Vandaag is weer een reisdag, dus geen rituelen maar vroeg opstaan en naar de haven. De koffers laten we hier, zodat Vicky (onze hostess) ze dinsdag naar hotel Melisana kan brengen. We nemen zelf een rugzakje mee naar Ithaka met wat kleding en toiletspullen. Natuurlijk nemen we ook de laptop mee, zodat het blog gewoon door kan gaan.
In de haven nemen we een kop ‘coffee to go’ en dan schepen we in. De overtocht neemt zo’n 45 minuten in beslag en is niet heel spannend, maar wel lekker. Wij zitten, als echte Grieken, in onze lange broek en met lange mouwen omdat het koud is. Alle andere gasten hebben blote benen en blote armen, brrr. Als we er bijna zijn wordt iedereen gevraagd naar beneden te gaan, omdat de boot ‘direct’ weer vertrekt. Twee mannen staan op en beginnen oefeningen te doen alsof ze een paar uur opgesloten hebben gezeten en bang zijn voor trombose. Een andere man probeert met zijn telefoon in een selfiestick foto’s te maken. Hij twijfelt of hij zijn bril op of af moet doen, tilt zijn kin nog iets hoger en oefent met glimlachen. Als hij ondertussen zijn arm nonchalant op de leuning wil leggen, grijpt hij mis. Helaas loopt het goed af, het had zo leuk kunnen zijn.
We stappen op de scooter en rijden rechtstreeks naar Stavros, waar we willen ontbijten. Op het terras van Kentro bestellen we een ontbijtje, maar dat blijkt niet mogelijk: het hele eiland zit als sinds vanmorgen vroeg zonder stroom. In de vitrine naast de deur staat wel gebak, dus gebruiken we dat als alternatief om onze magen te vullen. Pinnen kan ook niet, want zonder stroom werkt niets meer. Best een eng idee eigenlijk.
De weg naar ons appartement begint als asfaltweg, maar wordt even later een beton weggetje en nog even laten een heel slecht beton weggetje. Van langs razend verkeer zullen we dus weinig last hebben 😊. Onze hostess Afroditi arriveert ook net en legt uit dat er geen stroom is en dat we pas om 14:00 uur in het appartement kunnen. Ze heeft nog maar net gehoord dat we komen, want geen stroom is geen wifi. Ze laat ons het appartement alvast zien en we mogen onze spullen daar achterlaten. Jan verwisselt nog snel zijn lange spijkerbroek voor een korte en dan gaan we weer.
Er rest ons niet anders dat een beetje toeren door de omgeving. We rijden eerst naar Polis Beach, waar een mooie wegwijzer ons vertelt dat de grot van Loizos zich daar bevindt. Vlak voordat we het strand bereiken zien we rechts, in een bocht in de weg een soort ruïne onder een houten afdak. Het blijken de overblijfselen van een kerkje te zijn en we vragen ons even af waarom ze dit een grot noemen. Na wat zoeken op internet blijkt de grot zich een stuk verderop te bevinden en we lopen het strand af om hem te zoeken. Via een geitenpad over de rotsen komen we steeds verder tot we afdalen en aan de kust komen. Ik ben op dit moment heel blij met mijn lange broek, want anders hadden mijn benen al lang onder de schrammen gezeten. Een jong stel vertelt me dat de grot nog 30 meter verder is, maar dat er van een bezienswaardigheid geen sprake meer is. Tijdens de aardbeving van 12 augustus 1953 is de grot ingestort, waardoor er weinig meer te zien is. Het gaat echter om de historische waarde van de plek zelf. In 1868 heeft meneer Loizo heel veel schatten ontdekt in deze grot, waaronder wapens, munten en aardewerk. Natuurlijk loop ik die 30 meter nog even door om met eigen ogen te zien wat er nog over is van deze bijzondere plek. Het grote, bruine bord met de tekst: Loizos Cave is het eerste dat me opvalt. Achter het bord bevindt zich een soort inham in de rotsen, waar een kleine hagedis zich snel uit de voeten maakt. C’est tout! Maar ik heb de plek gezien en dat is wat telt.
We rijden weer verder en vinden in een andere bocht in de weg nog een ruïne van een kerkje. Toch maar stoppen om even te kijken, want het duurt nog een paar uur voordat we in ons appartement kunnen. Naast het kerkje is een weiland met een paarsblauwe gloed, veroorzaakt door een soort distels die felgekleurd zijn. In Nederland zie je ze wel eens in een boeket bloemen en dan denk ik altijd dat het zo geverfd is, nee dus, de natuur heeft dit zelf gedaan.
