De volgende dag trekken we vol goede moed onze wandelschoenen weer aan, na een heerlijk ontbijt dat bestaat uit brood, croissant, jam, 2 soorten kaas, koffie, thee en een eitje. Deze ochtend proberen we weer de verse, witte kaas die wat zuur smaakt op brood te doen. Tenslotte vraag ik toch maar aan de serveerster wat voor kaas het is en tot mijn grote verrassing blijkt het Griekse yoghurt te zijn. Eigenlijk is het heel lekker, maar dan wel met honing of suiker en gegeten met een lepeltje.
Het routekarakteristiek van deze wandeling luidt:
In lengterichting door een brede vallei met het eerste stuk open landschap en door muurtjes omgeven verlaten landjes. Stenige en deels met stekelige struiken begroeide ezelpaden, waaronder een pittige klim naar een klooster. Afdaling via een landweg en deels overgroeid stenig ezelpad. Van Messaria tot Andros Hora door een weelderig begroeid dal, deels door een rivierbedding en verder over makkelijke paden en landweggetjes met enkele stukjes asfalt.
De bus, dit keer direct de goede, brengt ons in Stavropeda voor een tocht van 15 kilometer en een geschatte wandelduur van zes uur! Dat is wel even wat anders dan zes kilometer en 2,5 uur. De stijging is opgevoerd tot 350 meter en de daling tot 600 meter. We worden volgens de routebeschrijving afgezet op een 'winderige' wegsplitsing.
Wat betreft kleding: let op de wind: het gedeelte na Stavropeda is een soort tochtgat, waar het hard kan waaien en dus fris kan zijn. Voor het kloosterbezoek: voor de vrouwen een rok en armbedekkende kleding en voor de mannen een lange broek.
In werkelijkheid is het een bloedheet, windstil stukje niemandsland en hebben we al bijna spijt van ons voornemen om deze wandeling te starten.
De 'goed te volgen' kalderimi's zijn niet altijd even goed te volgen en met in ons achterhoofd de waarschuwing uit de brochure over schorpioenen en spinnen voelen we ons niet echt gemakkelijk. Ik citeer:
Niet alle insecten zijn zo vriendelijk als vlinders. Nabij vee kunnen we geplaagd worden door grote aantallen vliegen. Als we stenen optillen moeten we uitkijken, er kunnen namelijk giftige duizendpoten of schorpioenen onder huizen, die gemeen kunnen steken / bijten. Ook de zwart-rood gevlekte kogelspin kan een giftige beet veroorzaken.
De zwart-rood gevlekte kogelspin blijkt zelfs familie te zijn van de Zwarte Weduwe! We zien nog geen spinnen, maar wel ingenieus gemaakte trechtervormige spinnenwebben. We kunnen ze nog ontwijken, maar even later versperren stevige bramenstruiken ons dusdanig de weg dat een trainingsbroek voor Jan en benen in rekverband gezwachteld voor Janet bescherming moet bieden.
Wat verderop is het pad weer beter begaanbaar en lopen we tussen de 'weilanden' met kleine stenen muurtjes.
De stenen muurtjes (Xirolithiés). In de loop van de geschiedenis ontstond op Andros door landverdeling en opdeling van de velden voor afwisseling van graan- en grasteelt een waar mozaïek van muurtjes. Op de steilere delen weden met behulp van muren terrasjes aangelegd met zo'n 2 meter hoogteverschil. Dit gebeurde om de te bebouwen grond vlak te houden. Hierdoor kan de vruchtbare aarde niet wegspoelen en bleef lang bewerking met dieren en grotere landbouwwerktuigen mogelijk . Nergens ter wereld worden dergelijke muurtjes gebouwd zoals op Andros. De muurtjes worden uit schistgesteente gemaakt. Grote regelmatige schistplaten worden recht overeind gezet, met een taps toelopende punt omhoog. Daaromheen worden kleinere stenen ingevoegd die de grote platen overeind houden. Niet alleen spaarde men zo materiaal en tijd uit, er ontstond ook een attractief patroon dat soms werd verfijnd. Gedurende de dag veranderen de grote stenen platen in het wisselende licht van vorm en kleur. Hiermee woeden de stenen muurtjes tot een soort mystieke symbolen of abstracte kunst.
Even later komen we de 'aanvankelijk goed bewaard gebleven kalderimi' die ons naar het klooster Panachrantou zou moeten leiden. De kalderimi was al lang niet meer goed bewaard gebleven en we vrezen dat ook de laatste monnik al enige tijd geleden het tijdelijke voor het eeuwige heeft gewisseld.
De bron bij het klooster komt precies op tijd, want onze bron was inmiddels aardig aan het op raken. (We wisten toen nog niet dat de watertappunten onderweg drinkwater bevatten). Ook voor het eten hadden we gerekend op verschillende ontmoetingen met pittoreske tavernes, maar helaas zat dat er vandaag niet in. Terwijl Jan nog bij de bron aan het acclimatiseren is, loop ik via een weggetje langs of door het klooster. Een heerlijke etenslucht dringt mijn neus binnen, zal ik het doen? Of zal ik het niet doen? Ik doe het! Ik klop aan een dikke, houten deur en even later doet een monnik in een lange donkerbruine pij de deur open. Ik vraag of we misschien iets te eten kunnen krijgen en terwijl ik over zijn schouder de kamer in kijk, zie ik dat er niet één monnik leeft maar ook een aartsbisschop en diverse andere lotgenoten.
We worden echter vriendelijk onthaald met een heerlijke warme maaltijd, bestaande uit aardappelen, tomaten, linzensoep, allerlei gebakken groenten zoals courgette en aubergine, water, brood én wijn. Geweldig! De andere toeristen die mee-eten, blijken hier vakantiewerk te doen en helpen op het land. Wij mogen niet betalen voor de heerlijke maaltijd, maar we mogen wel een gift doen aan de kerk. Ik word meegenomen in de kapel (gelukkig zijn mijn schouders en knieën bedekt) en doneer het een en ander in een grote brievenbus. Jan moet even buiten wachten, want hij draagt een korte broek.
Het vervolg van de tocht is heet en vermoeiend en de alcohol is in mijn benen gaan zitten. Wanneer we ruim twee uur later in Messaria aankomen, lees ik dat je hier indien gewenst de bus terug naar Andros kunt nemen. Dat laten we ons geen twee keer zeggen, want het alternatief is nog anderhalf uur lopen. In dit uitgestorven dorp, waarvan alle tavernes gesloten zijn en de sporadische voorbijganger geen Engels spreekt, wachten we op de bus. Daarna wachten we nog even en daarna wachten we verder. We hebben geen idee of er wel een bus rijdt vandaag en hoe laat die langs zou moeten komen. Even spelen we met de gedachte om toch maar verder te lopen, maar de redding is nabij. In minder dat tien minuten brengt de bus ons weer naar Andros Hora.
Geschreven door Hazenreizen