Wat oudere mevrouw als gids

Nederland, Vlieland

Vanmorgen ontbijten we met roereieren met spek en pancakes. Er is nog veel meer, dus morgen probeer ik wat anders.
 

Wandelen

Na het ontbijt lopen we naar de VVV om informatie in te winnen over de Vliehorsexpress. Die vertrekt pas woensdag weer, dus we weten niet of dat gaat lukken. We overleggen over een wandeling op dinsdagmorgen, maar daar zijn nog geen aanmeldingen voor, dus die gaat waarschijnlijk niet door. En die route van vanmiddag dan?, opper ik.
Die van Akkie van der Ploeg? Ja, dat is ook leuk, zegt ze. Dat is een oudere dame, die stevig doorwandeld en niet stilstaat bij ieder plantje.
Prima! Dat kunnen we wel doen.
We moeten de bus van 13:00 uur nemen naar het Posthuis, dus eerst proberen we zelf wat rond te lopen. We dwalen wat door het bos en het voelt alsof ik op de Veluwe ben. Wanneer Jan voorstelt om terug te gaan, ben ik gelijk voor. In het bos lopen kan ik thuis ook.
We lopen nu eerst naar de vuurtoren, de rode kabouter. Heen gaat prima via een soort rolstoelpad, maar terug is een vervelend trappetje waar je goed uit moet kijken.
Daarna gaan we naar bezoekerscentrum De Noordwester. We proberen de vissen te aaien en verbazen ons over zoveel rommel.
We lopen verder door het centrum en kijken onze ogen uit bij een winkeltje vol met beeldjes, treinen, boeken, spellen ... werkelijk van alles. Soms spotgoedkoop, maar soms ook heel duur. Ik koop er een spelletje, voor het geval ik me ga vervelen. Voor €2 wil de man zijn elektrische trein laten rijden, dus vragen we dat (om de man een plezier te doen). Hij antwoordt dat dat nu niet kan omdat hij alleen in de winkel is. 😳. Wij zien het probleem niet, maar het bespaart ons weer €2.
Daarna drinken we koffie met cranberrycheescake en een cranberrybar. Zo zijn we goed voorbereid op de wandeling.
 

Dame op leeftijd?

