Als we vertrekken, weten we dat we na een kleine tien kilometer een waterstroom uit de bergen zullen kruisen. Lekker drinkwater werd ons gisteravond verteld door de Nederlandse camperaars. We willen dus onze tank ermee vullen. Paul probeert het eerst in een glas en dan laten we het restant uit de tank weglopen en vullen hem opnieuw met dit schone water.
Paul ziet in de berm, waar het steen dat op de weg lag heen is geschoven, een vreemd gevormde steen. Als we hem even onder de waterstraal houden zitten er gekleurde “ringen” in. Agaat reageert Mante per app.
Iets verderop een restaurantje waar we wel eens verse jus hebben gedronken. Volgens het “nieuwe” bordje kun je er eten en drinken. Twee vrouwen zitten buiten bij de tenten en nodigen ons uit. Ik wordt met een omhelzing begroet (alsof we elkaar al jaren kennen en lang niet hebben gezien).
Het oorspronkelijke gebouwtje ter hoogte van de weg is nog herkenbaar, maar niet meer bruikbaar. Het deel daaronder, tegen de helling gebouwd is weg.
Op het laatste moment heb thuis een snelkookpan, die niet te gebruiken is op inductie, in de camper gezet.
Nadat we thee en koffie hebben besteld, haal ik hem eruit en schenk hem aan een van de vrouwen. Ze verdwijnt er snel mee in de keukentent.
Naast koffie en thee wordt er brood met honing en smeerkaasjes op tafel gezet. Dat nemen we niet, we kwamen alleen voor koffie en thee. Ik krijg een kettinkje omgehangen en als ik die wil teruggeven, zijn ze beledigd. Ik moet hem meenemen.
We zien nog een aantal huizen waar de grond onder vandaan is gezakt. Aan de rand van de bergen worden containerwoningen neergezet.
Wat verderop aan de grotere weg zien we weinig schade meer. Gelukkig.
Wel opeens een kudde dromedarissen langs de weg. Ze stuiven flink in het droge zand.
We gaan naar camping Le Jardin in Taroudant. Om een uur of vier hangt de was aan de lijn en om zeven uur ligt alles weer droog in de kast.
Paul maakt ondertussen met een emmer sop de fietsen stofvrij.
Geschreven door Arendien-en-Paul