Het is alweer dinsdag, die laatste week gaat altijd snel. Ons vorige bezoek aan Milies, Vizitsa en Pinakates was erg wazig, dus dat gaan we vandaag goedmaken. We rijden het rondje dit keer in tegengestelde volgorde, zodat het lijkt alsof we hier nog nooit geweest zijn.
We slaan na Kato Gatzea rechtsaf, dan onder Ano Gatzea door en via Aghia Triada verder omhoog. Dit keer parkeren we, net zoals de Grieken dat doen, de auto langs de kant van de weg om op zoek te gaan naar Moni Mega Sotira. Mega betekent groot, dus dat belooft wat! Het pad is onverhard en daalt gestaag, na een paar minuten krijgen we de eerste splitsing (zonder bordje natuurlijk) en we kiezen voor rechts. Daarna nog een afslag en nog een. We houden steeds rechts aan, maar nergens is iets van een klooster te bekennen. Nu is de begroeiing ook zo dicht, dat je het klooster nog niet zou zien als het twee meter van de weg ligt. We realiseren ons dat we alle meters die we nu dalend afleggen, straks weer moeten stijgen en daarom kiezen we ervoor om terug te gaan.
We komen nu langs Alexeika, dat rechts van ons ligt. We kunnen het dit keer dus niet links laten liggen. Er is een echte parkeerplaats boven aan de weg, dus lopen we die ‘paar meter’ naar het dorp wel. Jan heeft er na een paar minuten al geen vertrouwen meer in, maar ik ben ervan overtuigd dat er iets moet zijn. De oranje vlek op de kaart is toch bijna twee centimeter doorsnee, dus het komt vast goed. Jan denkt dat ik gewoon geknoeid hebben dat er daarom een vlek op de kaart zit, maar ik weet wel beter. Ineens zie ik een muurtje en een huis en ik voel mezelf trots, zie je wel dat ik gelijk heb. Er blijkt inderdaad een huis te staan en misschien wel drie, maar erg welkom zijn we niet. Wanneer we een foto willen maken van een hondje, begint de eigenaar boos te praten en te gebaren naar een bord waar een gevaarlijke hond op staat. Ik probeer niet te lachen en aangezien de man het schijnt te menen, lopen we maar weer terug naar de auto. Onderweg raap ik nog twee appeltjes op voor het paard dat even verderop langs de weg staat. Hij vindt het heerlijk en het is maar goed dat hij met een touw is vastgebonden, anders hadden we nu een huisdier gehad.
We hebben na deze twee tegenvallers onze zinnen gezet op Pinakates, een mooi dorp met een gezellig plein vol tafeltjes met geruite kleedjes en stoelen met rieten zittingen. We parkeren de auto bovenaan de weg en lopen met de trappetjes naar het plein dat ... uitgestorven is. Geen tafeltjes en stoeltjes, zelf geen hond of kat te zien. Compleet verlaten met gesloten luiken en grote hangsloten aan de deuren, alsof hier in geen jaren iemand is geweest. Dan maar doorrijden naar Vizitsa.
In Vizitsa lijkt het in eerste instantie ook heel erg stil, maar op het plein is de taverne open en er zitten zelf wat mensen. We drinken er een kop koffie en lopen dan naar het kloostertje dat we vorige gezien hebben. Op het bord staan veel Griekse letters en ik denk dat het klooster geopend is tussen 8.00 en 8.30 in de ochtend. Dat gaan we dus niet redden, maar de poort is open en we kunnen er wel even rond lopen. Van buiten is het niet erg bijzonder en vijf minuten is genoeg om alles te bezichtigen. Op dus naar onze eindbestemming van vandaag: het treinstation van Milies.
Even voor Milies zien we nog een klein, wit kapelletje waar we willen kijken. Het blijkt op slot te zitten, maar ik scan de voorkant en zie in een raamkozijn een kei liggen. Ik schuif de kei opzij, maar het raamkozijn is te hoog en ik kan er niet op kijken. Met mijn hand voelen of er een sleutel ligt doe ik ook niet, de kans dat ik in plaats van een sleutel een spin voel is hier behoorlijk groot gezien het aantal webben. Jan komt te hulp en pakt de sleutel van het kozijn, nu kunnen we even binnen kijken. We maken wat foto’s en sluiten de boel weer netjes af, compleet met de steen die weer op de sleutel ligt.
