Ik zit te schrijven op het terras en wacht tot het 8 uur wordt en de zon onder ons afdak doorkijkt. Als Jan vraagt ‘zullen we gaan?’ blijkt het al bijna half negen te zijn, maar van de zon ontbreekt ieder spoor. De bewolking trekt steeds verder dicht en alleen achter de bergen zijn stukjes blauw te zien.
Vandaag is het naamdag van Aghios Nikolaos oftewel Sint Nikolaas. Vanaf het terras zoom ik in op het kerkje op de klif aan de overkant van de baai, waar de vlaggetjes vrolijk wapperen en de papas staat de wachten op de eerste bezoekers. Het loopt nog niet storm, maar het is ook nog vroeg.
Ik heb onze ‘dekens’ over de rand van het balkon gehangen om te luchten en ineens zie ik nog maar één deken in plaats van twee. Ik kijk over de rand en zie het tweede exemplaar zielig op een hoopje liggen op het dak van de veranda onder ons. Nadat ik de situatie heb ingeschat pak ik een stok met een raamwisser en vis de deken weer omhoog. Het is gelukkig een ultra dun exemplaar, dus het lukt ook nog.
Ik neem mijn camera mee met koffie drinken en oefen, binnen in de duistere bar, met de handmatige instellingen. Eerst oefen ik op een glas en daarna op Minas. Het lukt heel aardig en ik probeer ik het ook met Pavlakos. Hij vindt het leuk en poseert, maar ik krijg hem niet scherp omdat hij met zijn rug naar het raam zit. Sorry Pavlo.
We krijgen vandaag allemaal de koffie van Andreas, want zijn schoonzoon heet Niko en heeft dus ook naamdag vandaag. We feliciteren hem en heffen ons kopje koffie alsof een glas ouzo is. Van Kathy krijgen we een soort ieniemienie deegflapje in een cellofaantje met een strikje. Ze heeft het gisterenavond bij de kerkdienst gekregen en voor ons bewaard, het is gevuld met rozijnen.
Als Dino komt, roept hij ‘Exo, exo!’ Wij, als gehoorzame gasten, pakken onze spullen en gaan buiten aan een tafeltje zitten, waar de temperatuur overigens prima is. Dino zit ook buiten, maar de rest blijft binnen. Ik oefen nu op Dino, maar ook dat lukt niet. Zijn broer Andreas komt om het hoekje om met hem te praten en dit keer lukt het wel. Andreas staat er gekleurd op.
De mannen lijken het geen enkel te probleem te vinden dat ik ze zo zit te bestuderen, maar mijn batterij is op (ik bedoel natuurlijk de batterij van mijn camera). Jan haalt de lader, zodat ik straks nog wel foto’s van de ceremonie kan maken.
Om een uur of tien lopen we naar de haven, waar de halve bevolking van Karpathos zich heeft verzameld. De papas heeft een prachtig koningsblauw gewaad aan en houdt een toespraak, terwijl iemand anders er doorheen zingt. In het midden van de kring staan twee mannen in een keurig uniform, die een ikoon vasthouden (een soort groot schilderen in een, met bloemen versierde, lijst). Daarna doet de papas een rondje waarbij hij met zijn wierrookbrander wiegt, alsof hij met een wichelroede probeert om iets op te sporen. Na de officiële ceremonie loopt iedereen langs de ikoon om de afbeelding te kussen en daarna begint Jan en allemaal te trakteren op lekkers dat ze zelf gebakken of gekocht hebben. O ja, Jan natuurlijk niet, maar wel veel andere mensen, voornamelijk vrouwen en kinderen. Wij krijgen af en toe iets al horen we niet bij de gemeente. Ondertussen staat Manolis grote broden aan te snijden, waar iedereen een stuk van krijgt. Het lijkt precies op het brood dat we in Olympos van die meneer kregen.
