Om 03:50 staat de buurman bij ons voor de deur, hij is onze chauffeur voor vandaag. Vorige week stuurde ik hem een appje:
- Hai Erwin, Jan en ik moeten maandag om half zes op Schiphol zijn. Heb jij misschien tijd en zin om ons te brengen? Met onze auto.
- Is prima hoor, hoe laat moeten we weg hier?
- Ik denk dat half vijf vroeg genoeg is, maar ik zal het even met Jan overleggen.
Niks mis mee zou ik denken, totdat Jan hem vraagt of hij ons om 04:00 uur weg kan brengen. Dan blijkt er ineens een misverstand te zijn. Half vijf kan blijkbaar ook ’s middags zijn en niet per definitie ’s ochtends. Het blijkt evengoed geen probleem en zo komt het dat hij om 03:50 al bij ons op de stoep staat. Het is flut weer, maar de ruitenwissers doen hun werk en we arriveren keurig op tijd op Schiphol.
We proberen bij de machines een kofferlabel te printen, maar dat lukt met geen mogelijkheid. Even later blijkt dat we geen labels meer hoeven te printen, dat gaat tegenwoordig automatisch bij het afgeven van de bagage. Koffer in het vak dus, boardingpas scannen en er komt keurig een label uit. We zoeken nog even naar het plastic om de plakstrip vrij te geven, maar ook dat hoeft niet meer. De label plakt vanzelf, dus een kind kan de was doen. We kunnen zelfs de handbagage automatisch afgeven hier, dat is fijn want wegens de drukt mag die toch niet mee in het vliegtuig.
Jan heeft een tijdslot gereserveerd voor de security, maar dat is pas over drie kwartier. We gaan al wel vast kijken waar het is en hoe het werkt. Het blijkt best rustig te zijn, bij de ‘gewone’ balie is de verwachte tijdsduur 5 tot 10 minuten. De man bij het poortje checkt toch voor alle zekerheid of we misschien al bij de priority naar binnen kunnen en dat mag! Binnen 20 minuten is dus alles geregeld en staan we klaar om in de te stappen. Het is natuurlijk nog veel te vroeg, dus toch nog even langs de boekwinkel, een broodje eten en een kop koffie scoren. Er wordt veel verbouwd en het grote restaurant is helemaal gesloopt. Bij de kleine kioskjes staan enorme rijen en we besluiten gewoon een rondje te lopen en even bij de gate te kijken. Daarna lopen we terug en gaan we met de trap naar boven, waar ook een koffietent zit. Hier is niks te doen, dus de koffie is snel besteld. We zoeken een tafel uit, nemen een slok en kijken elkaar aan. Is dit koffie? Ik neem de bekers mee naar de kassa en een groepje Surinaamse dames in uniform (die ook staan te wachten op hun koffie) wijst me waar de suiker staat. ‘Ik heb geen suiker nodig, ik wil even iets anders vragen.’ Ze vragen me wat er aan de hand is en ik zet de bekertjes op een lege balie. Eén van de dames kijkt ernaar en roept: Dat is geen koffie! Dat lijkt wel thee! Deze koffie hoef ik niet! Het meisje achter de kassa krijgt de bekers onder haar neus gedrukt en geeft toe dat het er slapjes uitziet. Ze vraagt een collega om raad en die vertelt doodleuk dat ze al meer klachten heeft gehad en dat ik recht heb op nieuwe koffie. Daarna gooit ze mijn koffie door de gootsteen en verdwijnt. ‘Hey dames, kom op er moet hier nieuwe koffie komen! Roept de Surinaamse weer. Het personeel dat met elkaar in gesprek is, komt een beetje onze kant op en het lijkt alsof er iets gaat gebeuren. Even later roept ik een jongen aan die achter de balie staat. ‘Staat mijn beker al onder het koffieapparaat?’ Hij kijkt verbaasd rond en zegt dat hij niks heeft doorgekregen. Gelukkig maakt hij wel koffie voor me en kunnen we eindelijk door.
Bij de gate zien we heel veel kinderen, de meivakantie is net begonnen. Ik heb er tijdens het boeken geen moment bij stil gestaan, maar we gaan dus de hele meivakantie op vakantie. Jan heeft een paar dagen geleden al een mailtje gekregen van Transavia dat er geen vliegtuig van Transavia beschikbaar is en dat we vliegen met Getjet Airlines uit Litouwen. Ik ben er niet helemaal gerust op, maar we zullen het zien. Erger dan Ryanair kan het bijna niet zien.
Het boarden verloopt niet zo soepel, maar uiteindelijk zit dan toch iedereen in het vliegtuig. Er loopt nog steeds een man met een oranje veiligheidsjas in en uit en ik word dus nog niet gerustgesteld, alhoewel het vliegtuig er redelijk netjes uitziet. Met een dikke 20 minuten vertraging rijden we richting de startbaan. De piloot heeft een zachte, eentonige stem en is bijna niet te verstaan. Ik hoor echter wel dat hij zegt: This is the flight from Amsterdam to …’ Daarna is het stil. Waarschijnlijk heeft hij ergens opgezocht waar we naartoe gaan, want een volle minuut later volgt het bevrijdende einde van de zin: ‘… Kalamata’. Er breekt wat nerveus gelach uit in de cabine. We gaan in ieder geval vertrekken en hij weet inmiddels waar we heen gaan, dat is al een opluchting.
