Op excursie ๐Ÿš

Griekenland, Municipal Unit of Lefktro

Jan gaat naar de bakker en vandaag hebben we dus ons eerste, echte Griekse ontbijt. Daarna schrijf ik nog een klein stukje aan mijn blog en dan lopen we naar de bakker, waar we opgehaald worden voor de excursie. Aan de overkant van de straat staan vier mensen bij de bushalte, maar wij blijven aan deze kant staan, want de bus moet hier naar rechts. Het busje is keurig op tijd en we worden welkom geheten door een enthousiaste Engelse, die Jane Ashton heet en zo te zien de pensioengerechtigde leeftijd al even heeft bereikt en haar chauffeur Janis, een knappe, jonge Griekse man. De andere reisgenoten zijn Erna en Kees uit Hengelo en Ivor en Roelien uit Scherpenzeel.

De olijfbomen in deze regio worden op dit moment bespoten met een middel dat schadelijke vliegjes afweert. Allemaal op biologische basis, want 99% van alle olijven hier hebben het predicaat biologisch. Het betreft zo’n 10 miljoen bomen.

Het eerste dorp dat we aandoen is Agio Nikolao, waar we gisteren naartoe gelopen zijn. Het heeft nog drie grote verdedigingstorens uit de tweede wereldoorlog. Vóór 1800 bestond dit gebied geheel uit landbouwgebied en de gebouwen in Agio Nikolao waren pakhuizen. Wonen deed je alleen in de bergdorpen omdat het aan de kust veel te gevaarlijk was. De proviand werd wel aangevoerd over zee, maar voor de kust is het erg ondiep dus gingen de grote schepen verder op zee voor anker en werd de proviand met kleine bootjes opgehaald. De groene hijskraan in de haven is een stille getuige uit die tijd. In 1846 werd het eerste huis betrokken hier en daarna groeide het dorp. Mensen die naar Kalamata wilden moesten eerst hierheen komen om met de boot naar Kalamata gebracht te worden. Wanneer je daar geen geld voor had, moest je lopen en dat kostte je drie dagen: een dag heen, een dag uitrusten en inkopen doen en een dag terug.

Het gebied van de eerste en tweede ‘vinger’ van de Peloponesos wordt de Mani genoemd. Spartanen zijn hierheen getrokken toen ze verdreven werden en bouwden hier torens die goed te verdedigen waren. De torens stonden langs de hele kust op beperkte afstand van elkaar. Bij naderend onheil stookten ze een vuur boven in de toren, dit werd dan opgemerkt door de naaste torens en die ontstaken dan ook een vuur, zodat binnen korte tijd iedereen gewaarschuwd was. Gezinnen konden in deze torens vluchten, waar ze veilig waren voor de vijand. Nog steeds worden nieuwe gebouwen in deze stijl gebouwd.

De gezinnen die in de bergen woonden, hadden drinkwater uit de bronnen. Zonen erfden deze landerijen, want water was belangrijk om te kunnen overleven. De dochters erfden de landerijen die aan zee lagen, want die waren niets waard. Tegenwoordig is dit anders, omdat juist de kustplaatsen veel geld opbrengen, er wonen dus veel rijke vrouwen hier.

We rijden via Platsa naar Naós Agíou Nikoláou, een Byzantijnse kerk die gebouwd is op de restanten van een Spartaanse tempel. De tempels werden gebouwd op energiebanen in de aarde en als bouwmateriaal werden stenen gebruikt van oude huizen. De stenen van de tempel werden weer gebruikt om de Byzantijnse kerk te bouwen. Eén kant van een Griekse kerk is altijd rond, deze ronde kant wijst altijd naar het oosten , omdat Jezus vanuit het oosten zal komen bij zijn wederopstanding. Ben je de weg kwijt, dan weet je dus altijd waar het oosten is als je een kerk of kapelletje ziet. Alleen al in deze vinger van de Peloponnesos staan meer dan 3000 kerken en kapelletjes, dus dat een goede tip. Soms zie je kapelletjes op afgelegen plekken, dat is speciaal voor de boeren. Mensen moeten altijd één of twee keer per dag naar de kerk kunnen gaan, waar ze zich ook bevinden.

We lopen nog verder, langs de kerk een pad af. Na ongeveer 100 meter komen we bij een amfitheater. Het is pas tien jaar oud, maar geheel volgens de oude traditie gebouwd. Het biedt plaats aan 2000 mensen. Het theater is geschonken door de overheid, maar wordt al vijf jaar niet gebruikt, omdat het dorp geen geld heeft voor onderhoud. Jan test de akoestiek door in het midden van de Arena te staan en dan op normaal volume met ons te praten. Het gaat prima, zonder stemverheffing.

