De wind is iets afgenomen en vanmorgen kunnen buiten zitten bij de BoBD. We begroeten Vasilikis en zijn vriend, maar nu blijkt Vasilikis eigenlijk Dino te heten en zijn vriend Pavlako (als ik het goed onthouden heb). Ik blijf het net zo lang proberen totdat ik weet hoe iedereen heet. Jan zei steeds al dat hij Dino heten, maar ik dacht dat het misschien een bijnaam was (wat het misschien ook is :D).
Pavlako blijkt goed Engels te spreken, dus hebben we een heel gezellig gesprek waarbij soms iets wordt vertaald van of voor Dino. Takis komt ook bij ons zitten en ik laat de mannen foto’s zien van Amber, Manon en de kleinkinderen. Ze knikken en zeggen van iedereen ‘leuk’ of ‘mooi’ of ‘knap’ en vragen hoe oud Wessel en Kim zijn. Vasilikis eh sorry Dino vertelt dat hij vijf kleinkinderen heeft, ik zal nog even naar de leeftijden vragen. Nu laat ik een foto van mijn moeder zien (van de bruiloft van Frank en Manon), de ogen van Pavlako beginnen te glimmen en de telefoon wordt direct uit mijn handen gepakt zodat hij haar eens aandachtig van dichtbij kan bekijken. Kathy komt net naar buiten met de koffie en hij zegt: ‘Kijk Kathy, jullie zijn even oud’. Kathy kijkt nooit zuur, maar nu wel. Hier heeft hij geen punten mee gescoord, want ik denk dat Kathy misschien 70 is.
Ze vragen ook hoe het is afgelopen met de scooter en waar we allemaal geweest zijn gisteren. Takis blijkt in de zomer in Apela Beach te zitten om ligbedden te verhuren, zijn bedjes staan daar nu nog. Hij zegt iets en Kathy kijkt verschrikt, terwijl de andere mannen lachen. Ze voelt zich verplicht om het te vertalen, want Takis spreekt alleen maar Grieks. ‘Als jullie weer naar Apela Beach gaan mag je gerust zo’n bedje pakken, zet hem lekker onder de bomen daar en heb seks.’ Pavlako lacht nog eens en roept: Seks on the beach! Nu is het hek van de dam en mannen komen helemaal los. We willen nog een rondje koffie geven, maar Kathy steekt haar hand in de lucht, Takis heeft weer alles betaald. Dino en Pavlako vertrekken, want die gaan vis verkopen vóór de supermarkt bij het busstation.
Als het rustiger wordt loop ik naar binnen om met Kathy te praten aan de bar. Ze is in 1960 met haar ouders en zusjes naar Amerika vertrokken, daar was geen Griekse school dus moest ze naar een Italiaanse school. Na school volgde ze een opleiding voor kapper en schoonheidsspecialiste en ’s avonds om 21:00 uur ging ze nog een uur naar de avondschool voor Engelse les. Haar oma woonde nog op Karpathos en vertelde haar dat zij haar huis zou erven. Toen Kathy bij haar op vakantie ging had oma een partner voor haar geregeld die 20 jaar ouder was, zij was toen pas 16. Oma had destijds veel invloed en dus trouwde ze en kreeg twee kinderen, terwijl ze op Karpathos bleef wonen. Niet lang daarna overleed haar man en bleef ze achter met twee kleine kinderen. Ze had de keus om terug te gaan naar Amerika, maar dat deed ze niet. Ze is altijd hier gebleven en nooit hertrouwd.
Ze vertelt ook dat Dino in een huis woont met zijn kinderen en kleinkinderen, in totaal zijn ze met 11 personen. De kinderen werken niet (waarom niet heb ik niet begrepen) en Dino onderhoudt iedereen. Kathy zamelt daarom 2e hands kleding en schoenen in voor hen. ‘Vissers moeten hard werken’, zegt ze nog eens. ‘Ze leven per dag, zorgen dat je ’s avonds eten op tafel hebt.’ Het is niet de bedoeling dat ik medelijden met ze heb, zeker niet, maar het leven is moeilijk. Dat drukt ze me wel op het hart.
