Naar Poros

Griekenland, Sami Municipal Unit

Vandaag hebben we weer ons vaste ritueel, want vandaag gaan we naar Poros. Voor de heenweg plannen we geen stops, maar rijden we in één ruk door zonder koffie of pauze moment. Het is even doorzetten, maar ongeveer 25 kilometer zijn we op de plaats van bestemming.
Ik heb niet op de kaart gekeken, want we konden gewoon de borden volgen en nu we er eenmaal zijn voelen we ons wat gedesillusioneerd. Het vissersdorpje is een stukje boulevard met restaurants zonder enige sfeer. Geen grote bomen op een plein en oude Grieken die samen aan de raki zitten, maar een grote, kale ruimte. We lopen wat terug en nemen een straat iets verder naar achteren om daar een kafenion te zoeken. Op de hoek van de straat vinden we een terrasje, het hoort bij een hotel maar het ziet er redelijk gezellig uit. Tijdens de koffie overleggen we wat onze wensen zijn voor de resterende tijd. Het blijkt lastiger te zijn dan je denkt en even later wordt duidelijk dat er geen duidelijke wensen zijn omtrent locatie of accommodatie, we zijn gewoon op zoek naar de knusse Griekse sfeer en niet teveel drukte. Nou, dat komt vast goed.
We pakken de scooter weer en rijden nog wat rond. Als we de boulevard afrijden en met een scherpe bocht linksaf gaan, zien we dat iets verkeerd hebben gedaan: híer is het dorp. Op de kaart zou ik dat waarschijnlijk direct gezien hebben, maar ja beter laat dan nooit. Poros blijkt dus heel erg mee te vallen. Daarna rijden we weer helemaal terug (langs de boulevard) en dan verder door naar de haven waar de veerboot naar Ithaca en Kylini aanmeert. We verkennen ook nog het plaatsje Lefkes en dan zijn we het erover eens dat we ons hier ook best een paar dagen zouden kunnen vermaken.
We rijden terug via Riza en volgen daar een bruin bordje met de tekst ‘Tombe van Tholos’. Een klein, slingerend weggetje voert ons door het bos en dan zien we midden in het bos een klein houten loket waar je kaartjes kunt kopen. Correctie: waar je kaartjes zou kunnen kopen. Een briefje op het loket laat weten dat de tombe gesloten is voor publiek. Jan vindt dat hij niet voor niets hierheen gereden is, dan hadden ze aan de hoofdweg het bord maar af moeten plakken. Hij klimt over de omheining en neemt alsnog een kijkje bij het gat in de grond dat overdekt is met een houten afdak. Ik waag me er niet aan, ik kijk straks de foto’s wel. Met mijn handigheid haal ik geheid mijn benen open of mijn kleding.
Volgens Jan is er niet veel meer te zien dan een gat en we rijden verder via Tzanata richting Agios Nikolaos. Bij een wegwijzer naar Monastraki proberen we het nog eens, misschien is dit wel een heel schattig dorpje. We volgen dit weggetje zo’n 2,5 kilometer slingerend omhoog om vervolgens op een plek te komen waar een kerk staat met een kerkhof. De kerk is hermetisch afgesloten, dus lopen we er een beetje omhoog en wandelen we over het kleine kerkhof. Dit is de eerste keer dat we zien dat niet alle graven in dezelfde richting liggen. Normaal gesproken liggen de mensen in Griekenland met hun voeten naar het oosten, maar hier is duidelijk sprake van een aantal ‘tegenliggers’. Wat het verhaal erachter is weet ik niet, maar als ik erachter kom laat ik het weten.
In Agios Nikolaos zien we weer een bordje: Lake. ‘Zal ik dit proberen?’, vraagt Jan. ‘Natuurlijk!’, antwoord ik en gelukkig ziet hij mijn grijns niet. Ik weet nog dat we hier in onze vorige vakantie minstens een half uur rond hebben gelopen om dat meer te zoeken, maar we hebben het niet gevonden. Het was allemaal dicht begroeid en meer dan struiken en bomen hebben we niet gezien. Een wandelingetje is natuurlijk altijd leuk, dus ik hou mijn mond. Als we de scooter geparkeerd hebben herinnert Jan zich de details van de vorige keer, maar ook hij heeft wel zin in een wandeling. We kijken even rond en zien een soort betonnen waterloop (zonder water). ‘Als we nu eens door die waterlopen wandelen?’, opper ik. ‘Dan komen we misschien vanzelf bij het meer.’ Jan lacht vriendelijk naar me, maar het is duidelijk dat hij daar een andere mening op na houdt. We hebben tegenwoordig wel een iPhone met Google Maps dus stel ik voor om die te gebruiken voor het lokaliseren van het meer. We wandelen het pad op dat we vorige keer ook genomen hebben en dan ziet Jan dat we ons juist van het meer verwijderen op deze manier. We hebben vorige keer dus gewoon op de verkeerde plek gezocht. Nu lopen we terug naar de scooter en dat zie ik een bordje op een hek met de tekst: Lake. Het hek lijkt behoorlijk op slot te zitten, maar na een grondige inspectie heb ik gevonden hoe hij open moet. We sluiten het hek weer en lopen het pad af. Nog geen honderd meter verder zien we een prachtig meertje. Het is me niet duidelijk waarom het zo groots vermeld staat, want zwemmen hier lijkt me onverstandig, maar het is een schattig meertje. We vermaken ons hier even met het bestuderen van alle libellen, waterjuffers en vlinders en ik probeer ze met mijn camera te vereeuwigen. Helaas zijn ze allemaal heel druk en hebben ze geen tijd om uitgebreid te poseren.
Via Digaleto rijden we weer terug naar huis, waar ik op ons andere balkon ga zitten dat wat meer uit de wind is. Vanmorgen begon het bewolkt met veel wind, toen klaarde het op, maar de wind is nog steeds hard en het is een stuk frisser dan de vorige dagen.

