Als echte toeristen

Griekenland, Karpathos

Vandaag gaan we dan toch naar Olympos. Jan zegt dat ik me gewoon moet neerleggen bij het feit dat het een grote toeristentrekpleister is, dus dat ga ik proberen 😼.
Het is een flink eind rijden, maar de omgeving is prachtig. Ik ben blij dat Jan rijdt, want elkaar passeren op een smalle weg zonder vangrail en met een enorm diepe afgrond naast me, is niet zo mijn ding.
Wanneer we ergens in niemandsland stoppen om foto’s te maken, zien we een heel klein hondje naast de vangrail. Zodra ik een stap in zijn richting zet, rent hij over de weg bij mij vandaan. Ik hou mijn hart vast, want er komen regelmatig auto's langs en uitwijken zit er hier niet in. We lopen wat rond op het uitzichtpunt en dan vraagt Jan of ik iets te eten bij me heb voor de hond, die inmiddels naast de auto zit. Ik heb toevallig een super gezonde reep van dadels en noten bij, die ik voor het hondje graag afsta. Hij is echter zo schichtig dat ik er echt niet in de buurt kan komen, dus de brokjes reep leg ik op een veilige plek zodat hij ze later kan opeten. Met pijn in mijn ❤️ laat ik hem achter op deze onherbergzame plek.

We arriveren nog voor de toeristenmassa in Olympos en zien hoe iedere winkel zich daar opmaakt voor de grote stormloop. Iedereen probeert je aan te spreken en al snel slaan we linksaf om de hoofdstraat te ontwijken. We scharrelen wat rond in de kleine straatjes en beklimmen een oud, versleten trappetje, bezaaid met puin, om de ruïnes van de windmolens te bekijken. Een houten bord verwijst naar de molen en naar ‘churchparing’. Bij mij roept dat heel bijzondere beelden op 😏, terwijl Jan het leest als ‘churchparking’ en gewoon aan een parkeerplaats denkt. Dat is dan weer het voordeel met mensen die (licht) dyslectisch zijn, ze vallen niet over iedere schrijffout die ze zien. Ze zien die fout gewoon niet, fantastisch he?
Nu lust ik wel een kop koffie en ik stel voor om bij de molen koffie te drinken. Jan twijfelt nog, maar ik herinner hem aan zijn plan om ons neer te leggen bij die toeristische trekpleister. Een oude vrouw is bezig bij de grote houtoven, waar de lekkerste gerechten in staan. Ik probeer in half Grieks, half Engels te vertellen dat we ☕️ willen met iets zoets erbij. Ze knikt en loopt naar de oven. Jan en ik halen intussen herinneringen op aan deze plek, waar we heel lang geleden met Jan en Mirjam waren. We mochten toen een stukje zelfgebakken brood proeven, wat heerlijk smaakte. Ze verkocht ons toen een paar broodjes, maar toen we ze wilde opeten, waren ze zo hard als steen.
We krijgen iets dat op een pasteitje lijkt en als Jan het doorsnijdt blijkt het gevuld te zijn met fetta. Jammer dat mijn ‘glyko’ niet duidelijk was, denk ik. Dan neem ik een hap en ben verrast door de smaak. De zoutige fetta is vermengd met honing en kaneel en geeft een heerlijke snack die ervoor zorgt dat je vullingen er nu eens niet uitspringen. De pastei is ook nog bestrooid met sesam voor de finishing touch 😋.
Terwijl we onze koffie drinken, heeft de vrouw op een andere tafel een heerlijke spinakopita klaar gezet (een pasteitje met spinazie en fetta). Ze gaat weer naar binnen en de kat springt op de tafel en blijkt ook gek te zijn van deze pasteitjes. Hij likt en eet wat van de lekkernij en dan springt hij ineens van de tafel en maakt zich uit de voeten. Twee tellen later komt de vrouw weer naar buiten en begint aan haar lunch, de spinakopita. Ik denk aan Boei met haar gebakken schol. De kat vrat aan de schol, die al op tafel stond, en Boei draaide de schol om en zei: Wat niet weet, wat niet deert. Opa Geert (die niets van het voorval had meegekregen) deed zich daarna tegoed aan diezelfde schol en hij smaakte nog net zo lekker😁.
We maken grapjes met elkaar dat we er nu gelukkig op voorbereid zijn dat ons een poot wordt uitgedraaid, dus gaan we in op het verzoek van de man des huizes om binnen in de molen te komen kijken. Hij laat de molenstenen voor ons draaien en laat zien waar het graan in gaat en waar het er weer uit komt.
(De koffie met de pastei blijkt echter maar vijf euro te kosten, dus eigenlijk valt het heel erg mee.)