Er is in het vliegtuig geen magazine en geen menukaart. We krijgen wel een bruin pistoletje met kaas, tomaat en rucola en een kop koffie. Het smaakt goed en ik probeer daarna een beetje bij te slapen. In de buurt van Kalamata gaan we linksom en daarna rechtsom en weer links en dan rechts en nog eens. Wanneer ik naar buiten kijk zeg ik tegen Jan: Hier waren we net toch ook al? Dat klopt, Jan zegt dat de piloot rond gevlogen heeft, maar dat we inmiddels wel veel lager vliegen, dus dat het misschien goed komt. We horen de piloot zeggen dat het personeel zich klaar moet maken voor de landing, dus het gaat toch echt gebeuren. Even lijkt het alsof we midden in het weiland landen, maar dan komt er toch nog een landingsbaan in zicht. Of in ieder geval iets dat er voor door moet gaan.
Het is heel klein vliegveld en het is heerlijk weer. De zon schijnt breeduit en het begint te voelen als vakantie. In de aankomsthal is één toilet, maar je kunt hier in en uit lopen en voorbij de schuifdeuren zijn nog veel meer toiletten. Vier zelfs! Ik kan gewoon terug de aankomst hal in en word niet tegengehouden, gefouilleerd en vastgezet.
Wanneer we de koffers hebben, worden we opgevangen door iemand van Ross Holidays, die vertelt dat we de derde bus moeten hebben. Het is een zwart busje zonder opdruk met geblindeerde ramen. Sorry het voelt nog steeds niet vertrouwd. De geblindeerde ramen zijn zonwerende folie , maar toch neem ik voor alle zekerheid
de stoel het dichtst bij de uitgang.
Het eerste plaatsje waar we stoppen (na ongeveer een uur te hebben gereden) is schattig, het is het kunstenaars dorp Kardamili. Een minuut of tien later stoppen we in Stoupa. In eerste instantie is het een beetje een tegenvaller met nieuwe appartementen en zonder schattig oud centrum. Het is wel heel groen om ons appartement heen en als ik op het balkon sta kan ik heel in de verte een glimp van de zee zien.
We zetten de koffers binnen de deur, lopen door het appartement en daarna naar het strand. Jan vindt een klein geitenpad dat ons naar de bakker leidt en vandaar kunnen we met een ander klein pad naar het strand. Hier zijn wat restaurants en na een korte inspectie strijken we neer bij taverne To spiti tis angelikis. Het blijkt er vergeven van de Engelse bejaarden, een soort Benidorm bastards maar dan zonder scootmobiel. Ze zitten te kaarten en wisselen af en toe van plaats.
Ik wordt uitgenodigd in de keuken en zie heerlijke authentieke Griekse gerechten. Ik ga voor een soort lasagne met rijst en spinazie en voor varkensvlees in witte wijn saus. Met patat? Ja graag met patat.
Het smaakt allemaal heerlijk, alhoewel Jan de lasagne beschrijft als een ‘maak je koelkast leeg’ gerecht en als toetje krijgen we een schaaltje versgebakken loukomades met honing en sesamzaad.
Daarna lopen we langs de supermarkt, een mooie winkel, maar het is wel even zoeken voor we alles gevonden hebben. We slaan wat spullen in voor het ontbijt en wijn en tsipouro voor ‘noodgevallen’ .
Thuis wisselen we snel de lange broek voor iets minder warms en dan lopen we naar naar notos appartement voor de meeting met de hostess. Het is geen meeting met een glas ouzo op een mooi terras, maar we horen wel wt handige tips.
Terug in het appartement pakken we de koffer uit. Het appartement is netjes, compleet en schoon met genoeg kast ruimte voor onze kleding , gelukkig heb ik wel mijn eigen kussen meegesmokkeld in de koffer. Dat is veel beter dan die stoeptegel die op bed ligt. Jan vindt nog een kussen dat iets zachter is, dus dat is opgelost. We proberen nog even te slapen.
Nu zitten we lekker op ons balkon in het namiddag zonnetje en heel voorzichtig begin ik iets te ontspannen.
Om een uur of negen lopen we toch nog een keer naar het ‘centrum’ om iets te eten. We gaan bij Pefko op het terras zitten en bestellen regionale ‘saganaki’ en roasted lamb. We krijgen nog een toetje van twee soorten cake en een klein borreltje, voor Jan ouzo en voor mij iets met kaneel. De mensen zijn ontzettend vriendelijk en tevreden lopen we weer naar ons appartement.
Geschreven door Hazenreizen