Wanneer we door Milies rijden, weten we het zeker, alle inwoners van de vorige twee dorpen zitten hier in Milies op het terras. Wij rijden nog even door tot het, overigens uitgestorven, station. Hier parkeren we de auto weer en lopen we over het spoor tot aan de grote spoorbrug en daarna weer terug. Dit is ons favoriete soort wandeling met deze temperaturen, want het spoor loopt bijna horizontaal langs de bergwand dus geen klimmen en dalen.
Terug in Kala Nera kopen we een brood bij de bakker en natuurlijk iets lekkers, een hartvormig broodje met chocoladeglazuur en een chocoladevulling. Wel iets om twee dagen mee te doen, want het is nogal veel voor even bij de koffie.
Aan het einde van de middag dwalen we nog wat door Kala Nera. We gaan nu niet langs de boulevard, maar we slaan gelijk linksaf en lopen langs de kerk en het voetbalveld. Op sommige delen is er geen echt pad, maar dat mag de pret niet drukken. We hebben een zak brood bij ons en het eerste paard dat vriendelijk naar me hinnikt, krijgt iets meer dan eenderde van mijn brood. Even later horen we weer gehinnik van een tweede paard. Het ishet paard dat ik in het begin van de vakantie ook brood heb gevoerd en nu komt hij onmiddellijk naar me toe, voor zover zijn touw dat toelaat. Ik stap over het gaas, baan me een weg door het hoge struikgewas en geef hem de rest van mijn brood op het kontje na.
We lopen nu verder richting de boulevard en bestuderen een kudde waterschildpadjes. Of heet dit misschien een troep, een kolonie of een moord? Een moord :), leuk he? Heb ik pas van Amber geleerd, een moord Kraaien. Nooit geweten. Ik ieder geval verschillen de schildpadjes behoorlijk in grootte, maar allemaal hebben ze prachtige gekleurde strepen in hun nek. Die nek kunnen ze enorm lang maken en in vreemde bochten draaien, ze doen vaag denken aan van die plantaardige dinosaurussen. Dat heet natuurlijk ook anders, maar ook hier zal Amber me graag corrigeren :).
Het laatste stukje brood heb ik bewaard voor mijn grote vriend, een hond aan een touw die achter gaas zit samen met kippen en ganzen. Mijn vaardigheden in gooien zijn niet verbeterd sinds de middelbare school en Jan zoekt daarom een strategische plek voor me, waar ik weinig kwaad kan. De hond komt al blij kwispelend op me af, waarbij zijn hele achterlijf heen en weer gaat. Ik haal uit en gooi ... het brood rolt nog wat verder en dan ... kan hij er net bij. Jan en ik zijn bang dat de kippen en vooral de ganzen veel brutaler dan deze goedaardige lobbes en dat ze zijn brood zullen afpakken. Dat was een verkeerde gedachte. Onze goedaardige lobbes blijkt niet zo sullig te zijn als hij lijkt. Hij springt met het brood in zijn bek op zijn hondenhok, waar niemand bij hem kan komen, en eet daar rustig zijn broodje terwijl hij een lange neus maakt naar al het gevogelte om hem heen.
Als we ‘s avonds naar Kostas gaan, is het druk. Niet gewoon druk, maar heel erg druk. De wedstrijd België - Frankrijk begint om 21.00 uur en het is nu kwart voor. Blijkbaar heeft iedereen bedacht dat je hier op het terras het beste tv-scherm hebt, want er is nog maar een enkel tafeltje vrij. Overleggen met Betty zit er ook niet in, met twee mensen in de keuken en ongeveer 100 eters heb je wel wat beters te doen dan een gezellige babbel maken. Ik kijk dus even in de vitrine en kies dan voor Gemista (gevulde paprika en tomaat met rijst) en Keftedakia (gehaktballen in tomatensaus). Een goede keus, al zeg ik het zelf, ik begin het te leren.
Geschreven door Hazenreizen