We vertrekken om tien minuten over twee richting Schiphol. Gisterenavond hebben we Binky bij Elise achter gelaten, maar daar leek hij geen moeite mee te hebben. Amber wordt regelmatig op de hoogte gehouden en we hebben al diverse bekende houdingen en gezichtsuitdrukkingen voorbij zien komen.
Bij Schiphol rijden we door naar vertrekhal 3 ingang C, om vervolgens de auto achter te laten bij iemand van een valetparking bedrijf. Het inchecken gaat vlot en we vermaken ons prima tot vertrek. Jan heeft de plaatsen al gereserveerd, een plek aan het raam voor Amber, een plek aan het andere raam voor hem en een slaapplek voor mij. Deze keer staan we als eerste in de rij om het vliegtuig in te gaan. Dat heeft als voordeel dat je niet in hetgangpad hoeft te wachten tot al die andere mensen een keer hun bagage hebben opgeborgen. Voor ik het in de gaten heb, zijn we alweer in Griekenland.
Een luxe touringcar brengt ons rechtstreeks naar Parga, bij de eerste stop mogen we er al uit en wachten we op een klein busje. Die brengt ons naar Huize Renata.
‘De eigenaar is een ouder echtpaar dat geen Engels spreekt, er is ook een schoonmaakster die eveneens geen Engels spreekt’, deelt de hostess ons mee. Nou dat klinkt al goed, lekker met handen en voeten aan de slag. We slaan tegenover ‘de gele kanarie’ rechtsaf en klimmen steil omhoog. Geen appartement voor Jantien dus, want die laatste etappe is er wel een die je iedere dag een paar keer moet afleggen.
De schoonmaakster ontvangt ons hartelijk en toont vol trots het appartement. Het is werkelijk schitterend! Een slaapkamer met aangrenzende badkamer voor Amber, met een wastafel in de vorm van een schelp en grote koperen kranen. Een slaapkamer met een tweepersoonsbed en een klamboe met roosjes voor Jan voor mij, ook met een badkamer met ligbad zelfs. De woonkamer is net zo groot als thuis en de keuken ook. Het balkon is fantastisch, we hebben uitzicht over de stad, het kasteel (nou ja, de restanten ervan) en de zee. In de verte zien we de eilanden Paxos en Antipaxos. ‘S morgens ligt het balkon, dat net zo groot is als het appartement, in de schaduw. ‘S middags komt de zon op het balkon, maar dan kun je het zonnescherm laten zakken. Er zitten zeven ramen in de woonkamer/keuken, die je lekker tegen elkaar kunt open zetten en de deur naar het balkon is dezelfde als thuis, helemaal open te schuiven tot een groot gat van een meter of drie breed. We pakken de koffers uit en installeren ons, daarna is het tijd voor de lunch.
We slenteren naar beneden, door een wirwar van kleine straatjes vol met souvenirwinkels, boetiekjes en restaurants. Bij de zee gaan we linksaf langs de boulevard. Dit is niet zo mijn ding, moderne restaurants, Engelse muziek en veel toeristen. We lopen nog verder, gaan weere wat landinwaarts en dan langs de ‘hoofdweg’. Ook hier zijn veel restaurants en onze keuze valt op Petros, maar ook daar klinkt Engelse muziek. De ober spreekt ons aan en ik zeg dat we op zoek zijn naar een restaurant met Griekse muziek. ‘Geen probleem, dan geef ik u Griekse muziek’. Hij draait zich om en twee seconden later klinkt er Griekse muziek uit de luidsprekers. Onze lunch bestaat uit een combinatie van voorgerechten, aubergine opgerold met fetta en verse tomatensaus, baby aardappels met mosterdsaus, bacon, lente-ui en kefalotiri kaas, tomatensalade met komkommer, uit en paprika en als laatste zuchiniballs oftewel couretteballen met yoghurtsaus. Jan neemt een kijkje in de open keuken en praat met de kok over het lam dat aan het spit boven de houtskool hangt. Het blijkt op bestelling te zijn voor een gezelschap dat ‘s avonds komt eten. Het eten is heerlijk en we krijgen echt dat vakantiegevoel.
Na de lunch houden we een siesta en daarna lopen Jan en ik nog een rondje door het dorp. We drinken aan biertje (en ik water) om ons vochttekort aan te vullen en besluiten ‘s avonds in het zelfde restaurant te gaan eten. Terug in het appartement is het tijd om te lezen, appen, of iets anders om te ontspannen.
Voor het diner lopen we weer terug naar Taverne Ouzeri Apagkio. Amber wordt keurig achter de tafel klem gezet op een bankje en Jan en ik als escorte aan de kopse kanten van de tafel. We kiezen dit keer voor aardappelsalade, varken uit de oven, patatjes en spaghetti met mosselen en garnalen. Dit keer nemen we een halve liter wijn, maar we delen hem met z’n drieën. Vooraf krijgen we een glaasje ouzo, dus meer alcohol moeten we niet nemen. We moeten tenslotte nog een eind klimmen.
Als we op de hoofdweg zijn beland, voel ik een druppel op mijn hoofd. Jan en Amber lachen schamper, haha een druppel. Dan voelt Jan ook een druppel en daarna Amber ook. De druppels volgen elkaar steeds sneller op en het lijkt bijna op regen. Het zet gelukkig niet echt door, zodat we droog thuis komen.
Geschreven door Hazenreizen