Naar het Kasteel 🏰

Griekenland, Karpathos

Vanmorgen heb ik eerst het gat in mijn broek dicht genaaid. Dat heb ik opgelopen tijdens die klimpartij met die kitten toen ik op een rots ging zitten en mijn broek openhaalde toen ik weer opstond. Rotsen kunnen hier behoorlijk scherp zijn 😊.
Door het oponthoud zijn we te laat om de verloting van de vis mee te maken, die Andreas gevangen heeft. Als ik het tegen Kathy zeg, fluistert ze op samenzweerderige toon dat er ruzie was vanmorgen bij de verloting. De prijs van de vis zou te hoog geweest zijn. Nou ja, gelukkig waren we er dus niet bij.
Wij krijgen onze Griekse koffie van Takis en hij betaalt ook voor Minas, die op zijn beurt weer voor Pavlakos betaalt, die dan weer voor Janis betaalt. Het is net één grote goocheltruc, iedereen betaalt voor iemand anders en niemand betaalt voor zichzelf. De Nescafé die we daarna krijgen is van Kathy, ze geeft me een vette knipoog als ze het zegt. Gisteren had ik snel geld op een schoteltje gelegd toen we weggingen, maar dat kan vandaag dus niet.
Ik raak aan de praat met de schoenmaker, die mijn laarzen zo mooi vindt (eigenlijk zijn het de laarzen van Amber). ‘Je hebt ze zeker in Athene gekocht?’, zegt hij. Vrijdag heb ik geprobeerd bij hem nieuwe schoenen te kopen, maar ze hebben allemaal een te smalle leest en hij heeft nog nooit van breedte maten gehoord. Dat werd hem dus niet. Desondanks vindt hij me nog steeds aardig en hij vraagt me de hemd van het lijf over mijn kennis van de Griekse taal, mijn beroep, mijn leeftijd… het lijkt wel een kruisverhoor. Na een paar keer een blik op Jan te hebben geworpen, laat hij me gaan. ‘Ik wil geen problemen met je man’, geeft hij als reden 😊. Jan ziet er natuurlijk ook wel heel bruut uit.

