Vanmorgen hebben we wel weer tijd voor koffie in het sportcafé. Niet schrikken, een sportcafé heet alleen zo omdat ze alle sportwedstrijden op hun tv laten zien. Zelf mag je gewoon onderuit zitten en wat drinken. We krijgen weer de platte poffertjes met honing en daarna lopen we naar ‘onze’ bakker. ‘Ena plaka’, zegt Jan. De vrouw lacht en vraagt hem hoeveel zo’n plaka kost. ‘Enaniente’, antwoordt Jan. Daarna test ze ons nog op ‘goedemorgen’, ‘goed’ en ‘dank je wel’, maar die test doorstaan we glansrijk.
Om half tien komen ze de auto brengen, een Seat Ibiza. Heel even heb ik de hoop dat die gifgroene Volkswagen Up voor ons is, maar we krijgen dus de zilvergrijze Ibiza. Na het ontbijt rijden we ermee naar Anthousa. Het is vast een mooi plaatsje, maar als het ‘s morgens om een uur of tien al aanvoelt als 36 graden, kun je beter niet teveel rondlopen. We drinken dus alleen frapee en rijden dan door naar het kasteel van Anthousa. Vanaf de parkeerplaats is het toch nog een stuk bergopwaarts lopen en ik hou het tal snel voor gezien. Jan en Amber laten zich niet kennen en zetten door, terwijl ik terug loop naar de auto en hoop dat die leuke vlindertjes niet in zo’n smerig spinnenweb vliegen. Ik weet nog hoe het afloopt wanneer ik ze dan probeer te redden (zie mijn Kythera verslag) en dat wil ik niet nog eens meemaken.
We rijden verder naar Perdika en dan richting Igoumenitsa. We gaan niet via de hoofdweg, maar via de gele weg richting Mazarakia. Een foutje in de navigatie (ik dus) brengt ons langs een boomgaard met geiten. We stoppen en pakken het brood uit de rugzak. Dan staan er ineens twee schatten van honden door het gaas te kijken. Grote witte honden met veel haar en smekende ogen. Ik verdeel het brood met kaas (dat nog over is van de heenvlucht) tussen de twee honden en gooi dan een stukje kaal brood richting de geiten die een verderop op de weg staan. De ene hond neemt een spurt en duikt tussen de geiten op het brood af. Okee, dat was dus een slecht idee. Het droge brood gaat ook op aan de honden, die inmiddels uit hun comfortzone zijn gekomen en de stukken brood uit de lucht vangen.
De weg wordt verderop slechter, dus keren we om en rijden we van Mili weer terug richting Vasilikos. Jan heeft op zijn telefoon gezocht naar een andere weg, maar hij kan niets vinden, alleen een restaurant. Ik spits mijn oren, een restaurant? Hier in niemandsland? Dat klinkt goed! We gaan op zoek en komen bij een gebouw dat helemaal overwoekerd is door planten. Ik geef het niet zo snel op, want Jan zegt dat hij een trap heeft gezien. Ik stap uit en loop via de trap naar het terras, het ziet er heerlijk koel uit en het restaurant is open. We bestellen patatjes, salade, tzaziki, souvlaki (kip en varken) en pancetta. We nemen er een grote fles water bij en we krijgen een lekker ijsje na, van echt schepijs. De eigenaar wijst ons gelijk de juiste weg naar Igoumenitsa, zodat we niet langer hoeven dwalen. Kom je ooit in de buurt van Parga, dan moet je dus even langs bij ΚΟΛΙΟΥΣΗ ΑΝΘΟΥΛΑ.
In Igoumenitsa rijden we even heen en weer langs de kade en daarna kiezen we voor een weg langs de kust voor de terugreis. Bij de bakker in Anthousa nemen we nog lekkere koekjes mee voor bij de koffie en dan hebben we ons weer genoeg ingespannen voor vandaag.
Om een uur of acht lopen we weer naar beneden voor het diner. Na wat getwijfel zoeken we een plekje bij Stephanos, een echt visrestaurant. Jan zoekt een lekkere vis uit en een half uurtje later fileert hij hem deskundig. Niet iets om iedere dag te doen, dat laat ons budget niet toe, maar voor een keer is het heerlijk.
Geschreven door Hazenreizen