Om vier uur word ik wakker en we staan toch maar op om vervolgens een beetje rond te rommelen op de kamer.
Wanneer we beneden komen staat iedereen op en loopt naar buiten. De bus komt er zeker al aan? Dat is lekker op tijd, want het is nog geen half vijf. Zoals het goede kuddedieren betaamt, lopen we achter de meute aan naar buiten waar iedereen zich op het bordes staat te verdringen. Ik moet even wat mensen aansporen om de weg vrij te maken voor ons en dan lopen om de meute heen naar het terras en pakken er een makkelijke stoel bij. Die bus is er toch nog niet.
Om exact acht minuten over half vijf rijdt de bus voor en de massa verdringt zich bij de deur van de bus, terwijl Jan en ik van een afstandje gade slaan. De buschauffeur roept nog: om vijf uur komt er nog een bus! Maar dat is tegen dovemans oren gezegd. We blijven met vier mensen achter en zien de rest als sardientjes in een blik vertrekken. Ik tap bij de servicebalie twee bekers koffie zonder te betalen, want er is geen ‘service’ en ik zie geen prijs. Die koffie hebben we wel verdiend dacht ik zo.
Om vijf uur is de buschauffeur weer terug en hebben we met z’n vieren ruim plek. We worden keurig voor de deur afgezet en dan begint de marathon door Schiphol, een enorme boost voor je stappentellen (als je die hebt tenminste). Jan z’n rugzak wordt flink ondersteboven gehaald, maar de drugs hebben ze gelukkig niet gevonden. We kopen nog even wat water en boekjes en gaan dan rustig aan naar de gate.
Mensen met priority, kinderen onder de twee of met een bagagevakreservering (echt zo’n woord voor galgje) mogen eerst instappen. Ongelooflijk hoeveel mensen dat zijn. Die staan dan vijf minuten later in de file in de slurf en daarna nog eens in het middenpad van het vliegtuig, maar ze mochten wél als eerste boarden. Nou wij wachten nog even tot de ergste drukte voorbij is.
Op een beetje turbulentie na hebben we een prettige vlucht en kan ik nog een beetje bij slapen. De hitte in Karpathos valt als een warme deken over ons heen, dus de harde wind is een heerlijke bijkomstigheid. We wachten een poosje op de koffers en zoeken daarna onze bus op. Terwijl we daar zitten te wachten tot iedereen eindelijk zover is, denk ik: volgende keer misschien toch weer een huurauto nemen op het vliegveld.
De transfers verloopt supersnel, we rijden in één keer naar Pigadia en zijn als tweede aan de beurt. We worden gedropt bij hotel Sunrise en moeten het laatste stukje lopen naar Pigadia Bay. In het hotel moeten we onze voucher laten zien en Jan pakt zijn telefoon. Nee, dat is niet de bedoeling, het moet een printje zijn. Hm, die hebben we niet. Dan mogen we haar ook mailen, zodat ze het zelf kan printen. Jan probeert van alles, maar krijgt het niet voor elkaar. Appen dan? Nee, dat kan ook niet. Uiteindelijk appt Jan de documenten naar mij, zodat ik ze kan mailen en dan is het toch nog gelukt. Ze heeft nu wel al onze documentatie, want alles zat in één document.
De mevrouw herinnert zich dat ik haar aan de telefoon heb gehad en maakt 1000 maar excuses voor de kamer die we krijgen. Gelukkig valt het reuze mee en hebben we vanaf het balkon toch wat zicht op de zee. We hebben wel het windscherm weggehaald, anders zagen we niets. We installeren ons en doen dan een rondje langs de boulevard. Bij Mama Maria eten we een lekkere Griekse salade en wat dikke frieten en dan is het tijd voor onze siësta.
Na de siësta lopen we naar Angelos de Italiaan voor een mokka espresso in zo’n echte Italiaanse koffiepot. Het is nog lekker rustig en het uitzicht over de baai is prachtig. Daarna stappen we over op een Aperol Spritz die vergezeld gaat van een bak chips, olijven en stokbrood met tzatziki. Het terras stroomt langzaam vol met Nederlanders, dus maken we wat haast met ons drankje en gaan op zoek naar een ander plekje. We lopen terug door een hoger gelegen straatje en kijken wat er allemaal veranderd is. Ineens worden we terug geroepen door een mevrouw van een restaurant, we moeten beslist even binnen in de vitrine kijken. Haar manier van doen komt ons bekend voor, maar het restaurant hebben we nog niet eerder gezien. We kijken even binnen, zeggen dat het nog veel te vroeg is om te eten en lopen weer verder. Dan schiet het ons te binnen, de mevrouw is van een ander restaurant, waar we op de aankomstdag altijd Griekse salade gingen eten. Later hebben we er ook andere heerlijke dingen gegeten, maar ze is wel gul met de zoutpot. Het restaurant is dus helemaal gemoderniseerd! Jammer, want het was altijd zo’n lekker traditioneel restaurantje met veel Griekse gasten.
We slenteren nog een tijdje rond en gaan dan voor het diner naar Antama. De eigenaar staat zelf in de open keuken en het gezelschap is gemêleerd: Deens, Italiaans, Nederlands. We bestellen de specialiteit van de chef: voor Jan kabeljauwschotel en voor mij spaghetti met vlees in rode saus. Het smaakt prima en we bestellen nog een flesje raki zodat we nog wat langer kunnen blijven zitten. De chef wenkt me en gebaart of we een borreltje willen. Ik laat het flesje raki zien en hij lacht breed. Ik krijg een dikke duim en hij gaat weer verder.
Later op de avond komt hij even bij ons aan tafel zitten en we praten over het restaurant en onze vorige keren in Karpathos. Hij biedt ons weer een raki aan, maar we bedanken vriendelijk. Volgende keer, beloven we.
Geschreven door Hazenreizen