Het is vandaag stralend weer, licht bewolkt en 21 graden. Mooi weer om iets te ondernemen en Jan heeft al een idee: we gaan naar het vliegveld. Eerst rijden we naar Afiartis, naar het Master Chef restaurant Poseidon Blue. Helaas is het gesloten en we hebben geen idee of het deze winter nog wel open gaat.
We rijden door en komen langs een leuk, knus kapelletje. Ik ben gek op kaarsjes branden dus heb ik bedacht dat ik voor oma Veenvliet en Boei ook wel een kaarsje aan kan steken, zeker in zo’n leuk, fris kapelletje als dit.
Voordat we bij het vliegveld zijn, zien we een heleboel vogels op een telefoondraad zitten die boven de weg loopt. Weer een fotomomentje. Zouden het kauwtjes zijn of bijeneters? Het zijn waarschijnlijk spreeuwen en ze blijven keurig zitten voor de foto, zelfs als we dichterbij komen.
We proberen nog wat weggetjes die allemaal doodlopen of onverhard worden. De onverharde wegen zijn door de regen slecht begaanbaar en die slaan we dus liever over.
Bij het vliegveld zien we dat de deur open staat dus houden we hier een sanitair stop. Je weet maar nooit wanneer je weer de gelegenheid krijgt, maar dat is waarschijnlijk pas weer als we thuis zijn. Het is bijzonder om nu op het vliegveld te lopen, het gebouw is helemaal verlaten, zelfs de schoonmaker zien we niet. We hebben dus een heel vliegveld voor ons alleen, dat is wel wat anders dan Schiphol.
We rijden verder en komen langs een stuk terrein met schapen en heel veel lammetjes, het lijkt wel lente! We volgen deze weg tot we linksaf kunnen slaan, dit is ook onverhard maar het is helemaal vlak en het is de enige weg die achter het vliegveld langs loopt. We volgen hem tot het uiterste puntje en parkeren dan de auto. Lopend vervolgen we onze weg, de heuvel op om te zien hoe het uitzicht is. Achter de heuvel is echter nog een heuvel, dus we kunnen niet naar alle kanten kijken. We komen tijdens de wandeling langs een paar ruïnes van gebouwen die eventueel bij het kasteel kunnen horen. Later vinden we op iedere bergtop een ronde ruïne, dit zouden de wachttorens geweest kunnen zijn van wat eens een enorm kasteel geweest moet zijn. We dwalen over de heuvels en banen ons een pad tussen de keien en stekelstruiken door. Als we op het hoogste punt zijn, zien we onder ons een hele lange rij met geiten, die achter elkaar aan sjokken. We keren om en gaan op zoek naar de terugweg. We zijn wel erg hardleers, want vandaag zijn we weer vergeten om een fles water mee te nemen uit de auto. Volgens mij leren we dat nooit.
We kunnen inmiddels de bloemetjes niet meer bij elke stap ontwijken, het zijn er zoveel. Ze zijn maar klein, een soort ieniemienie irisjes, of minuscule roze of gele bloemetjes en daar tussendoor het groene blad van de ‘uien’ die overal de kop opsteken. Het scheepswrak, waar ik me op verheugd had, zien we niet maar wel grote keien met blauwe stippen die de weg naar beneden markeren. Bij de ruïne zien we nu loopgraven van meters lang, ik volg ze even en kom een paar meter verder weer boven. Nu zien we ineens de geiten weer, die allemaal bij elkaar staan alsof ze een belangrijke ontmoeting hebben. We lopen een stukje verder en zien ineens wat het onderwerp van hun aandacht is, onze auto. Ze verzamelen zich om de auto als een gigantisch welkomstcomité, maar kijken alsof ze ons verwijten dat die hoop schroot op hun pad geparkeerd is. Als we dichterbij komen lopen ze door, allemaal achter elkaar aan in ganzenpas. Een paar kleine geitjes (dat klinkt als kleinigheidjes πŸ˜‰) blijven achter, maar even later zoeken ze toch maar weer de kudde op.
We stappen in de auto, die inmiddels 26 graden aangeeft en rijden voorzichtig weer richting de hoofdweg. We maken nog even een foto van de lucht, die er behoorlijk dreigend uit ziet. Al snel zien we de eerste spetters op onze voorruit en in Menetes regent het echt. We stoppen hier wel bij de bakker om een brood te halen. Het bord zegt ‘bakkerij’, maar de winkel zelf is hooguit 2,5 vierkante meter. De bakkerij zelf, die bij binnenkomst rechts is, is veel groter en er staan zeker acht dames aan een grote werktafel deeg te kneden.
Vanaf hier kunnen we zien dat Pigadia in de zon baadt en we rijden snel door om op ons terras te kunnen lunchen.

Als de auto geparkeerd is en ik op een muurtje mijn bergschoenen omwissel voor mijn laarzen, voel ik de eerste spetters al. Het is maar weinig en we eten lekker buiten, maar dan begint het harder te spetteren en we brengen snel alle kussens naar binnen. Even later breekt het los en regent het harder dan we tot nu toe gezien hebben hier.
Het is een korte, hevige bui die net zo snel stopt als hij begonnen is. De zon komt weer door alsof er niks gebeurd is en we kunnen weer op ons terras zitten. Het nadeel is wel dat onze overkapping bestaat uit twee lagen latjes, die haaks (of minder haaks) op elkaar gemaakt zijn met ongeveer een centimeter tussenruimte. Jan heeft de onderste latjes droog gemaakt zodat het niet zo op de tafel en op de bank drupt, maar er drupt nog wel water van de bovenste plankjes op de onderste plankjes en daarna op de tafel, bank of op je boek. Het is niet veel, dus we negeren het een beetje en vegen de druppels af en toe weg.

Vanavond eten we de ‘restjes’ van gisteren. De paprika’s en tomaten zijn inmiddels heerlijk gegaard en ik warm de paprika’s op in het prutje van tomaat. De aardappels bak ik in de koekenpan op en de spiesen vlees leg ik even op het tosti apparaat. Binnen no time hebben we een heerlijke maaltijd, zonder dat we de deur uit hoeven te gaan.



Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.