We rijden met het busje door naar Refoulo Grill & Coffee Bar in Nomitsi en bestellen daar een kop koffie en een Ekmek. Geen idee wat het is, maar de ober laat het zien en het ziet er lekker uit. Het smaakt trouwens ook lekker, het is fris en niet zo zoet. We laten ons gelijk overhalen om morgen te komen grillen. We hebben natuurlijk geen vervoer, maar Kees biedt aan dat we met hen mee mogen rijden. Niet echt iets voor ons, maar ik durf het dit keer wel aan.
Aan de overkant van de weg is een oud kapelletje dat we mogen bezoeken en daarna zetten we onze tocht voort naar de regio van Milea. Milea bestaat uit vier dorpen die samen 20 kerken hebben. In 1969 kregen de inwoners hier voor het eerst elektriciteit en in 1972 kreeg het dorp Stoupa televisie.

We stoppen bij het dorp Kyveleía dat 4 inwoners telt. Hier brengen we een bezoek aan de begraafplaats, die plaats biedt aan ongeveer tien graven, waarvan er nog één beschikbaar is. In Griekenland kun je een graf huren voor de periode van drie, vijf of zeven jaar. Even jaren schijnen ongeluk te brengen. Drie jaar is het minimum, omdat een lichaam drie jaar nodig heeft om helemaal te vergaan. Daarna wordt het graf geopend en komt de familie om de beenderen te wassen die in een rode satijnen zak worden gedaan en daarna in een kistje verpakt worden. Dit kistje wordt opgeslagen in het knokenhuisje op de begraafplaats of je mag het mee naar huis nemen. Op deze begraafplaats liggen allemaal mensen met dezelfde achternaam, de jongste is met 65 jaar overleden, de oudste toen hij 106 was. Begraven worden kost niets in Griekenland. Alleen het ‘pimpen’ van een graf moet de familie zelf betalen. Een graf dat met een marmeren opbouw is versierd kost zo’n 1500 euro. Bij de meeste graven staat een kastje met een kaars, water en olie om het pad te verlichten naar de volgende verblijfplaats. De overledenen worden allemaal met hun voeten naar het oosten begraven, wederom vanwege de wederopstanding van Jezus, die uit het oosten zal komen. Veel graven zijn met grind bedekt, zodat de wederopstanding van zijn volgelingen wordt vergemakkelijkt.
Je wordt hier binnen 12 uur begraven, omdat er geen voorzieningen zijn om het lichaam te koelen. Vroeger kon je ook een graf kopen in Griekenland, maar door plaatsgebrek is dat niet meer mogelijk. Er zijn steden waar je niet meer dan drie jaar begraven mag zijn, dan wordt het graf ‘geruimd’ om plek te maken voor de volgende.

In Griekenland is het verplicht om te stemmen in de plaats waar je geboren bent, ongeacht waar je nu woont. Bij geldgebrek betaalt de overheid drie dagen salaris en vervoerskosten wanneer je moet gaan stemmen. Overheidsgeld wordt aan dorpen toegekend naar het aantal mensen dat daar moet stemmen. De oudere generatie wil dit systeem graag in ere houden, omdat daarmee voorzieningen worden betaald zoals infrastructuur. De jongeren willen dit liever anders zien, zodat ze kunnen stemmen in de plaats waar ze wonen.

Hier groeien veel olijven de kalamata oijven die geschikt zijn voor olijfolie en de Kalamon variant die geschikt is voor consumptie. Wanneer je deze olijven plukt moeten ze zwart zijn, daarna doe je ze in een bak met zout water (of zeewater als je aan de kust woont) dat je iedere twee dagen ververst. Na drie maanden zijn de olijven klaar om te eten. Snij je de olijven in dan duurt het ‘slechts’ tien weken.

Kato Chora is het derde dorp, het betekent ‘onder de stad’. Het woord ‘stad’ staat hier voor het grootste van de vier dorpen: Milea, dat afgeleid is van ‘appel’. Vroeger stonden hier heel veel appelbomen, maar tegenwoordig niet meer.

Langs de kant van de weg staat een autowrak, waarbij prachtige bloemen en struiken uit de ramen en het dak groeien. Aan de overkant van het dal is een stukje van een klooster te zien en onder de school is een klein kerkje te vinden uit 1749. Dat slaan we allemaal over, vanwege tijdgebrek. Tegen de bergwand zien we een groepje helderblauwe bijenkasten en zo naderen we Karavouni, dat ook wel Nutmountain genoemd wordt vanwege de vele notenbomen.
We bezoeken hier een olijfolie museum, waar we ook een lichte lunch krijgen.

