Afgelopen nacht was het op de camping in Midelt zo koud, dat we de dikke extra deken tevoorschijn hebben gehaald. Deze kou waren we helemaal ontwend!
Er werd al vroeg op de camperdeur geklopt door de campingbeheerder die een gratis stokbrood bracht en waarschuwde dat de weg naar Azrou een uur later werd afgesloten i.v.m. bomenkap. De meeste camperaars maakten zich klaar om te vertrekken. Bijtijds reden we op de N13 achter twee Fransen de stad uit met links sneeuw op de bergen en rechts een ‘tafelberg’ en voor ons weer wazig zicht. Op dit vroege tijdstip liepen groepen kinderen door open terrein naar school. Bij Zaida stond alles in het teken van de appel, die overal te koop werden aangeboden en had een ooievaarsstel een nest bovenop de moskee. Wij sloegen daarna af naar de R503 die ook richting Fez liep, maar minder toeristisch dan langs Azrou en Ifrane. Er waren veel appelboomgaarden in een troosteloos gebied met armoedige behuizingen. Vrouwen waren takken aan het verzamelen voor brandhout. Er reed nauwelijks iemand over deze prima weg.
Het was buiten fris met een koude wind en we hadden een man in djellaba met puntmuts die meewilde al laten staan en lieten nu een eenvoudig geklede man met opgevouwen boodschappentas instappen. Dankbaar zittend aan tafel legde hij z’n hand op het hart, maar begrepen niet wat hij zei. Bij afslag P5106 gaf hij aan om uit te stappen, waar ook twee vrouwen stonden te wachten. Hij legde opnieuw z’n hand op z’n hart, gaf Jan een hand en stapte uit. Hij begroette de vrouwen en wees trots naar de camper.
Vanaf hier gingen we weer de bergen in waar alles geel oranje van kleur was en het even ietsje drukker leek. We passeerden Boulmane en namen onderweg een jongen mee die van school onderweg naar huis was. Hij stapte met “merci” uit bij een huis met de was aan de lijn en liep naar de krotten aan de overkant waar ook veel wasgoed hing. Hij was mooi snel thuis!
Via een straat met sinaasappelboompjes kwamen we Sefrou binnen met stadsdelen wat lager gelegen, vervolgens via behoorlijke hellingen 1000m hoger boven op de berg met stadsmuren en daarna weer iets lager, maar alle straten liepen erg schuin!
De stad Fez lieten we bij de rotonde met voetbal bij het stadion via de buitenwijken met een grote boog links liggen. Daar waren we al eens geweest en konden toen nauwelijks de camper kwijt. De heuvels rondom Fez leken bedekt met een groene deken.
Noordwaarts gingen we de N8 op en het landschap was heel apart met de geelwitgroen-achtige bolle bergen en overal stond genoeg water in de rivieren.
Jan stopte bij straatverkopers, die alleen tuinbonen, groene asperges, een soort sla en plastic flessen met drie liter melk hadden. Jan kocht alle groentes, maar geen melk en het was zo’n gezellige boel dat ze allen wel op de foto wilden.
Bij een tankstation lieten we de tank door vriendelijke gasten volgooien en mochten daar ook wel blijven staan om te overnachten. Maar wij vonden, het was twee uur ’s middags, het nog te vroeg om te stoppen, terwijl zij waarschijnlijk beter wisten hoe de weg verder ging zonder overnachtingsmogelijkheden.
De weg was niet super met veel hobbels, maar nog goed te doen en er werd echt overal aan de wegen gewerkt. In Ain Aicha was een hele straat met autowerkplaatsen en ook vreselijk druk. De Oued Ouerrha rivier die erlangs liep, was overvol.
Een heel eind na Touanate sloegen we af om op de R509 om vijftig kilometer verder naar een van de weinige camperplekken te gaan. Eerst leek de weg redelijk maar hij bleek vreselijk slecht met gaten en diepe kuilen of helemaal geen weg. Ook reden we over verschillende smalle bergkammen op super grote hoogten of waren de dalen heel erg laag! Lager gelegen huisjes die weer bovenop andere heuvels onder onze weg stonden, waren miniatuurtjes en in de dalen zelfs stipjes.
Regelmatig zwaaiden nu veelal jonge mannen enthousiast naar ons of staken hun duim omhoog. Ook maakten een aantal het gebaar van een sigaret roken, maar die hadden wij helemaal niet.
Half vijf kwamen we eindelijk op 700m van de camperplek, maar zagen het niet zitten om erheen te rijden. Een ‘familielid’ probeerde ons nog over te halen, maar we reden door naar de volgende plek bij een hotel die gesloten bleek. Dat was wel een beetje balen na die slechte rit en keken verder naar een plek in druk Ketama/Issaguen aan de N2. Maar niets leek ons geschikt en de Middellandse zeekust lag nog te ver op dit tijdstip.
Rijdend richting Chefchaouen op de ook niet al te beste N2 vonden we tegenover een tankstation op een tableau van de berg een plek die genoeg van de weg aflag. We konden ons daar nog ruim voordat het donker werd installeren. Er was geen verbinding met de telefoon op internet. Daarom is dit verslag een dag later verstuurd.
Geschreven door LaikaRiaJan