Daarna gaan we over op een luchtiger onderwerp en ze legt me uit dat er op Karpathos geen spinnen zijn, omdat Karpathos droog en heet is, zonder bossen. Spinnen vinden dat niet leuk. Nou dat komt goed uit, want ik vind spinnen niet zo leuk.
Jan legt bij het weggaan €5 op het dienblad. Wanneer Kathy begint te protesteren, zegt hij dat ze daarvoor morgen de koffie kan betalen van Takis. Ze knikt, dat is goed.
Ik wil graag even kijken bij de visverkoop en de zaken lijken goed te gaan. We komen dichterbij en vragen aan Dino waar we deze vis kunnen eten. Pavlako is er nu even niet om hem te helpen en hij begrijpt ons niet goed. Natuurlijk kunnen we deze vis eten, hij pakt een plastic tas en doet er een vis in. Jan mag niet betalen! Ik vraag hoe ik deze vis moet klaarmaken, maar ook dat begrijpt hij niet. Iemand anders schiet te hulp en geeft wat aanwijzingen.
We rijden richting het vliegveld, want Jan heeft uitgevonden dat we daar een auto kunnen huren voor ongeveer €10 per dag. Het vliegveld is dicht dus rijden we verder (via de onverharde kustweg) naar Aghios Theodoros om te cachen. Het is de cache met de klei, maar ik smeer me graag nog eens in met deze klei. Met een groen gezicht loop ik heen en weer tot de klei is opgedroogd, daarna spoel ik het af met de tuinslang met zoet water. De handdoek ligt helaas nog in de auto, dus lopen we eerst het hele stuk weer omhoog met een nat bekje en natte handen. De handdoek heb ik al bijna niet meer nodig tegen de tijd dat we bij de auto zijn.
We rijden nu door naar Arkasa, waar alles dicht lijkt te zitten en vinden een tentje waar we een frapee en een spinazie-kaaspie kunnen bestellen. Jan heeft gelijk een vriend die met hem wil toasten en uitlegt hoe dat werkt met ‘yamas’. Helaas vertelt hij het in het Grieks, maar Jan speelt mee en toast met hem. De man is ergens in de 20 schat ik, maar geestelijk beperkt en de serveerster glimlacht als ze ziet hoe Jan met hem toast.
Menetes is de volgende stop, maar we stoppen bij de grote kerk terwijl de cache bij de kleine kerk net buiten het dorp licht. Eerst maar een rondje door Menetes lopen dus en kijken of Manolis nog steeds zijn restaurant heeft. We zien dat hij binnen zit met zijn zoon, dus volgende keer kunnen we best proberen of we daar iets kunnen eten. Het restaurant met de blauwe wenteltrap is gesloten en ook Two Brothers (dat tegenwoordig Perdika heet) is nu dicht. We lopen langs de auto het dorp uit naar het kapelletje voor de laatste Adventure cache en daarna terug naar de auto om nog eens langs het vliegveld te gaan. Onderweg plukken we nog wat peulen van de Mimosa die hier prachtig in bloei staat.
Alleen de Hertz autoverhuur is open en daar kunnen ze niet lager gaan dan €20 per dag, we zullen dus online moeten boeken.
Thuis gekomen realiseer ik me dat de vis natuurlijk niet is schoongemaakt, dat zullen we zelf moeten doen. Ik vraag aan Jan of hij ervaring heeft, maar die zegt dat het vast niet moeilijk is. Dat betekent dat hij ook geen ervaringsdeskundige is 😊. Nu bedenk ik me ook dat Jan en bloed niet zo goed samen gaan dus dat ik waarschijnlijk de honneurs moet waarnemen. Ik loop wat heen en weer en neem de vis in de plastic zak mee naar buiten om hem vervolgens op een placemat op de buitentafel te leggen. Het enige mes dat ik heb is het kleine kartelmes, dat we ook als broodmes gebruiken. Ik leg het ook de placemat en ga dan op zoek naar een tutorial over vis schoonmaken. Misschien is buiten niet zo’n goede plek als ik de bloederige details lees, dus gaat de vis weer mee naar binnen. Eerst maar even afwassen en de vaat opruimen, dan het aanrecht en de wasbak goed schoonmaken. Zullen we eerst koffie drinken? Amber herkent dit vast wel, dit staat bekend als uitstelgedrag als je ergens tegenop ziet.
