Vandaag sturen we eerst Frank een sms om hem te feliciteren met zijn verjaardag. Na het ontbijt lopen we even door de haven, waar de katten al zitten te wachten tot de vissers hun visafval overboord gooien. De vis wordt zo vanuit de pick-up truck verkocht. Daarna fietsen Jan en ik naar Kalloni, Amber blijft liever even thuis. We worden onderweg even van elkaar gescheiden door een kudde schapen, maar we vinden elkaar snel terug :).
We drinken koffie in Dafia en doen de nodige boodschappen. We kopen een lekkere biefstuk en fietsen daarna heen en weer tussen twee supermarkten om de rest van de boodschappen te doen. (Waarom weet ik echt niet meer, het is al zo lang geleden :)).
We kopen een nieuwe zonnebril voor mij, omdat mijn pootje gebroken is. In plaats van een chique zwarte met een net Dolce & Cabana logo, heb ik nu een roze met donkerrood gestreepte. Misschien niet zo chique, maar hij helpt wel goed tegen de zon.
Over het algemeen zijn de Grieken niet erg religieus en al helemaal niet op een dweperige, starre manier. De Grieks-orthodoxe kerk dreigt niet met hel en verdoemenis als mensen niet naar de kerk komen. De kerk bemoeit zich ook niet met hun privé-leven. De zondagsdiensten worden echter drukbezocht en buitenlandse bezoekers zijn welkom. Overigens gaat het daarbij heel wat minder vormelijk aan toe dan men zou verwachten. Omdat de diensten zo lang duren, gaan veel mensen halverwege al weer weg. Of ze komen later binnen, onderweg nog even een praatje makend met een vriend of kennis. Al beweren ze het tegendeel, feit is dat alle Grieken geloven in het 'Boze Oog'. Er is geen kind dat geen kettinkje om zijn hals heeft met een turkooisachtige steen bij wijze van amulet, waarop soms een oog is geschilderd. Op het platteland zie je dergelijke halssnoeren ook bij paarden en ezels, en in auto's hangen ze vaak aan de achteruitkijkspiegel. De Grieken vonden dat ieder mens moest onderzoeken wie hij of zij was en zijn of haar grens moest kennen. Een van de beroemdste uitdrukkingen uit het oude Griekenland werd dan ook: 'ken jezelf'. Zoals wij het Griekse landschap zien, zo zagen de ouden Grieken het ook. Maar de natuur riep vragen op. Hoe kwam het dat water bewoog? Wie deed de bomen ruisen? Het moesten wel goden zijn. Overal in de natuur schuilden ze. Het moest een godin zijn met lang blond haar die het koren deed groeien. De goden bepaalden ook het leven van de mens. Voor letterlijk alles was er wel een god, voor ziekte, voor dood, voor rijkdom, voor tegenslag en ga zo maar door.
's Middags gaan we nog een stukje fietsen, dit keer met Amber. We genieten weer van de diversiteit aan planten en dieren, maar vooral de meters hoge rietpluimen zijn prachtig om te zien.
's Avonds eten we biefstuk met gegrilde groenten en gebakken aardappelen. (Sorry, maar waarom? Griekenland heeft zulke heerlijke gerechten, waarom zou je biefstuk eten? Dat doen we tegenwoordig dus ook niet meer.)
Mijn fiets is al kapot, dus die brengen we terug naar Maria en ruilen hem om voor een andere.
Geschreven door Hazenreizen