We halen onze spullen op bij Kathy, die ons als tip meegeeft om het brood te eten met boter en honing. Dat gaan we maar eens proberen. De ferryboot legt aan als we naar huis lopen en vanaf ons terras volgen we de beslommeringen op de kade. Er rijdt een lijkwagen de boot op en de stoet volgelingen in het zwart blijven op de kade staan. Even later komt de lijkwagen er weer af en rijdt met een flinke vaart door het dorp. De volgelingen springen in hun auto’s en proberen hem bij te houden. Tenminste… zo lijkt het voor ons.
Na het ontbijt van brood met honing, dat heerlijk smaakte, rijden we richting Aperi. Waar de doorgaande weg linksaf de bergen induikt, kun je rechtsaf langs de energiecentrale. Daarna begint een trappetje dat naar een andere Aghios Nikolaos leidt. Jan gaat ervanuit dat er niks te zien is en we rijden door naar het dorp Aghios Nikolaos. Misschien dat we het kapelletje op de terugweg nog kunnen bezoeken.
De bewolking is inmiddels aardig opgelost en ik wil wel even een foto maken van het prachtige uitzicht. Ik stap uit de auto en wordt bijna omver geblazen door de wind. Dat wordt dus een hele snelle foto en dan zoek ik gauw de beschutting van de auto weer op.
Aghios Nikolaos ligt aan de kust en we slaan rechtsaf om met een kronkelig weggetje helemaal af t dalen tot aan de zee. We parkeren de auto en wandelen langs het strand. Er is geen hond te zien en dit keer bedoel ik het heel letterlijk, geen honden, geen katten en ook geen mensen. We kunnen hier nog een cache loggen en we schatten in waar hij ongeveer moet liggen. Aan het eind van het strandje is een grote klif met een soort betonnen platform en daar zouden we moeten zijn. Het water staat hoog, dus we kunnen niet gewoon doorlopen. Ik trek van alles uit totdat ik alleen nog een hemd en een onderbroek aan heb en loop over het grind door het water. Het grind beweegt onder mijn voeten en de golven maken het niet beter, dus ik waggel als een dronken eend naar het betonnen platform. Het platform is hier en daar bedekt met een dun laagje alg en veel gladder dan ik had verwacht, dus kan ik ook hier niet stoer heen en weer lopen. Nu neem ik de houding aan van iemand die voor het eerst op de ijsbaan staat, probeer mezelf staande te houden en tegelijkertijd de cache te zoeken. Even later komt Jan me gezelschap houden en nu zie ik pas hoe komisch het er uit ziet. Hij heeft wel zijn korte broek aangehouden en de pijpen zijn nu al nat aan de onderkant. We lopen samen een beetje te klunzen en dan ga ik terug naar het strand, nog eens kijken van een afstandje, nog een keer terug naar de beton ijsbaan en weer terug naar het strand. Dan komen tot het besluit dat er misschien niet echt een ‘schat’ is verborgen, want we moeten vier vragen beantwoorden over lastige geologische onderwerpen. We loggen de cache met een foto en laten onze benen opdrogen alvorens ons weer aan te kleden.
Op de terugweg komen we niemand tegen tot Aperi behalve wat verloren schapen en geiten. Het is heerlijk zonnig geworden met 18 graden. We rijden langs de gele, zandsteen rotsen die begroeid zijn met pijnbomen. Het heldere groen van de naalden steekt mooi af tegen het zwart van de overjarige dennenappels die onderaan de takken hangen. Soms staat er ineens een loofboom of struik tussen in mooie herfsttinten. Het is echt prachtig hier.
Thuis maken we vegetarische pasta met tomatensaus en spinazie als lunch, met het vooruitzicht dat we vanavond wel weer ergens anders kunnen gaan eten. We hangen verder wat op ons terras, lezen een boek, surfen wat op internet en als het donker wordt lopen een rondje door het dorp tot het tijd is om te eten.
We gaan zitten bij Pigadia voor de bietensalade en bestellen ook nog mosselen saganaki en gegrilde haloume. Na het eten krijgen we een bord fruit met mandarijn en appel met honing en een soort muesli tegelijk met een glas ouzo. Lekker, maar toch mis ik de open haard en het kneuterige van Ellinikon wel een beetje.
Geschreven door Hazenreizen