, wat vertaald wordt als melktaart van geiten- en schapenmelk met kaneel. Het is best lekker, maar lijkt een beetje op een nagerecht. Aan een grote tafel verderop zit een groep Griekse vrouwen gezellig aan de koffie. Ze hebben het hoogste woord en het is gezellig al dat Griekse gebep op de achtergrond.
We rijden verder richting Koumani, Thalames en Platanos tot Lagkada. Het valt ons op dat alle kapelletjes langs de weg hun deuren open hebben, misschien om te luchten voor de dienst van morgen?
In Lagkada parkeren we de scooter en gaan we lopend op onderzoek uit. Dat bevalt me veel beter, ik vind dat geslenter door de straatjes heerlijk. We komen een mevrouw tegen met een karretje lege flessen en groeten haar. Dan komen we langs een toren waarvan de deur open staat, wat een kans! Jan loopt gelijk naar binnen en de trap op maar ik moet nog even wennen. Ja ik weet dat het raar klinkt, maar ik ben wat voorzichtiger geworden. Tenslotte kan ik mijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen en klauter ik als een kleuter op handen en voeten de trappen op. Het is een heel bijzondere ervaring en door de schietgaten kun je ver over het landschap kijken. Ik red het tot helemaal bovenin en dan moet ik weer terug. Terug blijkt nog iets griezeliger dan heen, omdat je nu niet kunt zien waar je naartoe gaat. Eenmaal terug op de begane grond slaak ik een diepe zucht, want ik heb blijkbaar tijdens de afdaling mijn adem ingehouden. We lopen nu een stukje terug en komen dezelfde mevrouw tegen als op de heenweg, maar nu zijn de flessen gevuld met water. Ze is waarschijnlijk bij de bron geweest, want het kraanwater kun je hier niet drinken. Ze begroet ons afsof we oude vrienden zijn en begint in het Grieks te babbelen. Ik vertel dat we uit Holland komen, maar dat geeft niks. Ze praat gewoon wat langzamer en wat harder, maar nog wel Grieks. Toch weet ze me duidelijk te maken dat de toren even verderop erg mooi is en dat je omhoog kunt klimmen als de deur open is. Ik gebaar dat we dat gedaan hebben en tegelijkertijd leggen we onze handen op ons hart om aan te geven hoe griezelig het was. Ze begint te lachen. Daarna vertelt ze nog meer tot ze begrijpt dat ik er echt geen woord van kan verstaan. Dan groet ze ons in het Engels en loopt door.
Nu komen we langs een muur met een houten deur. De deur is van buiten afgesloten met een stok die tussen de klink gestoken is. Ik haal de stok weg en open de deur voorzichtig alsof er ineens iets engs tevoorschijn kan springen. Ik kom in een tuin die begroeit is met blauwe regen en waar de citroenbomen zwaar zijn van de vruchten. In het midden van de tuin staat een oud huis dat verlaten is, dat weet ik omdat ik door de ramen naar binnen gluur. In een nis in de tuin staat iets dat op een urn lijkt en ik fantaseer dat het de as van de laatste eigenaar draagt. Iemand die graag thuis ‘begraven’ wilde worden. De nabestaanden laten het huis gewoon voor wat het is. Dat kan hier allemaal. Ze bouwen gewoon een nieuw huis tegen een oud huis aan, maar er wordt gesloopt. Het is alsof je honderd jaar terug gaat in de tijd als je door deze straten loopt.
Terug bij de scooter zien we een plattegrond met alle bezienswaardige byzantijnse bouwwerken in de Mani. Hier in Lagkada moet ook een grotkerk zijn uit de 13e eeuw met mooie fresco’s, maar we hebben geen idee waar we die kunnen vinden. Ik zal het echt nog even bij een local moeten vragen.
We rijden terug naar het noorden en komen weer door Nomitsi. Jan parkeert de scooter weer en zegt: Tijd om te lunchen! Dezelfde dames zitten er nog steeds, maar nu zijn ze bijna klaar met de lunch en zitten ze volop een de ouzo en tsipouro. We worden weer enthousiast begroet door het personeel en we bestellen een Griekse salade en spaghetti met iets dat we niet kennen. Het heet Tsouhti en is pasta met siglino, gebrande mitithra en twee gebakken eieren. Geen idee was siglino is en mitithra ken ik ook niet, maar het is lekker. Als we al even zitten te eten komt oma naar me toe en gebaart of ik diegene ben die donderdag heeft gedanst. Ja, dat was ik! Ze geeft me direct een hartelijke handdruk en roept weer: Bravo! Niet lang daarna krijg ik contact met een andere dame aan de grote tafel, ze is blond en heet Anna. Anna laat de meneer naast me vragen stellen in het Engels. Een soort Google translate, maar dan in de vorm van een oudere Griekse meneer. Waar ik vandaan kom en wat ik drink? Ik kom uit Nederland en drink ‘nero’ zegt ik om de anderhalve literfles wijzend. ‘Nee’, zegt de man ‘ze bedoelt of jullie wijn drinken of ouzo.’ Ik schiet in de lach en gebaar dat we nog moeten rijden. Dat blijkt ook geen probleem te zijn, dan kunnen we best een klein flesje tsipouro delen samen, zij trakteert! We nemen het aanbod aan, anders zouden we erg onbeleefd zijn. De man spreekt trouwens een paar woorden Nederlands, hij heeft 13 jaar in Zuid Afrika gewoond. We toosten met Anna en de rest en genieten van ons eten. Inmiddels beginnen de dames te dansen en ik klap vrolijk mee. Anna spoort Jan aan dat hij ook moet klappen en dat hij af en toe een kreet moet slaken. Ik kreun een keer mee en de serveerster ligt blauw van de lach. Dan krijg ik nog een flesje tsipouro. Alleen voor de ‘lady’, want de meneer moet nog rijden. Ik deel het stiekem met Jan, want anders sta ik straks op mijn kop. Nu ben ik aan de beurt, want de vriendin van Anna vindt dat ik ook wel even mee kan dansen. Natuurlijk kan ik dat en de dames genieten met volle teugen. Eén van de anderen pakt twee ouzoglazen en doet ze om haar duim en wijsvinger, daarna gebruikt ze de glazen als een soort castagnetten. Ik vraag me af hoe lang dat goed gaat, maar het valt reuze mee.
We moeten nu echt richting huis, maar ik beloof iedereen dat we donderdag weer naar de live muziek komen. Jan heeft intussen een foto van mij naar Amber en Manon gestuurd en de reacties zijn bijna hetzelfde:
Manon antwoordt: O nee, dat komt niet meer goed 😊 en Amber antwoordt: O jee, is het weer zover 😊. Ik hoop dat ze heel erg op mij lijken, dan hebben ze nog zoveel leuke momenten in het verschiet.
’s Middags kijken we de sprintrace en proberen we wat te slapen, wat niet echt lukt. Zo rond een uur of negen lopen we richting het centrum om een hapje te eten. We belanden weer bij To spitiko tis Angelis en worden nu gelijk meegenomen naar de keuken. We kiezen voor gebraden lam in lemonsauce en kip. Wat een lekkere afsluiting van de dag.
Geschreven door Hazenreizen