Ik ben er op tijd uit vandaag en zit buiten op het terras, weliswaar in mijn badjas en met mijn pantoffels aan, maar toch. Wanneer de zon boven de bergen uit piept en ineens in mijn gezicht schijnt, weet ik het zeker: het is acht uur. Je kunt er de klok op gelijk zetten.
Wanneer mijn blog geüpload is, gaan we koffie drinken. Vandaag krijgen we er een klein glaasje Metaxa bij, een soort cognac. Hij smaakt lekker zacht en Kathy vertelt dat hij van de slijterij hier in het dorp komt, dus als we een flesje willen kopen… Dat willen we wel, leuk voor thuis. Ze belt direct met de slijter en zegt er twee Hollanders komen die Metaxa willen kopen. Als we de straat inlopen, staat Maria (de slijter) al buiten om ons op te vangen. Het is een fles met een blauw etiket met gele letters en vijf sterren. We nemen een grote fles, want Amber wil het vast en zeker ook proberen en die lust hem wel 😊. Misschien lust mijn moeder hem ook wel, dat is vast goed tegen het hoesten (net als ouzo).
Vanmorgen gaan we terug naar Finiki om het tweede deel van de cache te vinden. Het is stralend weer en het lijkt voorlopig zo te blijven.
We worden heel enthousiast begroet door een kleine kitten die hard miauwt en voor onze voeten loopt. Wanneer we aan onze wandeling beginnen, loopt ze hard met ons mee. Ze springt op het muurtje naast de trap en loopt, met haar staartje parmantig omhoog, mee naar boven. Voor alle zekerheid checken we de foto’s van gisteren en inderdaad: dit is hetzelfde katje. Ze loopt weer helemaal mee, de rotsen op, het is net een heel klein geitje. Dit keer moeten we de voorste rots hebben en het is een hele klim voordat we boven zijn. We zoeken ons een ongeluk, maar we kunnen de cache niet vinden. Toch nog eens op de spoilerfoto kijken en dan proberen we het eens via de andere (buiten)kant. Ik haak af, want ik ben alweer vergeten om mijn goede laarsjes te verwisselen voor mijn bergschoenen, die nota bene achter in de auto staan. De kitten rent en springt wel met Jan mee en samen vinden ze de cache. Wat een teamwork! De terugweg is ineens veel simpeler als we links om de berg lopen in plaats van rechts.
In het dorp drop ik de kitten bij haar broertje of zusje, die iets te eten heeft gevangen. Dat is een goede afleiding en nu kunnen we gerust vertrekken. Ik opper nog wel dat we deze kitten misschien mee kunnen nemen voor ma, want ze is echt heel erg leuk en aanhankelijk, maar Jan is onverbiddelijk (en dat is misschien maar goed ook).
We rijden door richting Pyles, maar slaan vóór Pyles linksaf naar Lefkos. Het is een prachtige weg, langs de kust met heel veel pijnbomen. Rechts hebben we zicht op de Kali Limni en de ruige rotsen. Vanaf Lefkos rijden we naar Kato Lefkos, dat betekent: Laag Lefkos. Lefkos zelf ligt hoger in de bergen en Kato Lefkos ligt direct aan de kust. We rijden het dorp door en parkeren onze auto op een verlaten plek. Onder ons gaat een onverharde weg langs de kust verder en dat is de weg die wij moeten hebben. Hemelsbreed is het maar één kilometer lopen, maar hier in Griekenland kan één kilometer hemelsbreed maar zo drie kilometer zijn over een slingerweggetje. Dat betekent dat het niet 15 minuten duurt voordat je er bent, maar 45 minuten en dan weer terug nog eens 45 minuten en dat is nog zonder de tijd voor het zoeken mee te rekenen. Het pad begint redelijk goed, maar wordt al snel een behoorlijk gehavend pad dat is uitgesleten door het vele regenwater. We steken een kleine rivierbedding over en aan de overkant wordt het pad weer beter. Je zou hier zelfs met een auto kunnen rijden. Het weggetje loopt dood bij de rotsen en daar bevindt zich een kleine ruïne van een soort gedenksteen of zoiets. Boven de gedenksteen is een kleine grot en in die grot heeft een klein geitje zich verstopt. De vader en moeder hebben we al eerder zien lopen, dus we komen niet te dichtbij en laten het kleine geitje met rust. Jan checkt hier de geocaching app, maar de cache bevindt
zich nog verderop. We klimmen en dalen en klimmen nog eens, we zoeken ons het heen en weer, maar eindelijk heeft Jan hem gevonden. Jan geeft gewoon niet op voordat we gelogd hebben 😊. Het was misschien niet helemaal drie kilometer, maar toch zeker wel twee of tweeëneenhalf.
