De zon schijnt weer vanmorgen, maar ik weet dat het zo kan omslaan. Vanmorgen lijkt het droog te blijven, dus we gaan toch wandelen.We kiezen voor wandeling 17: Chorto - Metochi - Paou - Chorto, een wandeling van 10,5 kilometer lang en een hoogteverschil van 220 meter.
Een mooie, afwisselende wandeling die voor een groot deel gemarkeerd is met de gele bordjes van de Friends of the Kalderimi. Je wandelt vanuit Chorto omhoog door een afwisselend landschap naar Metochi. Vanuit Metochi ga je nog iets verder omhoog naar het pad tussen Arghalasti en Chorto. Over dat pad begint de afdaling, waarna je afbuigt naar het voormalig klooster van Paou. Langs de kust loop je terug naar Chorto.
We rijden naar Chorto en parkeren daar de auto.de wandeling begint met een keurig geel bordje, zoals beloofd. Het kan eigenlijk niet mis gaan, zou je denken. Wanneer we een paar honderd meter verder zijn, blijkt het volgende bordje te schitteren door afwezigheid. Gelukkig is de volgende aanwijzing niet zo makkelijk weg te halen, een begraafplaats. Hierna volgt een opsomming van:
- bij een splitsing links
- bij een splitsing links
- bij een Y-splitsing rechts
- bij een T-splitsing links
Het duizelt ons van de splitsingen en we vragen ons af of een splitsing ook een y-splitsing mag zijn? Of zou het dan apart vermeld staan? Zonder de gele bordjes wordt het toch wel gokken. Ze proberen nog wel om het te verduidelijken met: je hebt hier links uitzicht op zee... Ik weet niet, maar op zo’n schiereiland heb je afsnel uitzicht op zee als je wat hoger zit, niet echt en waardevolle toevoeging dus. Terwijl ik nog twijfel of de volgende afslag inderdaad de juiste is, heeft Jan even verder en aanwijzing gevonden: een geel bordje met Metochi en daarna komt inderdaad een wit gedenkteken, zoals in de tekst vermeld wordt. We bereiken zonder al te veel moeite het dorp Metochi en het dorpsplein.
Op het dorpsplein staat een taverne die gesloten is en een grote plataan dat is het wel zo ongeveer. Ik vraag aan een mevrouw naar een kafenion. Coffee?, vraagt ze. Dat blijkt geen probleem. Ze haalt twee stoelen van binnen en vindt ook nog een metalen tafeltje. We genieten op het terras van onze koffie en ik besluit dat ik beter even naar het toilet kan gaan, voordat we onze tocht voortzetten. Ik loop naar binnen en zie een niet al te grote vierkante ruimte, zonder toonbank, bar of drankvoorraad. Ik vraag voorzichtig naar de mogelijkheid van een toilet en de vrouw geeft haar dochter een seintje om me de weg te wijzen. We gaan weer naar buiten, een straatje in en een hek door waar twee dames op leeftijd verbaasd opkijken. Een beetje gepoedeld in het Grieks en daarna gaan we twee trappen op en een deur door. Ineens sta ik in de woonkamer van een huis. Het meisje loopt de kamer door naar een andere deur en wijst die aan. Als ik naar binnen stap, sta ik in de badkamer compleet met alles wat in een privé badkamer hoort: kam, borstel, tandpasta en nog veel meer. Een beetje opgelaten gebruik ik het toilet. Terug op het terras, wederom geflankeerd door de dochter, reken ik af en raad ik Jan aan om ergens tegens een boom te piesen.
De volgende aanwijzing is een verroeste stoomwals, het is een plaatje dus we maken uitgebreid foto’s. Tegenover de stoomwals begint een smal pad, volgens de omschrijving. Nou, wat we ook zien, geen smal pad. De volgende aanwijzing heeft het over een olijfboomgaard, die zien we wel. We lopen door de boomgaard, paralel aan de weg, maar we komen steeds hoger en de weg wordt onbereikbaar. Dan maar terug en gewoon over de asfaltweg. Een paar honderd meter verder pakken we de route weer op. Wanneer we een waterloopje oversteken, blijf ik even staan. Het is echt een mooi fotomomentje. Dan verstijf ik, rechts van de weg is een spinnenweb met een enorme spin. Jan wijst erop dat links van de weg nog meer van die enorme spinnen zitten en dan blijkt er vlak voor me (over de weg heen) ook nog een web met een dikke spin te zitten. Ik denk terug aan Kythera en hoop dat het hierbij blijft. Gewapend met een grote tak gaan Jan en ik al zwaaiend verder. Na een paar meter kunnen weer omlachen en een paar honderd meter verder zijn we het al bijna weer vergeten. We gooien de tak weg en vervolgen ons pad. Even later sta ik stil om rond te kijken en ik geef een schreeuw en duik met mijn gezicht in de mouw van Jan. Hij kijkt verbijsterd naar me en ik wijs naar achteren. Hij ziet eerst niets en dan ziet hij een groot web, zonder spin. Die spin was er wel en toen ik rondkeek bevond hij zich op tien centimeter van mijn oog! Nadat mijn hart weer een beetje gekalmeerd is, maken we ons op voor de volgende fase. De volgende aanwijzingen zijn goed te vinden en we bereiken ons volgende doel: het voormalige klooster van Paou. Normaliter zou het gesloten zijn, maar nu is open in verband met Summerschool. Hebben wij ook een keertje geluk. We nemen overal een kijkje en aan dan op zoek naar de volgende aanwijzing; een pad dat links achter het klooster de olijfboomgaard ingaat. We gaan het pad in dat al snel dood loopt en komen via een trappetje weer bij het klooster. Het trappetje is afgesloten met een grote stalen ketting en een rond bord. Ik kan niet zien wat er op staat, want ik zie alleen de achterkant. We stappen over de ketting en zien de voorkant van het ronde bord: verboden toegang.