De gebruiksaanwijzing die ik heb gevonden bestaat alleen uit tekst en tekeningen, dat leek me prettiger dan een realistisch filmpje.
- Maak een ondiepe incisie van de anus tot de voorste (buik)vinnen, snij niet te diep want dan snij je de darmen open.
Ik word nu al een beetje draaierig. In de omschrijving wordt uitgelegd dat het geen leuk werkje is, maar dat je alles weer vergeten bent als je de vis proeft, een beetje vergelijkbaar met een bevalling stel ik me zo voor. Om het minder confronterend te maken laat ik de vis in de plastic zak zitten en dek de kop en staart ermee af. Nu lijkt het een beetje op een operatie. Ik veeg de anus van de vis schoon en pak het mes. In stilte bied ik mijn excuus aan de vis aan en beloof hem dat ik hem met respect zal behandelen. Daar heb ik geen last van met een kippenpoot of karbonade, maar dit is toch een wel een echt dier om te zien. Nou ja, ik zal jullie verder niet meer lastig vallen met mijn probleem.
Ik maak dus een ondiepe incisie en spoel de vis wat af met water.
- Steek je vingers in de ontstane opening en haal de darmen uit de buikholte, vergeet de zwarte nier niet.
Even diep uithalen… het gaat makkelijker dan verwacht alleen het laatste stukje wil niet los. Ik probeer van alles en uiteindelijk pak ik het mes erbij.
- Spoel de vis goed schoon van buiten, maar ook van binnen en zorg dat je vooral langs de ruggengraat al het donkerrode weefsel weghaalt, dit heeft een sterke smaak die je liever niet wilt.
Dapper ga ik aan het spoelen en daarna dep ik de vis droog. Ik masseer hem met een beetje olijfolie en vul zijn buik met halve plakjes citroen en een beetje peper en zout. Daarna snij ik de zijkanten van de vis schuin in, zoals me is uitgelegd toen we de vis kregen. Ik leg hem in een aluminium schaal, waar kop en staart uitsteken. Nog een bakje er bovenop om een soort over te creëren en dan is hij er klaar voor. Ik kook nog aardappels die ik met rozemarijn ook in een schaal op de barbecue kan zetten.
Jan steekt de barbecue aan en na een half uurtje is hij zo ver dat de aardappels erop kunnen. Het begint zachtjes te regenen en al gauw regent het iets minder zachtjes. Ik weet niet of ik het al gezegd, maar ons afdak is niet waterdicht. Het bestaat uit kleine planken die met een kleine tussenruimte aan elkaar geschroefd zijn. Ik bak de aardappels dus maar verder in de koekenpan en Jan zet de vis op de barbecue, die we zo dicht mogelijk tegen het huis aanzetten. Na een minuut of tien keren we de vis om en Jan plukt de gare stukken alvast van de vis. Het smaakt heerlijk! Echt de smaakt van tonijn. Zo doen we het nog een paar keer en uiteindelijk hebben we nog een flinke portie vis over, die bewaren we tot morgen. De aardappels smaken ook goed en als groente heb ik ijsbergsla fijn gesneden en er een bakje groentesalade door gegooid, geen groot succes maar wel lekker fris.
Na het eten lopen we een rondje door de stad en Mimis laat ons zijn atelier zien, waar hij instrumenten restaureert en sierraden maakt met filigraan. Hij is getrouwd met de Nederlandse Connie en spreekt Engels. Hij vertelt ons dat zijn broer Chronis (van restaurant Pelagos) op vrijdag muziek maakt bij Asteri (een soort cafe), het is niet zijn soort tent dus hij doet niet mee, maar we kunnen ‘gerust gaan kijken’.
Geschreven door Hazenreizen