Jane vertelt dat ze de trotse bezitter is van 50 olijfbomen. Ze kan, samen met haar man, drie bomen oogsten in één dag. Het eerste jaar hebben ze dat gedaan, het tweede jaar hebben ze familie en vrienden gevraagd te helpen en het derde jaar wilde er niemand meer helpen. Olijven plukken blijkt een zwaar en vies karwei te zijn. Tegenwoordig bestaan er een soort strimmers, waarmee je de olijven mechanisch kunt plukken, nu kunnen ze samen tien bomen oogsten per dag. Die olijven brengen ze naar de fabriek, waarbij 50 kilo olijven ongeveer twee liter olijfolie oplevert. De fabriek vraagt 10% provisie voor het werk en koopt eventuele overige olie terug om te verkopen voor ongeveer 4 euro per liter. Het betalen in natura komt nog van vroeger. Je kon toen een deel van je olijven ruilen tegen een brood of je ruilde een olijfboom tegen een schaap. Door al die ruilhandel bezitten mensen soms een paar bomen op de ene plek en nog een paar op een andere plek. Voor het kadaster was het onmogelijk om al deze stukjes land in kaart te brengen, vooral omdat er vaak geen eigendomsbewijzen zijn. ‘Mijn grootvader heeft die bomen gekregen toen hij een zomer geholpen heeft met oogsten’ of ‘dat is nog van mijn oerovergrootoma’ zijn lastige dingen. Mensen proberen nu zo veel mogelijk olijfbomen met elkaar te ruilen om een groter aaneengesloten gebied te verkrijgen.

De lunch is fantastisch met Griekse salade met sinaasappel, tzatziki, aardappelomelet, brood, water en wijn. Daarna lopen we nog even door het dorp, maar het is inmiddels flink afgekoeld en waait een stevige bries.
We rijden nu terug naar Stoupa, waarbij Jane ons nog wijst op de plaats Pyrgos en op Neochori, de nieuwe stad.

P.S. De kastjes langs de weg waar een kaarsje in brand zijn ter herdenking, maar ik heb vandaag geleerd dat een foto van een persoon in zo’n kastje betekent dat diegene verongelukt is en een plaatje van een heilige betekent dat diegene het overleefd heeft.

Inmiddels zitten we op ons balkon, met een lekker zonnetje, een beetje bewolking en een stevig briesje. Even lekker ontspannen voordat we weer op zoek moeten naar iets te eten ๐Ÿ˜Š. Ik werk alvast aan mijn blog van vandaag, want anders ben ik alles alweer vergeten morgen.

Vanavond eten we bij Akrogiali, dat naast Pevka ligt. Ze hebben een groot terras dat met zeilen is afgezet, maar toch lijkt het binnen lekkerder. Er zijn zes tafeltjes bezet, met overwegend Engelsen. Een dame heeft een gesprek op de luidspreker, een andere dame luistert naar een filmpje, de heren zijn duidelijk niet zo interessant. Ik probeer me er niet teveel aan te storen, maar ik vind het erg asociaal om in een restaurant op deze manier met je telefoon bezig te zijn.

We bestellen op aanraden van de ober de gevulde groente en runderstifado. De gevulde groente bestaat uit twee kleine, groene paprika’s, een grote tomaat en aardappelen uit de oven. Jan vindt zelfs de groene paprika lekker, terwijl dit normaal niet favoriet is bij hem. De stifado wordt opgediend als twee flinke stukken draadjesvlees, daarnaast wat gestoofde uitjes en eveneens aardappelen uit de oven. Toch zijn de aardappels van het ene gerecht niet hetzelfde als van het andere gerecht. Het is weer allemaal heerlijk en ik begin te geloven dat je hier in geen enkel restaurant teleurgesteld wordt. De echte toeristenmenu’s heb ik hier nog niet gezien. Als toetje krijgen we een schoteltje loukomades met yoghurt en honing en kaneel, heerlijk!

Thuis zitten we nog heel even op het balkon, maar het waait flink. Het is onbewolkt en de hemel is bezaaid met sterren, dus Jan speurt nog even de hemel af met zijn sterrenapp.

Geschreven door

Al 2 reacties bij dit reisverslag

Ik dacht dat Kalamata olijven en Kalamon olijven in principe hetzelfde was, maar dat Kalamon olijven eigenlijk Kalamata olijven zijn die niet in die regio staan en dus niet de naam "Kalamata" mogen hebben. In Kalamata hadden we trouwens die lekkere pizza's gegeten bij Panellinion Pizzeria-Cafรฉ-Bar.. met een mooi terras onder grote bomen. En we zijn toen ook naar Archaeological Site of Ancient Messini gegaan. Heel mooi! maar je moet er niet wat gaan drinken. Ze hebben Amerikaanse prijzen..

AwesomeAmber 2023-04-27 19:13:16

Volgende week gaan we een auto huren, dan gaan we vast wel een keer naar kalamata ๐Ÿ˜˜

Hazenreizen 2023-04-27 23:45:30
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.