Vandaag is het maandag. Jan en ik doen ons rondje naar de bakker en dan blijkt het markt te zijn in die straat. We gaan even op het terras zitten van ... en bestellen weer een espresso. We hebben het eerste gezicht op de groenten- en fruit markt en we verbazen ons over de enorme tomaten en bieten. Alles ziet er mooi uit en de groenten vinden dan ook gretig aftrek. Ik heb al best wel honger en zie overal op tafel bordjes met een soort koekjes en slagroom. Ik vraag de serveerster of ze voor ons ook zo’n bordje heeft en ze zegt dat ik kan kiezen uit honing of yoghurt. Ik kies yoghurt, want dat hebben al die Grieken ook. Even later komt er een flink bord op tafel met een soort gefrituurde poffertjes en een schaaltje met een soort yoghurtmengsel. Natuurlijk wil ik wel weten hoe het heet en ik vraag het aan de oude man die achter ons aan een tafeltje zit. ‘ Pos lene?’, en ik wijs op zijn poffertjes. ‘Tiganites’, zegt hij. Ik herhaal het en hij knikt goedkeurend. Daarna wil hij weten of we het lekker vinden, of we al vaker in Parga zijn geweest en of we al in Anthousa zijn geweest. Hij woont in Antousa en het is een heel mooi dorp, waar je lekker kunt eten. Als hij hoort dat we uit Nederland komen, vertelt hij dat hij vijf zoons heeft, die in Nederland een restaurant hebben, een Grieks restaurant natuurlijk. Het gesprek vindt half in het Grieks plaats en half in het Engels, met het nodige handen en voetenwerk.
Na het bord poffertjes halen we een brood en gaan we ontbijten met Amber. We eten niet meer zoveel, want de poffertjes zetten aardig aan.
Na het ontbijt lopen we weer naar beneden om met het treintje mee te gaan, maar het zit allemaal niet zo mee en het treintje komt ons halverwege al voorbij. Dan maar met de watertaxi naar Panagia Island, een heel klein eilandje voor de kust met een kapelletje en een strandje. Amber en ik koelen wat af in de zee, waar kleine visjes aan onze benen knabbelen. Jan gaat ook tot zijn enkels het water in. We verkennen nog even de rest van het eilandje en dan ligt onze taxi alweer klaar.
Samen met Amber lopen we nog eens langs de markt voor een bezoekje aan ons café. Dit keer is het al warm genoeg voor een frappee en de serveerster brengt ons nu ongevraagd een schaal poffertjes met honing. Heerlijk! Het doet nu denken aan loukomades.
Na de koffie gaan we op zoek naar het olijfoliemuseum. We zijn precies op tijd voor de rondleiding en kunnen zo doorlopen. Het museum is heel klein, maar heel erg leuk. We krijgen uitleg over alle machines en over de vooruitgang toen er in 1970 elektriciteit kwam. Voor die tijd ging alles met de hand en moesten de vrouwen over de nodige spierkracht beschikken. Na de rondleiding volgt een olijfolieproeverij. Tja, een wijnproeverij zou mijn voorkeur hebben, maar bij gebrek aan druiven is dit ook wel een keer grappig. De proeverij is zoveel interessanter dan ik had gedacht! We proeven olie van een vroege pluk en van een late pluk, olie met citroen, sinaasappel of oregano, maar ook dressings van olie met mosterd of balsamico. Het verschil tussen de ene olie en de andere is groot en thuis zal ik beslist eens kijken of mijn olie wel zo geschikt is voor over de salade. Na de proeverij, waarbij we de tip krijgen om iedere dag olijfolie te eten (ook als je geen sla eet), kijken we nog een film en zelfs die is interessant :).
Bij Grill 33 eten we een pita gyros en daarna is het tijd voor de dagelijkse siësta.
Om zes uur nemen we het treintje naar het andere kasteel of moet ik zeggen: zouden we het treintje nemen? Wanneer we het (toeristen)treintje eindelijk bereiken, rijdt het voor onze neus weg. Er blijkt nog een treintje te gaan, een kwartiertje later. Die gaat naar de waterval en de watermolen. Ook leuk! We stappen in en genieten van de tocht over kleine onverharde weggetjes. In de molen krijgen we ook een rondleiding en na even jutteren, krijgen ze hem zelfs weer aan de praat. Daarna lopen we even naar de waterval. Nou ja, even? Het is nog best een hele klim, maar wel de moeite waard en grotendeels in de schaduw. De waterval is smal en hoog, maar met zoveel mensen op een kleine plek heb ik het snel gezien. We beginnen langzaam aan de terugtocht en kunnen net iets drinken op het terras bij de molen, voordat we weer naar Parga rijden.
Het is inmiddels acht uur en we besluiten direct door te lopen naar restaurant Petros (van de lunch op dag 1). Daar bestellen we fava (de lekkerste ooit!), gegrilde groente en kip. Een lekkere afsluiting van een leerzame dag.
Geschreven door Hazenreizen