Vier uurtjes slaap is niet veel, daar moeten jullie het wel mee eens zijn. Uitslapen zit er echter niet in, want de wekker gaat om half zeven. Niet de wekker in de zin van dat apparaat naast je bed waar je zelf het tijdstip van ontwaken kunt instellen, maar de wekker die zich in de gedaante van een lawaaiige vuilinisauto aandient en blijkbaar zoveel zin heeft na het weekend, dat hij alle containers wel drie keer op de metalen bak laat stuiteren alvorens ze weer terug te plaatsen π. Als de vuilnisauto weg is, proberen we het nog eens, maar de zon en de geur van versgebakken toast zorgen ervoor dat blijven liggen geen zin heeft.
Na het ontbijt rijden we richting het noorden om de plaatsen Aperi, Othos en Pyles te bezoeken. In Aperi staat een bezoek aan de grote kerk gepland die ze vorig jaar aan het restaureren waren, maar ondanks twee grote borden met ‘Welkom’ is de deur stevig op slot. We lopen nog een rondje om daarna te kunnen concluderen dat alles in Aperi gesloten is, behalve de apotheek. Op dan maar naar de volgende stop: Othos (Volada slaan we voor het gemak even over).
We parkeren de auto onder het bord dat een parkeerverbod aangeeft π« net als alle Grieken, en slenteren dan door een doolhof van steegjes om vervolgens weer keurig bij de auto uit te komen. Meer geluk dan wijsheid misschien, maar toch wel heel netjes. Met alle huisraad die we onderweg zijn tegen gekomen, kun je bijna een compleet huis inrichten: een RvS koel-vriescombinatie, een fornuis, een bank, serviesgoed een televisie en nog veel meer. We laten het allemaal liggen, alhoewel ik moeite heb om niet die prachtige ijzeren wenteltrap mee te nemen voor Annemarie. Hij zou daar in Heimborn mooi als brandtrap kunnen dienen.
Als laatste stop bezoeken we Pyles. Ook hier bestaat het bezoek uit ronddwalen door kleine straatjes, alleen worden we dit keer gestalkt door een ander echtpaar. De man wil telkens op dezelfde plek staan als ik, bij het maken van foto’s. Wanneer ik quasi geïnteresseerd over een muurtje naar het afval sta te staren, komt de vrouw ook gelijk aan lopen om over het muurtje te kijken. Ze werken een beetje op mijn irritatieknobbel, maar we lopen wat steviger door en glippen om de bocht een kapelletje binnen. Het duurt maar even en dan hoor ik ze morrelen aan de verkeerde deur. Ik voel een onbedwingbare en kinderlijke neiging om de deurklink van de goede deur omhoog te houden of met mijn volle gewicht er tegenaan te leunen, zodat het lijkt of de deur op slot zit. Op wonderbaarlijke wijze weet ik mezelf hiervan te weerhouden. Jan oppert om ons te verstoppen in het gedeelte achter het gordijn, maar ook deze keer houden we ons in. We verlaten het kerkje en dwalen verder tot het eind van het dorp om vervolgens terug te keren naar de auto.
Terug in Pigadia trakteren we onszelf op loukomades bij To Soutrivani en dan houden we even pauze. Mijn boek heb ik inmiddels uit en een kleine powernap zie ik wel zitten, dus ik maak het me gemakkelijk bij het zwembad en ben al snel vertrokken. Wanneer Jan verschijnt, ben ik inmiddels wakker en schrijf ik aan mijn blog. Twee scandinavische vrouwen komen het terras op lopen en willen perse in het kleine stukje zon liggen, waar ik lig. Ze slepen met bedjes en maken er een soort drie-persoons bed van, wanneer je mijn bedje meerekent. Nu heb ik nogal behoefte aan een grote privacycirkel om me heen en ik besluit dat mijn pauze voorbij is. We ruimen de kussens netjes op en vertrekken.
Om half vijf krijgen we een knagend gevoel, omdat we de lunch hebben overgeslagen. We overleggen dat we wel een kleine salade kunnen eten, zodat we later op de avond nog kunnen dineren. Jan wil wel weer naar Psiliti, waar we eergisteren geluncht hebben. Wanneer ze ons ziet, worden we enthousiast begroet en moeten we mee de keuken in. Ze heeft bonensoep en gebakken vis, dus ik bestel een stevige bonensoep in plaats van een lichte salade. We bestellen één portie, maar we krijgen een flinke schaal vol en daarna ook nog twee visjes van het huis. Jan eet er één op, maar ik pas. Wanneer we afrekenen, komen ze nog met fruit aan, maar dit keer weiger ik vriendelijk maar beslist. Om de maaltijd te verteren lopen we een stuk van de vijf kapelletjeswandeling en voeren we onderweg een kudde schapen ππππππ.
s Avonds eten we toch nog een kleinigheidje bij onze buurman Yorgos van Antoli. We krijgen onze wijn in geslepen wijnglazen, die gebracht worden door Apostolis. Hij is een zeer correcte man, met zilvergrijs haar dat iets opgeschoren is aan de achterkant en dat hij verder in een klein knotje draagt. Dit keer beveelt hij ons de soutzoukakia aan, gehaktballen in tomatensaus. Het klinkt misschien simpel, maar het smaakt weer voortreffelijk en combineert bijzonder goed met de rode wijn. Na het eten bestellen we een raki en even later bestelt Jan er nog een. Apostolis is net weer naar binnen, als er een windvlaag komt die de stoffen placemat te pakken krijgt. De placemat vouwt zich over het raki-glaasje van Jan en dat valt om. De hele placemat is nat en er zit geen druppel meer in zijn glas. Ik loop naar binnen en vraag een nieuw glaasje, omdat de wind het omver geblazen heeft. Ik zie het vragende gezicht en besef dat het klinkt als een heel slecht excuus. Even later komt Apostolis bij ons aan tafel met twee glaasjes Raki van het huis, die hij daarna nog eens bij moet vullen van Yorgos.
Geschreven door Hazenreizen