Inmiddels regent het, dus we schuilen bij het klooster totdat blijkt dat meevalt met de bui. We proberen het nog eens, maar lopen nu het foute pad voorbij. Aan de andere kant van het klooster is ook pad, dit blijkt het goede pad te zijn. Een Neerlandicus zou nu ernstig in twijfel staan of dit het pad is
achter het klooster of
naast het klooster, maar goed dat laten we even zoals het is.
So far, so good, maar nu wil de routebeschrijving ons een extra rondje laten maken waar wij het nut niet van inzien. Daarbij ziet de lucht er wat dreigend uit, dus liever geen omwegen. We zien op de kaart dat we gewoon de onverharde weg kunnen blijven volgen tot punt 26 van de routebeschrijving, makkie. We volgen de onverharde weg tot hij eindigd bij een huis. Dat was niet de planning, maar ik loop de enorme oprijlaan op tot aan het huis en daar zie ik mensen. De dames spreken Engels en leggen uit dat de monopathi niet meer in gebruik is. Ze schijnen het versperd te hebben met een hek. Nu is dat geen probleem, want als we hier met de trappetjes omhoog gaan naar de onverharde weg en dan naar rechts en even verder weer rechts door een olijfboomgaard en dan bij een huis links en dan een paadje naar rechts en dan is de monopathi aan de linkerkant. We kijken blijkbaar verdwaasd, want ze voegt eraan toe dat het niet zo ingewikkeld is als het lijkt. Gewoon de zee in de gaten houden. We gaan vol goede moed de trappetjes omhoog, rechtsaf en door de olijfboomgaard. Op en onverharde weg twijfelen we even en dan roept iemand ‘Hallo!’ Even naar rechts zijn mensen aan het klussen en ik loop ernaartoe. We overleggen een poosje en dan lijkt het weer niet zo ingewikkeld. Gewoon deze weg volgen tot aan de zee. We gaan weer op pad tot het volgende huis. Ik zoek de eigenaar en dit blijkt een heer op leeftijd te zijn. Hij vraagt me of ik Frans spreek en ik antwoord ontkennend. Dan loopt hij voor ons uit een natuurstenenpad af, hij vertelt dat dit een monopathi is, maar dan wel zijn privé monopathi. Het eindigd bij een hek en hij blijft herhalen dat we op de weg ‘droit’ moeten, terwijl hij ijverig naar links wijst. Nu spreek ik niet goed Frans, maar links en rechts wist ik al heel vroeg uit elkaar te houden. Rechts is droit en links is gauche. We vertrouwen op zijn gebaren en gaan naar links, hij zwaait duidelijk opgelucht en gaat weer terug naar huis.
Nu gaat het snel en we pakken de eerste taverne die we zien om eerst even een hapje te eten: een salade met gedroogd fruit en noten en handgesneden patatjes. Dat gaat er wel in na zo’n speurtocht.
Op de terugweg stoppen we bij een klein, open kapelletje. Open in de ruimste zin van het woord, zonder deuren en ramen een soort mooi versierd bushokje. Daarna lopen we een stukje terug, naar een kapelletje aan de overkant van de straat. Het is een prachtig oud exemplaar, maar de deur zit op slot. Ik inspecteer de deur en zie geen sleutelgat of grendel, dat is vreemd. Ik bestudeer de deur nog eens en zie met zwarte stift een pijl getekend bovenaan de deur. Ik laat mijn blik verder dwalen en zie boven de deur een grote krans, die aan de rechterkant van de deur overgaat in een metalen kettinkje. Aan het eind van dit kettinkje zit een stukje ijzerdraad. Ik pak het ijzerdraad ga ermee naar de pijl, ik leg hem tegen de deur en daarna beweeg ik hem in de richting van de pijl. Een kleine klik is hoorbaar en de deur gaat open. Jan kijkt me meewarig aan, zoiets doe je toch niet! Ik werp snel een blik naar binnen, het voelt een beetje als een escapespel waarbij je je toch lekker voelt als je een aanwijzing hebt gevonden en je daarmee een deur kunt openen naar een volgend level. Ik laat dit level voor wat het is en zorg ervoor dat ik alles net zo netjes achterlaat als ik het heb aangetroffen.
Om acht uur schuiven we weer aan bij Kostas. Dit keer kiezen we de gegrilde chickenwings met honing en sesam met gegrilde groenten. Betty heeft zichzelf weer overtroffen en ondanks de hevige regen hebben we een heerlijke avond.
Geschreven door Hazenreizen