Verderop op zee lijkt het te regenen en de lucht trekt langzaam dicht. We moeten dus terug naar huis, want we hebben vanmorgen de kussens van de bank te drogen gelegd in de zon op het balkon en die liggen er nog (niks geleerd dus). De terugweg lijkt sneller te gaan, maar je moet wel uitkijken waar je je voeten neerzet. Negen van de tien keer gaat het goed, maar de tiende keer stap ik toch in iets dat lijkt op drijfzand. Weer mijn bergschoenen vergeten, dus mijn laarsjes zitten helemaal onder de klei. De elfde keer gaat het ook goed, maar de twaalfde keer gaat het weer mis. Ik denk dat Jan het niet heeft gezien, dus ik zeg niks, vies was ik toch al. Ik let nu wel iets beter op, maar het is duidelijk te laat. Bij de auto trek ik mijn laarsjes uit en doe ze in een plastic tas achter in de auto.
We zijn bijna thuis als we aangehouden worden door de politie, wel vier man sterk. Ze willen de papieren van de auto zien en Jan z’n rijbewijs, gelukkig is alles in orde en kunnen we weer doorrijden.
Thuis trek ik mijn bergschoenen aan, want die zijn nog wel schoon en ik was mijn laarsjes onder de kraan. Nu staan ze te drogen, maar ik weet niet zeker of ik ze morgen al aan kan. Ik hoop het wel. We brengen snel de kussens naar binnen en dat is precies op tijd, want het begint alweer te regenen.
In de tostigrill leg ik wat plakjes spek om uit te bakken en daarna leg ik de tosti’s erin met daar bovenop weer dezelfde plakjes spek. Even later pak ik de tosti’s eruit, tenminste dat is de bedoeling. De bovenkant (met de spek) gaat goed los, maar de onderkant is helemaal vastgegroeid. Niet gewoon, zoals je zelf thuis wel eens hebt, maar echt niet meer los te krijgen. Met de spatel probeer ik het los te krabben en uiteindelijk ligt er iets op mijn bord, terwijl in het tosti ijzer een broodlaagje is achtergebleven. De derde tosti bak ik met een beetje olijfolie in het koekenpannetje en dat gaat veel beter, volgende keer dus maar gelijk de koekenpan pakken.
We gaan nu naar de speciale supermarkt om plastic bekers te kopen voor frape, want Katharina wil morgen frape voor ons maken voor op de boot. Ze heeft zelf geen wegwerpbekers, dus nemen wij de bekers mee en maakt zij er koffie in. We moeten ook nog iets meenemen van brood, maar dat kan morgenochtend pas.
Gisteren heb ik al een salade uitgekozen die ik vandaag wil eten: Parmazan. Het is een salade met avocado, sinaasappel, croutons en Parmezaanse kaas. Het is erg lekker en ziet er mooi uit. We nemen ook de kip in rode saus met rijst. Het is prettig zitten hier, bij Ellinikon, want de open haard brandt en beneden zit het redelijk vol met eters. Een mooie afsluiting van de dag.
Geschreven door Hazenreizen