Ik word vanmorgen pas om 10 voor 7 wakker. Dus dat wordt later vertrekken
Het is toch een onhandig systeem in deze herberg dat je de rugzak niet mee op de slaapzaal mag nemen. Je moet al jerotzooi verzamelen en een paar keer op en neer lopen. Mijn sokken en truitje zijn nog niet droog. Mijn truitje doe ik toch maar aan. Na het ontbijt in de bar vertrekken we om half 9 voor een wandeling van een kilometer of 20 naar Penduelos. Het miezert al weer.
De omgeving is wel weer heel mooi, i.t.t. gisteren vandaag weer meer bossen die er nu weer mooi uit zien omdat ze verdwijnen in de wolken. Af en toe verlaten we het asfalt om over bospaden verder te gaan. Net nadat ik gedacht heb: Konden we altijd maar over zo'n pad lopen, komen we bij een paar modderpassages. Omdat ze over tamelijk vlak terrein lopen is er geen gevaar bij. We willen natuurlijk wel droge voeten houden. Bij de eerste passage kom ik nog redelijk erlangs. Bij de tweede is er wel een ontsnappingsmogelijkheid. Langs het pad loopt het spoor, een stuk lager. Er ligt ook een muurtje van 15 cm waarover we zouden kunnen lopen. Andrea doet het wel. Ik merk dat mijn valpartijen mijn zelfvertrouwen enigszins hebben aangetast en durf het niet aan. Ik loop snel door de blubber.
In Bustio de eerste plaats in Asturië (waar de schelpen de andere kant op wijzen) pauzeren we. Ik neem een broodje tortilla. Aan de overkant begint een redelijk pittige klim. Bijna boven staat een kapelletje. Daarin staat een oud mannetje dat voor1 € een kaarsje aansteekt. De anderen maken van het aanbod gebruikt. Er staat ook een steen waarop staat dat Santiago nog 427 km lopen is ( dus ongeveer 3 weken)
Intussen miezert het nog steeds en is mijn broek dusdanig nat dat ik mijn telefoon en camera maar in mijn rugzak stop. Dus een paar uur lang geen foto's meer gemaakt.
Ik loop vandaag redelijk vaak alleen voorop. Andrea en Elisabeth kunnen bijna onafgebroken kletsen en dat hoef ik allemaal niet te horen. Het gaat vaak over hun kinderen. Een zoon van Otto en Elisabeth zit in Cambodja en laat regelmatig horen dat het niet zo goed met hem gaat. Natuurlijk maakt zij zich daar zorgen om
Na een klim naar La Franca zien we voor het eerst de zee weer. Het lijkt wat helderder te worden, maar de zon breekt niet echt door. Ik doe toch mijn jas maar uit en mijn camera weer in mijn broekzak. Het uitzicht op zee is wel mooi. Voor Buelna loopt een pad richting zee dat op zich heel mooi moet zijn. Joos raadt aan om bij slecht weer toch 2,5 km de weg te volgen. Dat doen we dus maar ( later hoor ik van een Nederlands meisje dat dit pad inderdaad tamelijk vervelend was)
Na Buelna volgen we wel weer de kustroute. Ook langs deze route moeten Bufones zijn. Door gaten in de rotsen spuit het zeewater soms, met veel
kabaal tot wel 20 meter hoog. De golven zijn vandaag echter niet hoog genoeg ( morgen hopelijk beter)Op rotsen ligt wel heel heldergroen mos.
Na een paar kilometer komen we aan in Penduelos. De herberg gaat pas open om 3 uur. We zijn eigenlijk maar net op tijd want een aantal mensen heeft gereserveerd. Mensen die een half uur later komen worden doorverwezen. Gelukkig zijn hier nog 2 herbergen.
In de supermercado doe ik wat boodschappen ( fruit e.d) Daar hangt ook een poncho voor 2,60.
Terug in de herberg begin ik aan mijn in Bilbao gekocht boek. Daarna ga ik terug om de poncho te kopen, hij blijkt 5,60 te kosten.
De herberg is donativobasis, we hebben halfpension. Om 8 uur eten we. Lekkere salade en linzenschotel. De salade is lekker, de linzenschotel wat minder. De Hospitalero zegt dat hij al 6 jaar elke dag hetzelfde kookt. Hij eet ook met ons mee.
Morgen vertrekken Elisabeth en Otto. Ze discussiëren steeds over de vraag wat ze morgen doen. Otto wil nog graag 13 km naar Llanes lopen. Elisabeth wil niet meer lopen. Blijkbaar vinden zij dat ze alles samen moeten doen. De oplossing lijkt simpel: Otto loopt vroeg naar Llanes, neemt daar de trein en Elisabeth stapt hier in dezelfde trein.
Geschreven door Caminotoon