Trein πŸš‚ spotters

Griekenland, Kala Nera

Vanmorgen hebben we versgeperste jus d'orange bij het ontbijt, dat is goed voor de vitamientjes. Ik heb goed geslapen en ben maar een keer of vijf wakker geworden. De keelpijn is helemaal verdwenen en de benauwdheid is ook minder. Ik heb nu al twee dagen geen pufje genomen, maar vandaag begin ik weer. Dan kan ik kijken of het pufje de keelpijn veroorzaakt.

We rijden om half tien naar Ano Lechonia, omdat de trein vandaag rijdt. We kijken het van een afstandje aan en besluiten dan dat we zelf niet meerijden. Als de trein vertrokken is, rijden we naar het volgende station om daar nog even rond te kijken. Jan herinnert zich dat je niet met de auto bij het station kunt komen en dat het nog een hele klim is. Hij zet de auto dus een stuk verderop neer, waar de weg de spoorbaan kruist. Nu kunnen we via het spoor naar het stationnetje lopen en blijven we op één hoogte. Tien minuten later lopen we nog steeds en het stationnetje is nog niet in zicht. Jan checkt op Google maps de afstand en dan blijken we toch verder afgedwaald dan we dachten. We keren dus maar weer om en wijzigen onze plannen.

Vanaf Kala Nera kun je in de bergen een groot, wit kruis zien, Dat kruis hoort bij het klooster Agia Triada. Daar rijden we eerst heen. De weg van de poort naar het klooster is enigszins hellend, maar ik doe rustig aan en dan lukt het best. We zijn nog maar net over de drempel als ik iemand 'signomi!' hoor roepen, wat zoveel betekent als 'pardon!'. Een vrouw, geheel in het zwart, wijst op mijn kleding en beduid me iets fatsoenlijks aan te trekken bij de ingang. Het leek zo keurig: een zwarte lange broek en een bloesje met korte mouwen (die overigens wel de schouders iets bloot laten). Ik hijs me in een lange, zwarte rok en gooi een omslagdoek over mijn schouders. Jan loopt vooruit en ik hobbel er in mijn eigen tempo achteraan. Dan zie ik haar, een oudere vrouw die op een bankje in de schaduw van een grote boom zit. Ze wenkt me en glimlacht breed, dan klopt ze met haar hand op de plek naast haar. Als ik naast haar zit begint ze te praten en af en toe versta ik een woord. 'Ik kom uit HOlland', zeg ik verontschuldigend. 'Begrijp je Grieks?', vraagt ze in het Grieks. Ik wil zeggen dat ik een paar woorden Grieks begrijp, maar alleen een Frans en een Spaans antwoord schieten me te binnen. Ik knik vaag met mijn hoofd en dat ratelt ze achter elkaar door. Wanneer ze me vragend aankijkt en blijkbaar een antwoord verwacht, zegt ik mijn eerste Griekse zin: Den katalaveno (Ik begrijp het niet). Ze is even stil en dan probeer ik het nog eens. Ik ... vijf jaar ... Pilion ... Kala Nera. Ze lacht weer. 'Heb je vijf kinderen?', vraagt ze. 'Nee, twee', is mijn antwoord. Dit niveau kan ik goed volgen. 'Jongens of meisjes? Of een jongen én een meisje?' 'Twee meisjes.' Nu straalt ze helemaal, ze is gek op kinderen. Ik probeer de leeftijden te zeggen, maar het tellen houdt bij negentien op. De hulp van Jan wordt ingeschakeld, want hij heeft een telefoon bij zich. We laten foto's zien, eerst van Amber en dan van Kim en Wessel. Inmiddels komt haar man erbij staan en dan blijkt dat ze beide een heel behoorlijk woordje Engels en Duits spreken. 'Helemaal vergeten', verontschuldigt ze zich. Ze moet lachen als ze begrijpt dat Kim en Wessel onze kleinkinderen zijn. Ze wijst naar ons en lacht: Opa en oma! Ze hebben zelf één zoon, hij is cardioloog in een ziekenhuis in Athene en ze zijn heel trots op hem (en terecht). Ik vraag niet naar kleinkinderen, want als ze die had gehad, had ze het me vast vertelt. Even later nemen we afscheid en lopen we weer de auto, maar niet voordat ik de zwarte rok en de omslagdoek weer keurig in de kast heb opgeborgen.

Nu rijden we naar Vizitsa, waar we een bezoek brengen aan het klooster. We worden vriendelijk ontvangen met koffie en allerlei lekkers. In de tuin van het klooster zien we een bidsprinkhaan, die ik uitgescholden heb voor een wandelend blad. Het blijkt een roofzuchtig insect te zijn en even later zien we daar het bewijs van. Geen leuke jongens die bidsprinkhanen.
In de kerk van het klooster branden we twee kaarsjes en kopen we nieuwe 'zeepjes' en kooltjes voor onze wierrookbrander. Ook nemen we een fles mee met een soort siroop die een geneeskrachtige werking heeft. Ik moet iedere ochtend een glaasjes nemen. We zullen eens zien of het helpt.

Terug in Kala Nera maken we zelf een tomatensalade en een tonijnsalade en daarna gaan we weer naar het strand. Het is veel drukker dan afgelopen week, er zijn nu wel vier parasols bezet op ons strand. Jan heeft dit keer ook zijn zwembroek aan en ligt nog eerder in het water dan ik. Er is helaas geen bewijs van, maar het is echt waar. We blijven nog een tijdje relaxen en als het ons te warm wordt, trekken we ons terug op ons achterterras in de schaduw met een boekje.

Het diner bestaat vanavond uit gebakken courgette met geraspte kaar en als special dish of the day: rundertong in madeirasaus. Ik probeer nog even om bij de 'oude' mannetjes aan tafel te vragen wat er met Schillie is gebeurd, om ik die de hele vakantie nog niet gezien heb, maar ik weet zijn echte naam niet. Ik probeer van alles en ze noemen verschillende namen, maar dat werkt natuurlijk niet want ik weet zijn naam niet. Aols ik eindelijk toegeef dat hij me altijd deed denken aan een schildpad, liggen ze over de tafel van het lachen en krijg ik er geen fatsoenlijk woord meer uit. We trakteren ze maar op een flesje Tsipouro voor de moeite en nemen aan dat Schillie verleden tijd is.


Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.