Aan het eind van de hoofdstraat iets omhoog, staat nog een ruïne van een kapelletje dat ik graag wil bekijken. De enige weg er naartoe gaat over het terras van een souvenirwinkel, maar ik laat me hier niet door weerhouden. Een soort oma Grolleman zit op het terras en vraagt waar we vandaan komen. We vertellen het haar en vragen of we het kapelletje mogen bekijken. Dat mag wel, maar het is niet mooi, vindt ze. Nu is het zo dat smaken verschillen en dat ik een zwak heb voor oude, vervallen en gammele dingen, dus het zal best meevallen. Het is inderdaad een mooie, oude ruïne en ik ben tevreden met mijn bezoekje. Nu nog even een souvenir kopen en dan is dit toch wel een heel geslaagde dag. Onze keus valt op drie kleine aardewerk schaaltjes en een asbak voor als Annemarie, Jantien en Hennie komen. Lekker om eens een keertje de echte toerist uit te hangen.
De oude vrouw bindt intussen een Nederlandse toeriste een hoofddoek om, voor een leuke vakantiefoto. Wanneer we naar de auto lopen, roept ze me na. Ik draai me om en verwacht haar te zien met een zelfde soort hoofddoek voor mij. Ze wenkt me en ik loop naar haar toe, ik sta op straat ongeveer een meter lager dan haar terras. Ze pakt mijn hand en stopt er iets in, daarna drukt ze mijn hand dicht en kijkt me daarbij indringend aan. Ze knikt en ik loop terug naar de auto, in mijn hand ligt een amulet: de mataki. Dit amulet moet me beschermen tegen 'het boze oog' en ander ongeluk. Op internet lees ik dat kinderen, dieren en knappe mensen het gevoeligst zijn voor 'het boze oog'. Hahaha, ik zou me dus gevlijd moeten voelen. Ik lach nu wel, maar ik voelde me wel raar na deze ontmoeting. Een beetje melancholiek, treurig, kwetsbaar...ik weet het niet precies. De mataki hangt inmiddels aan mijn sleutelbos die ik (bijna) altijd bij me heb.

We rijden verder naar Avlona, waar blijkt dat die oude houtovens niet alleen voor de toeristen zijn. De inwoners hier gebruiken ze ook, terwijl hier (bijna) geen toeristen komen. We proberen zelfs een stukje onverharde weg. Na een paar honderd meter wordt de weg geblokkeerd door een oude pick-up. De man komt naar ons toe om te vragen wat we hier willen, want er is hier niks. Ik vertel hem dat we een plek zoeken om de auto te keren en dan kijkt hij wat vriendelijker. ‘We zijn met vier man, dus gewoon oppakken en draaien’, grapt hij, met een blik op onze Toyota Aygo. Maar dan blijkt verderop een open plek te zijn waarr hij ons naartoe loodst en kunnen we weer terug.

Diafani staat ook nog op ons verlanglijstje. Helaas ligt er geen veerboot, anders konden we daarmee terug naar Pigadia. We eten er een Griekse salade zonder komkommer (die is op, omdat dit de laatste week is dat het restaurant open is) en rijden dan weer naar ons hotel. Op de weg naar huis komen we een kudde geiten 🐐🐐🐐tegen die op de weg loopt. Jan stapt uit om een foto te maken en normaal gesproken maken die geiten zich dan snel uit de voeten. Dit keer komen ze allemaal direct op ons toelopen, wat best intimiderend is. Vooral Jan vinden ze enorm interessant.

We maken in het hotel tijd voor de gebruikelijke siësta, waarbij ik een keer of vier van bedje wissel. Ik weet inmiddels hoe het komt, de zon gaat halverwege schuil achter een gebouw en komt daarna ineens weer tevoorschijn. Nou ja, er ligt verder toch niemand, dus ik kan wisselen zo vaak ik wil.
Na de siësta lopen we nog eens door het centrum en ik zie dat de aardewerk schaaltjes hier zelfs duurder zijn dan in Olympos. Dat valt me 100% mee. Het slechte beeld dat ik had van Olympos is ook weer helemaal bijgesteld.
We eten ‘s avonds bij Orea, waar het best druk is. Als de ober twee keer zachtjes tegen mijn stoel stoot en de derde keer heel hard, ben ik het zat. Ik sta op en pak mijn jasje, maar dan biedt hij zijn excuus aan en gebaart me te blijven zitten. Ik probeer het inderdaad nog een keer en het blijkt na onze aanvaring een stuk beter te gaan. Voor het afzakkertje moeten we echter toch maar naar Andama, waar we een raki van het huis krijgen al hebben we er niet gegeten.

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.