Op de camping aan de rivier Tisza bij de stad Szeged scheen vanmorgen lekker de zon, maar het waaide wel stevig. Na een verlaat ontbijtje haalde Jan de fietsen van de camper en bezocht Ria de douches. Alles was daar nog oubollig met bijv. douchegordijnen, maar met veel en goed te regelen warm water uit de douchekop. En alles was spic en span met bij de wastafels zeep en bij de toiletten toiletpapier.
We stapten op de fiets, reden de brug over en overal in de stad waren fietspaden. Meteen over de brug lag een groot plein met banken rondom en fonteinen die door beweging werkten. Het prachtige witte gebouw was een museum. We fietsten naar de Dom, de vernieuwde Votivkerk, omdat door de overstroming in 1879 bijna de gehele stad vernield was. Ook hier een groot plein ervoor. Rondom stonden gebouwen uit 1930 met eronder een galerij waar heel veel beelden of borstbeelden en afbeeldingen van belangrijke personen aan de muren hingen. We liepen de Dom binnen, de vierde grote van Hongarije met een prachtige koepel, bogen en alle wanden en plafonds waren beschilderd.
We fietsten naar een speciale markt met houten huisjes, maar die werden net afgesloten en gingen daarna naar de dagelijkse markt, waar zowel buiten als in een hal kramen stonden met groenten, fruit (veel aardbeien), bloemen, vlees, pasta’s, broden en banket. Omdat we geen Hongaars geld bij ons hadden, konden we hier niets kopen.
Vervolgens stond de Synagoge op ons lijstje, die er aan de buitenzijde prachtig en imposant en verzorgd uitzag met een grote Menora, zevenarmige kandelaar, in de tuin. Om binnen te komen werd entree geheven, voor ons de senioren prijs. Omdat Jan geen hoed of pet bij zich had, moest hij een kartonnen keppeltje opzetten, wat binnen steeds van z’n hoofd afgleed. Aan de binnenzijde was de synagoge best mooi, maar ontzettend stoffig, zodat we regelmatig moesten niezen.
We stapten weer op de fiets en kwamen bij een groot warenhuis, waar we naar binnen gingen. Ria zag leuke gehaakte hesjes, maar vergat die even te passen doordat ze ook leuke zonnehoedjes zag. Verder waren er naast heel veel kleding en schoenen ook allerlei huishoudelijke spullen en we namen een paar kleinigheden mee, die we met een bankkaart konden afrekenen. Op de bon zagen we dat het een China winkel was, wat de lage prijzen verklaarde.
Het was lunchtijd en in de buurt van de rivier gingen we op het terras van een groot restaurant zitten. Jan bestelde kalfsgoulash met kaas-pasta en Ria Wiener schnitzel met patat. We kregen beiden een enorme portie op ons bord en het was heerlijk! Omdat het waaide en ook de zon verdween, hield Ria haar ‘hoed-pet’ op en deed de jas dicht, terwijl anderen gewoon in T-shirts of zomerkleding bleven zitten. Ria nam de helft van haar maaltijd in een piepschuim bak mee naar de camper.
Terug op de camping besloten we vandaag nog te vertrekken, omdat het door de wind te fris was om buiten te zitten. Er was hier geen vaste vertrektijd en Ria rekende af voor slechts €17,50 alles inclusief!
Na lozen en waterinname reden we langs een bloemenrotonde en kerkhof Szeged uit. Over een binnendoor weg met aan weerszijden gekleurde bermen richting de buitengrens van Hongarije. Daar werden we op papieren gecontroleerd en de vraag: Twee personen?
Bij de Servische grens moest Ria de papieren bij een piepklein luikje afgeven wat zo hoog zat, dat ze er niet naar binnen kon kijken. Na registratie met steeds de vraag ‘twee personen’? kwam de politie met paspoorten en camperkenteken naar buiten, maar wilde voor teruggave eerst een blik in de camper werpen en weten waar we naar toe gingen.
We mochten verder en reden eerst op afstandje van de kilometers lange prikkeldraad-afrastering van Europa om ongewenste vluchtelingen tegen te houden. Vervolgens reden we over een vreselijk slechte en hobbelende landweg. Alles schudde, kraakte en piepte in de camper! En alles in de omgeving was heel ‘natuurlijk’: onbespoten bermen en velden met prachtig kleurige bloemen, simpele gehuchten met niet opgeruimde vervallen schuren en huisjes, hooibalen met een netje maar zonder plastic omhulsel en grote hopen mest. Eindelijk kwamen we weer via weg 15 op weg 13 uit met een breder en wat beter wegdek.
Bij Zrenjanin had Ria op Park4Night een grasplek gevonden vlak naast een strand bij een meer en visvijver. Buiten het seizoen niet erg druk en het strandterras was nog gesloten. Er kwam zo nu en dan een auto naast ons parkeren waarvan de inzittenden even naar het strandje liepen. De camper stond mooi achterwaarts een eindje van het weggetje en tussen lage struikjes geparkeerd.
Geschreven door LaikaRiaJan