Aan het eind van de middag rijden we nog een keer naar het klooster van Agrilion, nu is het hek open. Nou ja, het eerste hek is open, maar het tweede hek is nog steeds dicht. We lopen wat rond, genieten van het prachtige vergezicht en Jan speelt wat met het klokkenspel.
Dan gaan we maar even kijken bij het park Odyseus, king of Ithaca. Als we van de scooter stappen horen we een vreemd geluid, het is van de poort die net dicht wordt gedaan. Morgen zijn ze weer open. ‘Is het leuk voor volwassen?’, vraag ik aan de man. ‘Of is het meer voor kinderen?’ Hij kijkt me aan en zegt dat het voor iedereen leuk is. ‘Zijn we niet allemaal kinderen?’, voegt hij er filosofisch aan toe. Nu ben ik toch wel benieuwd naar het park, dus morgen wagen we een nieuwe poging.
Volgende stop is Drogarati Cave. De grot is (natuurlijk) gesloten, maar toch lopen we een klein rondje voor de show op het buitenterrein. We zien ineens een splinternieuwe asfaltweg liggen, die we niet kennen. Wat we niet kennen, willen we ontdekken, want je legt toch niet voor niets zo’n mooie weg aan in de middle of nowhere. Toch wel dus. We bevinden ons nu in hetzelfde deel onder Sami als eerder deze week, her en der is een nieuw geasfalteerde weg die dan doodloopt of ineens onverhard wordt. Waarschijnlijk hadden ze nog een potje subsidie die op moest en wisten ze er geen zinnige bestemming voor.
Uiteindelijk komen we via Poulata en Chiliotata weer terug in Sami. We kijken eerst even waar de bushalte is voor de bus naar Fiskardo en dan gaan we weer naar huis.
’s Avonds eten we bij een deco restaurant. We zitten niet op het strand, want dan word je waarschijnlijk gezandstraald, maar we vinden een plekje onder de overkapping tegen het restaurant aan. Vooraf nemen we feta in filodeeg met honing en zwarte sesam en daarna linguini met zeevruchten die gedecoreerd is met een viooltje. Zo níet Grieks, maar wel grappig en lekker. Ik mis een beetje het mandje met brood en de gezellige sfeer, dus morgen eten we weer ergens anders.
We zijn al vroeg weer thuis en besluiten de dag met een glaasje tsipouro met ijs op ons terras.


Geschreven door

Al 2 reacties bij dit reisverslag

Op die ene foto dat jullie proosten lijkt het net alsof papa nagellak op heeft 😂

AwesomeAmber 2024-06-15 16:31:26

Dat komt omdat allebei de handen van mij zijn 😂😂😂

Hazenreizen 2024-06-15 19:06:39
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.