Om 13:00 nemen we de bus naar het posthuis. Jan en ik maken nog grapje over onze gids, de oudere dame. De dame in de vvv leek ook al noet één van de jongsten, dus hoe oud zou de ‘oudere dame’ dan zijn? Als we bij het posthuis komen, blijkt Akkie inderdaad op leeftijd te zijn, we schatten haar toch snel achter in de zeventig. Ze ziet dat ik iets fotografeer en vraagt me wat ik doe. Ik zeg dat ik een paddenstoel fotografeer.
‘Is dat een paddenstoel? Dat zwarte ding? Voor mij zijn paddenstoelen rood met witte stippen, verder heb ik er geen verstand van.’ Ze wacht nog even of er meer mensen mee gaan met de wandeling en ze bereidt ons voor op een gewone wandeling. ‘Ik hou geen praatjes. Wanneer het zo doet (ze fladdert nu met haar ellebogen als een aangeschoten kip) dan is het waarschijnlijk een vogel, maar vraag me niet naar de naam.’
Ze neemt ons mee over een standaard wandelpad en we hebben nog niet zulke hoge verwachtingen. Het blijkt het Kroondomein te zijn, gefinancierd door de heer Kroon. Dan slaat ze af en neemt ons mee tussen rietmatten door naar een soort uitkijkpost voor vogelaars. Daarna wordt het leuker, ze neemt een soort jaagpad en struint met ons door de duinen. Dan vertelt ze iets over haar zoon van 61. Ik vraag voorzichtig hoe oud ze dan is, als ze een zoon van 61 heeft. Ze vertelt dat ze ook een dochter heeft van 65 en onze verbazing groeit.
‘Ik was 27 toen ik haar kreeg’, zegt ze geheimzinnig, ‘dus hoe oud ben ik dan?’
Ik reken het drie keer uit, maar ik kom steeds op 92 en dat is onmogelijk.
‘Ik ben vorige week 93 geworden’, zegt ze dan.
Het is werkelijk ongelooflijk, ik ben al verwend met de vitaliteit van míjn moeder, maar dit slaat alles. Ze heeft ook nog een dochter van 55 en ze organiseert al zestien jaar deze wandelingen. Ze vindt wel dat je het bij moet houden, dus wandelt ze iedere maandag met of zonder gasten zo’ n twee uur.
Het verschil tussen een wulp en een snip legt ze ons eenvoudig uit.
‘Een Wulp kijkt naar zijn gulp!’ De snavel van een snip buigt namelijk iets omhoog en die van een wulp buigt juist naar beneden.
Als we naar allemaal holletjes in het helmgras wijzen, weet ze niet zo één , twee, drie een antwoord. Jan en ik verzinnen wat oorzaken, zoals muizen of zoiets, maar dat is het niet. Ineens weet ze het: door de wind draaien de halmen rond en die veroorzaken dan de holletjes. Gelukkig dat we het antwoord hebben gevonden, dan kunnen we met een gerust gemoed verder wandelen.
Soms struint ze dwars door de duinen en dan wijst ze ons op strengen helmgras met een knoop erin. Dat heeft ze gedaan om de weg terug te vinden als de boel erg begroeid is. Ze neemt ons mee langs de dierenbegraafplaats in de duinen. Akkie vertelt dat er vroeger ook paarden en koeien begraven mochten worden, maar dat mag nu meer. Op de terugweg lopen we over het zeeduin en wordt ze bijna omvergeblazen door de harde wind. Ze informeert regelmatig of we het nog leuk vinden of dat we liever terug willen, maar wij vinden het fantastisch. Als Jan haar erop wijst dat haar veter los is, buigt ze soepel voorover en strikt hem even, zonder door haar knieën te gaan. Ze vertelt dat de eigenaar van een stuk duin haar paadje had geblokkeerd met takken, maar dat is geen probleem; ze heeft gewoon ergens een nieuw pad gemaakt.
Ze tovert ook nog even een boterhamzakje met Engelse drop uit haar jaszak. Dat schijnt ze bij iedere wandeling te doen en we hebben best zin in een dropje.
Eenmaal terug bij het posthuis zijn we tien kilometer en drie uur verder. We nodigen Akkie uit voor een kop koffie en ik geef haar een stevige knuffel ter afscheid.
De bus brengt ons terug naar het dorp, waar we een wijntje en een broodplankje nemen bij Plezant. Dat kost me wel een stuk van mijn tand, dus dat wordt een bezoekje aan de tandarts als ik terug ben.
Slechts één verlicht raam tekent zich af tegen het donkere duinlandschap. In de winter is Akkie van der Ploeg (92) de enige bewoner aan de westkant van Vlieland, zeven kilometer vanaf het dorp. Hotel-restaurant het Posthuys naast haar huis ‘Malgum’ is in de stille maanden gesloten. Dat de wind er genadeloos te keer kan gaan, deert Akkie niet. Ze draait zich dan nog eens lekker om in haar opklapbed. Eenzaam is ze nooit. Laatst, toen de bloedmaan te zien was, is ze ’s nachts in haar eentje buiten in de vrieskou gaan kijken. “Prachtig!”