Verderop bezoeken me een heel klein museum. Het blijkt alle schatten te bevatten die in de Loizos Cave gevonden zijn. Veel van de aardenwerk potjes en kannetjes zijn zo klein dat het net kinderspeelgoed is… misschien is dat ook wel zo.
We volgen nu de bordjes: School of Homer, oftewel de school van Homerus. We nemen de verkeerde afslag en komen bij een kerk die hermetisch afgesloten is, waarschijnlijk door instortingsgevaar. Even verderop staat een bordje met ‘pyramide’. Dat klinkt interessant en we lopen die kant op. Na een kleine wandeling vinden we de pyramide, een afzichtelijk betonnen ding van een meter of drie hoog met nog een andere lelijke betonnen pilaar ernaast. Het is gemaakt door een kunstenaar, maar aan ons niet besteed. We zoeken ook nog even naar windmolens die aangegeven staan, maar het wandelpad is niet geschikt voor Jan op zijn slippers. Een andere keer dus maar.
Terug naar de zoektocht van de School van Homerus, die op Google bekend staat als het Paleis van Odysseus. We vinden de plek die bedoeld wordt, maar zonder informatie vooraf of gids is het vooral een nietszeggend geheel. Eerst eens wat meer informatie vinden dus en dan kunnen we nog eens gaan kijken.
Op de terugweg komen we langs nog een kerkje dat op slot zit. Door het raampje aan de achterkant kan Jan zien dat het van binnen heel mooi is, maar er hangt helaas geen sleutel bij.
We rijden nog wat rond totdat we weer in Stavros zijn en we lunchen in de tuin van een restaurant met een variant op Dakos. Het is geroosterd brood gedrenkt in olijfolie met tomaat en feta. Daarnaast hebben we een auberginesalade, melizano. Het smaakt prima en tevreden rijden we naar ons appartement Mazourka.
Ik schrijf mijn verslag van gisteren af en probeer het te uploaden, maar ik heb geen internet. Eerst maar even bellen met Afroditi voor het wifi wachtwoord. Jan zit binnen vijf seconden op internet, maar ik krijg het niet voor elkaar. We proberen van alles, tot het opnieuw opstarten van de computer, maar het probleem blijft. Ik heb het al bijna opgegeven als ik ineens een wifi signaal heb. Het hele verhaal wordt geupload, inclusief het verhaal van Homerus over Odysseus. Zo hou ik mijn ‘fans’ wel even bezig. Ik heb het Odysseus verhaal cursief gemaakt, zodat duidelijk is dat het een apart verhaal is.
Er zijn weinig gasten hier en aangezien de buren (inclusief kinderen) niet in het zwembad zijn, zie ik mijn kans schoon. Ik glip in mijn bikini en laat me voorzichtig in het water zakken, tot mijn kin. Het buurjongetje is inmiddels buiten en heeft een nogal harde stem, hij is hooguit een jaar of drie en heeft ook nog een zusje van misschien een jaar. Ik kleed me weer aan en stel voor om nog maar een stukje te rijden.
We rijden via Frikes naar Kioni, wat naar zeggen het mooiste plaatsje op het eiland is. Wanneer we het plaatsje zien liggen zijn we met stomheid geslagen, waarom is dit het mooiste plaatsje? Voordat we een oordeel vellen besluiten we nog even door te rijden, we hebben onze fout in Poros nog vers in het geheugen. We rijden door en dan begrijpen we het, dit deel van Kioni ziet er inderdaad idylisch uit. Wanneer we in het dorpje zelf komen blijkt het wel een bepaalde sfeer te hebben, een beetje zoals Monaco. Hier zit de jetset die met elkaar wedijvert wie de duurste boot heeft. Het is hier super schoon en het ziet er mooi en gezellig uit, maar is een beetje kak.
