Vanmorgen regent het. We denken eerst nog aan een bui, maar het wordt steeds slechter. Tussen de buien door brengen we snel een bezoekje aan de dokter, die alleen op zaterdag en dinsdag aanwezig is. Het blijkt een vriendelijke man die van alles afweet over de geschiedenis van Nederland. We worden stevig overhoord en krijgen een dikke onvoldoende. Wanneer werd Nederland onafhankelijk? Hoe heette New York vroeger? Waarom ruilde Nederland New York voor Suriname? Ik zeg altijd: gebeurd is gebeurd, daar moet je niet meer over praten π.
Als de hechtingen eruit zijn, drinken we koffie bij Ya banaki. We krijgen er lekker een mini-chocoladebroodje bij en een mini-roombroodje. Een adres om te onthouden π.
Terug in ons hotel wordt het weer steeds slechter, het onweert zo hard dat je trommelvliezen bijna scheuren van het lawaai β. Uiteindelijk vluchten we naar binnen, waar we het ons comfortabel maken met extra kussens en een boek. Ondertussen krijg ik flashbacks van onze vorige vakantie toen het acht van de tien dagen regende.
Om een uur of drie is de regen iets minder en wagen we het om naar buiten te gaan. We eten een broodje gyros-pita en intussen begint het weer harder te druppelen. We zoeken maar weer toevlucht tot ons hotel en lezen ons boek uit.
De regen houdt aan tot een uur of zeven, daarna wordt het weer droger. We lopen wat langs de boulevard en om acht uur schuiven we aan bij Kostas. Onze tafel is verdwenen en we zijn helemaal gedesoriënteerd π³. We krijgen zo ongeveer het laatste tafeltje dat over is, aan de andere kant van het terras, maar wel helemaal vooraan. Moha (een Marokkaan die eigenlijk Mohammed heet) bedient ons, dus geen aanbevelingen van de kok. We kiezen voor saganaki, pastitio en een salade tricolore. Het is niet wat ik ervan had verwacht, dus ik eet niet veel. Doe mij maar het stokbrood met boter.
De wolken pakken inmiddels weer samen en er hangt een donkere, dreigende lucht boven ons. Het duurt niet lang voor de eerste spetters weer vallen.
Aan het einde van de avond loop ik naar binnen en ik raak aan de praat met twee Nederlandse vrouwen die in de afwaskeuken werken als vrijwilliger. Ineens voel ik een hand op mijn schouder, het is Betty de kok. Ze vraagt me waarom we niet alles hebben opgegeten. Ik zoek naar het juiste antwoord en dan vraagt ze of ik het soms niet lekker vond. Ze kijkt me strak aan en zegt: the truth! Ik geef toe dat het niet onze smaak was en dan lijkt ze opgelucht. Ze begreep al niet dat we dat hadden besteld. Volgende keer moeten we maar tegen Moha zeggen dat Betty wel weet wat wij willen eten, dan komt het helemaal goed. Ze drukt me nog even tegen zich aan en dan loopt ze weer de keuken in.
Geschreven door Hazenreizen