Vannacht voelden we af en toe de camper wiebelen. Naast het geluid van de zee hoorden we nu ook de wind.
We moeten 163 km rijden en Waze stelt dat we daar bijna 4 uur over gaan doen.
Niet alleen aan het strand stuift het. Ook verderop zien we zandduintjes in de bermen en het zand in vlagen over de straat waaien. De lucht is “heiig” van het zand. Gelukkig hebben we de dakramen dicht gedaan, toen we vertrokken.
Onze route gaat over kleine weggetjes door de bergen van de Anti-Atlas. Regelmatig flinke hellingen met haarspelden. Hoe hoger we komen, hoe verder we kunnen kijken. Naar beneden gaat het soms in de tweede versnelling nog te hard. Paul blijft dus schakelen.
We lunchen ergens op zo’n helling. Waarschijnlijk is er een bushalte, want iemand heeft een zacht zitje gemaakt van een steen.
Verderop kruisen we een riviertje waar water in staat. De grote rivier die we eerder overstaken, stond droog. Gezien de palmen rond de bedding, zit er nog wel vocht in de grond.
Tegen vieren waren we in Tafraout, waar we een plekje vinden aan de rand van de camping sauvage.
We hebben de stoelen nog maar net buiten staan en de eerste verkopers staan al voor de deur.
Ook hier staat een flinke wind en het is killig. De bewaker komt al vroeg het stageld (15 dh) ophalen.
Geschreven door Arendien-en-Paul