We rijden nu door tot we niet verder kunnen over een betonpad. Ineens zien we allemaal kleine deukjes in het wegdek, niet drie of tien of twintig, nee wel honderden. Het intrigeert ons en dan zien we hoe de deukjes afbuigen bij een inrit van een huis. Nu begrijpen we wat hier gebeurt is: nadat het beton gestort is kwam er een kudde geiten langs! Aan het eind van de weg komen we bij een heel klein haventje en dan houdt het op. We keren we op onze schreden terug, maar stoppen nog even bij een wegwijzer met de tekst Kantina. We komen nu bij een leuk, klein kerkjes dat open is. Het is een lekker fris en vrolijk kerkje dan in plaats van donkerbruin hout overal wit geschilderd is. Daardoor is de sfeer direct anders. We gaan via Kioni en Frikes weer richting huis. In Frikes is inmiddels de supermarkt open en daar kopen we een zak chips (voor alle zekerheid). Alcoholvrij bier hebben ze niet, dus het blijft bij chips en zakjes koffie en suiker voor noodgevallen. Er staat nog een leuk opknappertje te koop hier, waarvan we een foto maken voor Annemarie en Jan. Je weet maar nooit 😊.
In Stavros is inmiddels ook een winkel open en daar gaan we nog eens op zoek, maar hier drinken ze blijkbaar echt niets waar geen alcohol in zit. Op de terrasjes vind je het namelijk ook niet.
In ons appartement trekken we een blikje (gewoon) bier open en een zak chips, want het is nog lang geen etenstijd. De buren gaan voetbal kijken op de tv. Ze hebben de televisie buiten op de vensterbank gezet en maken het zich gemakkelijk. Het buurjongetje begint tegen ons te praten, maar we verstaan hem niet. Zijn moeder vertelt dat hij vier talen spreekt: Russisch, Grieks, Engels en Moldavisch of zoiets. Volgens Jan praat hij helemaal niet, maar jankt en gilt hij misschien wel in vier talen. Gelukkig zijn we hier maar twee nachtjes 😊.
We gaan eten in Stavros, bij een restaurantje midden in het centrum. Als we de scooter geparkeerd hebben lopen we langs de kerk, die nog open is. We werpen vlug een blik naar binnen en ook hier blijkt de kerk wit geschilderd te zijn. Een meneer vertelt ons dat deze kerk honderd jaar oud is, maar dat de fundamenten van de kerk al tweehonderd jaar oud zijn. De overblijfselen van de man die deze kerk heeft opgericht liggen in een prachtige, zilveren kist midden in de kerk. Op 5 en 6 augustus herdenken ze hem en wordt er twee dagen feest gevierd.
We lopen de treden op naar het terras van het restaurant en nemen het tweede tafeltje links. Vanaf dit punt kunnen we het hele plein overzien. Als starter nemen we paprika gevuld met feta en daarna kipsouvlaki. De ober vindt het duidelijk erg weinig voor twee personen, maar wij weten uit ervaring dat we niet meer op kunnen. Even later komen er twee dames naar het restaurant lopen, een dochter die haar moeder ondersteund. De moeder lijkt behoorlijk op leeftijd en heeft een mooie knalroze jurk aan. Haar witte haar is in een boblijn geknipt en ze kijkt onderzoekend rond. Als ze het terras oplopen blijft haar dochter staan om even te praten met de mensen aan het tafeltje naast ons. Die mensen spraken steeds Grieks, maar met haar spreken ze Engels. De moeder kijkt nu om haar heen naar ons en zegt: Hello there, who ever you are. Ik stel me netjes voor en ze zegt dat ze Peggy heet. Nu blijft haar dochter staan praten bij het tafeltje achter ons, waar Nederlanders zitten. Die kent ze blijkbaar ook. Ik bekijk de moeder nog eens, ze doet een beetje aan mijn moeder denken en dat vertel ik haar. Ze antwoordt dat ik mijn moeder dan maar mee moet nemen de volgende keer. Dan laat ik haar een foto zien en ze zegt dat ik precies op mijn moeder lijk en dat ik bof, want mijn moeder lijkt helemaal geen 91. Peggy blijkt 95 te zijn en op mijn beurt zeg ik tegen háár dochter dat zij ook boft dat ze zo op haar moeder lijkt, want als ze dezelfde genen heeft is zij misschien wel net zo heerlijk bijdehand als ze ook 95 is.
Wanneer we het restaurant verlaten, maken we nog even een foto van de plattegrond van de School van Homerus. Hier staat precies op hoe de school eruit heeft gezien en misschien is het dan interessanter om rond te lopen bij de opgravingen.
Thuis is de rust weergekeerd, de huilebalkjes slapen en mama ook. Papa kijkt nog wel voetbal, maar de tv staat nu heel zachtjes.
Geschreven door Hazenreizen