Toen ze 88 jaar werd, kocht ze nog een nieuwe auto. “Daarmee rijd ik soms wel drie keer op een dag naar het dorp. Maar als het glad is, sneeuwt of er een boom over de Postweg is gewaaid, ben ik aan huis gekluisterd. Dan komen de luchtmachtmilitairen die oefenen op de Vliehors me vragen of ik nog boodschappen nodig heb. Met hun legerauto kunnen ze makkelijk via het strand naar het dorp. Thuishulp? Welnee, ik kan alles nog.” Twee jaar geleden schilderde Akkie nog zelf haar hele huis van binnen en van buiten.
Al zeventig jaar maakt deze plek op de Postweg deel uit van haar leven. Akkie, die opgroeide in Kollum, kwam er voor het eerst in het voorjaar van 1948. “We gingen met vier vriendinnen op vakantie naar Vlieland. Onze fietsen namen we mee. Potten en pannen werden met de beurtschipper vooruitgestuurd. Voor 1,75 gulden per nacht sliepen we op hooizakken in de stallen van het Posthuys, dat toen nog een boerderij was. Ik genoot van het eiland. Het was er zo mooi en stil.” ‘s Nachts gingen Akkie en haar vriendinnen dansen in het strandhotel. Daar kwamen veel leuke militairen, wisten ze. “We maakten een hoop lol. Ik kon aardig dansen en werd veel gevraagd. De jongen die de eerste avond met me terugfietste, haakte onderweg af om naar zijn eigen huis te gaan. Maar met een knul van de tweede avond was het anders. Jan Cupido bleef naast me fietsen, helemaal tot aan het Posthuys. Dat is een taaie, dacht ik. ‘Ik ben er, hoor’, zei ik bij aankomst. ‘Ik ook’, antwoordde hij.
Jan moest echter een week erna als militair naar Nederlands-Indië. “Twee jaar lang schreven we elkaar brieven. Uiteindelijk zijn we in 1952 getrouwd. We kregen drie kinderen: Alie, Jan-Wim en Titia.” Samen met nog drie gezinnen woonden zij bij het Posthuys. “Het leven was primitief, met water uit de grond, houtkachels, kaarsen en olielampen, want elektriciteit en centrale verwarming hadden we niet.” Toen het toerisme op Vlieland toenam, verbouwden de ouders van Jan ook de benedenverdieping van hun boerderij. Daar maakten zij 34 kamers, zodat ze nog meer gasten konden ontvangen. Ook het restaurant liep goed. Eén van de trekpleisters was het duinzand dat op de houten vloer lag. “Daar hebben mensen het nu nóg over”, lacht Akkie. Samen met Jan hielp ze mee in het bedrijf. “Ik deed de administratie en maakte schoon. In de zomer maakten we lange dagen.” Nadat haar huwelijk in 1977 strandde, beheerde Akkie het Posthuys tien jaar lang alleen. “Mijn zoon Jan-Wim, die de middelbare hotelschool had gedaan, hielp me. Het was een mooie tijd, maar ook hard werken. Op mijn zestigste vond ik het mooi geweest en heb ik de zaak verkocht.”
Actief bleef Akkie wel. “Ik tennis, speel trombone in de fanfare, heb een breiclubje, zit in het bestuur van de seniorenvereniging en organiseer elke maandag gratis een wandeling voor eilanders en toeristen.” Die wandelingen zijn inmiddels alom bekend op Vlieland. Dat zijn geen blokjes om, maar tochten die ruim twee uur duren. Elke wandeling loopt Akkie eerst zelf. “Dan kijk ik of er water staat en of de paden goed begaanbaar zijn.” Elke maandagmiddag rijdt ze naar het vertrekpunt bij de Nieuwe Kooi om te kijken wie mee willen lopen. Met soepele tred stapt ze vervolgens voor de wandelaars uit. “Ik heb altijd veel gesport”, zegt Akkie er luchtig over. “Ik liep meerdere keren de Nijmeegse Vierdaagse en deed veel aan gymnastiek. Het zit waarschijnlijk ook in de genen: mijn moeder werd 101 en mijn vader 92 jaar.” Vastberaden neemt ze zelfverzonnen slingerpaadjes om de gladde stukken te ontwijken. Takken zwiepen rond haar hoofd. Onderweg vist ze een boterhamzakje uit haar jas en deelt traditiegetrouw dropjes uit. Nu en dan legt ze iets uit over de omgeving, bijvoorbeeld over de eendenkooi of de turfdobes (langwerpige rechthoekige gaten uit de tijd van de bosaanleg, red.) ’s Avonds, nauwelijks moe van de wandeling, rijdt ze vanuit het dorp terug naar huize Malgum.
 

Jutterbitter

‘S Avonds eten we bij Plezant een ossenhaas en daarna steken we over naar het Loodscafe voor een afzakkertje. ‘Meester Gerrit’ adviseert ons een Jutterbitter en die smaakt prima. Het is vandaag maandag, dus is er live muziek: Twirre uit Friesland. Ze maken prima muziek met covers van REM, John Denver, Guns ‘n Roses en soms een eigen creatie, die ook niet verkeerd klinkt.

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.