Als we opstaan is het droog en de temperatuur is goed, lekker weer om iets te gaan doen. De auto geeft voor de verandering weer een lekker band indicatie, nu rechts achter. Wanneer we gaan tanken, kijkt de pomphouder gelijk de banden na en dan kunnen we richting Volos.
We stoppen in Ano Lechonia bij het station, want op zaterdag en zondag vertrekt hier de antieke trein om 10:00 uur voor de rit van 90 minuten naar Milies. We gaan zelf niet mee, maar het is altijd leuk om te kijken hoe andere mensen in- of uitstappen. Ik vraag ook even aan taxi chauffeur waar de Voliotis Family woont, die hebben een olijfolieperserij. Afgelopen week heb ik ze een mail gestuurd met de vraag of we kunnen komen kijken en dan kan. Vanaf 09:00 gaan ze de olijven verwerken dus we zullen waarschijnlijk maandag bij ze langs gaan. Nu gaan we alleen kijken waar het is, zodat we dan niet hoeven te zoeken. Het blijkt heel eenvoudig, direct na de BP pomp aan de linkerkant (vanuit Kala Nera).
Dan rijden we door naar de haven van Volos om te kijken waar we de auto kunnen parkeren dinsdag en waar we precies meoten zijn voor de afvaart. De makkelijkste manier is parkeren bij de haven zelf al is de weg door Volos wel even lastig. De weg bestaat uit ongeveer drie banen, maar ondanks het parkeerverbod staan er regelmatig auto’s langs de weg. De andere auto’s wisselen dus vaak van baan en daartussenin scheuren de scooters slingerend voorbij. Inhalen gebeurt zowel links als rechts en dan zijn er ook nog voetgangers. Even uitkijken dus. Vandaag parkeren we achter het station, dat is gratis.
Nu zoeken we de winkelstraat op, die direct in de straat achter de boulevard blijkt te zijn. Het is één lange straat, die af en toe een weg kruist maar verder autovrij is. Er zijn gezellige terrasjes en af en toe komt er een heerlijke geur voorbij van versgebakken koekjes of gebak. Je hebt er de populaire winkels zoals H&M, Bershka en Flying Tiger, maar ook kleine Griekse winkeltjes.
Wanneer we terug zijn bij de auto is het inmiddels tijd om iets te eten en tegenover onze auto is toevallig een restaurant: Psistaria ‘ie barela’. We lopen naar binnen, maar alle tafels staan aan elkaar en zijn keurig gedekt met tafelnummers erop. Er blijkt een doopfeest te zijn, maar we mogen wel buiten op het terras zitten. Eerst hebben we alleen een Griekse kaart en dat blijkt nog best lastig, al snel komt de ober een Engelse kaart brengen wat de keuze makkelijker maakt. We nemen een salade met groene appel, cranberries en sinaasappeldressing, aardappels met kaas uit de oven en huisgemaakte souvlaki. ‘Doe maar twee’, zeg ik, in de veronderstelling dat we dan twee stokjes souvlaki krijgen.
De salade is heerlijke en de aardappels blijken patatjes te zijn, maar wel met feta en geraspte kaas uit de oven. Dan komen er twee grote borden aan met ieder drie grote spiezen met souvlaki en een grote berg patat. Oeps, foutje. ‘Je begint al een echte Griekse te worden’, zegt Jan. ‘Dit kunnen we nooit op.’ Het smaakt geweldig, maar het is inderdaad te veel. Daarna krijgen we nog een toetje van huis, een glazen kopje met onderin koekkruimels, dan een laag luchtige yoghurtcreme (of zoiets) en caramelsaus, echt een hemels toetje!
We rijden na het eten verder naar Portaria, om het centaurpad te lopen. Het is een pad door een stuk bos, langs een beek. Door het hoogteverschil zijn er veel watervalletjes en het stenen pad slingert daar doorheen met allerlei bruggetjes. Het is prachtig met die herfstkleuren nu en lekker rustig. Ik ben blij dat ik mijn bergschoenen aangetrokken heb, want het is wel nat en de keien zijn grof en modderig. Soms moet je dikke boomwortels ontwijken of even echt klauteren. Wanneer we bijna aan het eind zijn komt het zonnetje zelfs even door de wolken kijken. We lopen hetzelfde pad weer terug en dan gaan we terug naar Kala Nera.
’s Avonds gaan we nog even langs bij Kostas. We hebben vandaag al zoveel vlees gegeten dat we voldoende hebben aan een portie gevulde groenten. Een paprika en een tomaat, gevuld met rijst en wat aardappeltjes uit de oven.
PS Nog een weetje van onze gids Jim: weet je waarom de deuren in de kloosters zo laag zijn? Wanneer gasten binnenkomen moeten ze bukken, dat is buigen als teken van respect. Wanneer vijanden binnenkomen moeten ze ook bukken en kun je makkelijker hun kop eraf hakken 😊.
Geschreven door Hazenreizen